Neerlandia. Jaargang 94

[p. 183]

anv-nieuws

Uitreiking van de ANV-Visserneerlandiaprijs

Op 28 juni jl. werd in de Marconizaal in het NOS-Mediacentrum te Hilversum de ANV-Visserneerlandiaprijs voor persoonlijjke verdiensten uitgereikt aan de heer en mevrouw Doornbosch uit Hilversum. Zij ontvingen de prijs voor hun jarenlange inspanningen de Nederlandstalige volksliedjes voor de vergetelheid te bewaren en voor de wijze waarop de heer Doornbosch deze liedjes nu al meer dan 30 jaar op de radio presenteert in het programma ‘Onder de groene Linde’.

De voorzitter van de NOS, drs. J.P. van der Reijden verwelkomde de bezoekers, waarna drs. A.J. Dekker, volkskundige verbonden aan het P.J. Meertens-Instituut een inleiding hield over de betekenis van Ate Doornbosch’ werk.

In 1965 werd de heer Doornbosch als veldwerker aangesteld op het Volksliedarchief van het Meertens-Instituut. Toen hij op dit instituut voor volkskunde in Amsterdam kwam te werken had hij zich als veldwerker en als samensteller van ‘Onder de groene Linde’ al een grote faam verworven.

Op veldwerk wordt in de wetenschap wel eens wat neergekeken, vooral als het niet onmiddellijk gevolgd wordt door analyse en theorievorming. Daar staat tegenover dat door wetenschappelijke analyse het veldwerk weer in gedrang kan komen. Doornbosch die binnen dit spanningsveld moest opereren heeft steeds voorrang gegeven aan het veldwerk. Daaraan heeft hij nu deze prijs te danken en daarmee heeft hij de wetenschap de beste dienst bewezen, aldus de heer Dekker.

De voorzitter van het ANV, de heer Waltmans, die de prijs uitreikte memoreerde de verdiensten van het echtpaar Doornbosch. Meer dan 30 jaar hebben zij door het land gezworven, op zoek naar de volksliedjes en de verhalen die daar achter schuil gaan. De sfeer van vroeger dient eerst te worden opgeroepen alvorens men bereid is zijn of haar verhaal te vertellen. Voor het oproepen van die sfeer weet mevrouw Doornbosch de juiste toon te

Dr. H.J.G. Waltmans reikt de ANV-Visserneerlandia-prijs uit aan de heer en mevrouw Doornbosch.

[p. 184]

treffen. Daarna zijn de mensen meestal wel bereid het lied voor de bandrecorder te zingen.

Zo worden die geregistreerd, soms in vele varianten. Tegelijk wordt naar de oorsprong gezocht en dikwijls blijkt dat dezelfde liedjes niet alleen in de Nederlanden hun weg vonden maar ook verder in Europa.

Het analyseren van de liedjes geeft een beeld van hoe onze voorouders leefden en hoe ze zich verplaatsten. Eind jaren 50 toonde de radio ook belangstelling voor de volksliederen-cultuur. Een programma van vijf uitzendingen werd de heer Doornbosch geboden; het zijn er inmiddels ruim twaalfhonderd geworden.

In zijn dankwoord ging de heer Doornbosch in op de betekenis van de volksliedjes en vertelde hij over zijn werk dat hij extra omlijnde met het afspelen van fragmenten uit een van zijn uitzendingen. Omdat het gehele Nederlandstalige volkslied in zijn belangstelling staat was het niet verwonderlijk dat daar ook Vlaanderen toe behoort. Dit werd geïllustreerd met het ten gehore brengen van een lied waarvan Noordnederlanders meenden dat het om Sinterklaas ging, uiteindelijk bleek dat het een inwoner uit Sint-Niklaas betrof.

De prijsuitreiking werd besloten met een uitgebreide receptie, aangeboden door de NOS, die voor de gehele uitreiking als gastheer optrad.

J.v.H.

De afdeling Zuid-Holland maakte op 28 juli j.l. een excursie naar Gent. Na bezichting van de stad en o.a. de pacificatiezaal in het stadhuis en een boottocht over de schilderachtige Leie naar St. Martens-Latem heeft de afdeling Oost-Vlaanderen de 40 deelnemers ontvangen in het museum Dhondt-Dhaenens. Na een toespraak door de Gentse voorzitter Mevrouw Prof. Dr. A. Deprez gaf de kunstcriticus Jan D'Haese een toelichting op de Latemse schilderkunst (zie foto).