Neerlandia. Jaargang 94

[p. 231]

Economie

Benelux lid van G-7

De groep van zeven rijkste en sterkste industrielanden, afgekort tot G-7 en bestaande uit de Verenigde Staten, Canada, Engeland, Frankrijk, de Bondsrepubliek, Italië en Japan, oefent aantrekkingskracht uit op de Benelux.

Nederland, België en Luxemburg vormen inderdaad gezamenlijk een belangrijker economische macht dan Italië dat lid is en de Benelux niet.

Daarom pleitte de Belgische minister van Buitenlandse Zaken M. Eyskens op 19 september te Brussel voor nauwere Benelux-samenwerking onderling om vervolgens tot de G-7 te kunnen toetreden.

De oud-secretaris-generaal van de OESO te Parijs jhr. mr. E. van Lennep bepleit weliswaar ook nauwere interne Benelux-samenwerking, maar niet om tot de G-7 toe te treden, maar juist om deze te bestrijden. De grote mogendhedenpolitiek van de groep van zeven machtigste industrielanden is strijdig met de grondbeginselen van de internationale orde. Nederland heeft belang bij versterking van multilaterale organisaties en moet de Groep van Zeven krachtig bestrijden.

Naast de jaarlijkse topconferenties van de staatshoofden en regeringsleiders van deze landen (aangevuld met de president van de Europese Commissie) vinden enkele keren per jaar bijeenkomsten van hun ministers van financiën en centrale bankpresidenten plaats. Op steeds meer terreinen trekt de G-7 beslissingen naar zich toe, waarmee de macht van bestaande internationale instituties, zoals het Internationale Monetaire Fonds of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, worden uitgehold.

Van Lennep noemde als voorbeeld van de toenemende macht van de G-7 dat deze aan de OESO te kennen heeft gegeven dat alle voorzitterschappen van de belangrijkste comité's in deze organisatie van 24 industrielanden slechts bekleed mogen worden door functionarissen uit de zeven grootste landen.

Ook het passeren van de Nederlandse minister van Financiën Ruding voor de post van directeur van de Ontwikkelingsbank voor Oost-Europa ten gunste van de Fransman Attali is een voorbeeld van onterecht toegeëigende macht buiten de officiële multilaterale besluitvorming om. De kleinere landen zouden er goed aan doen ‘het euvel van het G-7 directoraat’ te bestrijden.

Samenwerking PTT - RTT

De Nederlandse PTT-Telecom en de Belgische RTT gaan nauwer samenwerken op het gebied van de telekommunikatie - infrastructuur, de tele-informatiediensten en de marktontwikkeling.

Dat is vastgelegd in een overeenkomst tussen de Koninklijke PTT Nederland, de PTT Telecom bv en de RTT.

In de overeenkomst is, naast algemene samenwerking en regelmatig overleg, vastgelegd dat er een aktieve samenwerking wordt ontwikkeld op het gebied van de gezamelijke infrastruktuur: het verhogen van de kwaliteit van de grensovergangen tussen het Nederlandse en het Belgische telekommunikatienetwerk, het gebruiken van elkaars netwerkfaciliteiten in het gebied Baarle-Nassau/Baarle-Hertog, het koppelen van telefoonnummerbestanden voor telefonische informatiediensten en het wederzijds kombineren van grensoverschrijdende netwerkkapaciteit naar andere landen ten behoeve van het zgn. transitverkeer.

Er komt ook samenwerking op het gebied van diensten: afstemmen van de introduktie van nieuwe diensten, het verbeteren van de kwaliteit van die diensten en het koppelen van internationale diensten, zoals videotex.

PTT Telecom en de RTT gaan voorts hun krachten bundelen ten behoeve van projecten voor de Europese Gemeenschap en de Europese Commissie.

Business Centre

De ‘Dutch Business Centre Association’ die het Nederlandse zakenleven een goede entree poogt te geven in het buitenland, heeft een vestiging in Madrid geopend. De bedoeling van de nieuwe vestiging in Madrid is het Nederlandse zakenleven een goede entree te bieden op de Spaanse markt. Niet alleen is meteen kantoorruimte beschikbaar, maar ook zijn er faciliteiten op het gebied van management-, fiscale en juridische ondersteuning.

Het Madrid Business Centre maakt deel uit van de Dutch Business Centre Association die in Nederland vier centra beheert. De Madrileense vestiging onder leiding van de Nederlandse mevrouw J. Higgins-Polak is de eerste buitenlandse vestiging van de groep. Binnenkort is Brussel aan de beurt, waarna de komende drie jaar nog drie buitenlandse vestigingen hun deuren openen.

Wellicht biedt de toekomst ruimte aan nauwe samenwerking met Nederlandse en Belgische culturele instituten in het buitenland, zoals in Madrid het huis van de stichting Carlos d'Amberes, Karel van Antwerpen.

Subsidie Vlaamse werklozen

Vlaamse langdurig werklozen kunnen zich voortaan laten inschrijven bij Nederlandse arbeidsbureaus, waardoor Nederlandse werkgevers hen volgens de in Nederland geldende subsidieregelingen tewerk kunnen stellen. Hier vervalt dus, naar Europese normen, het nationaliteitsbeginsel (zie berichtje ‘Fonds voor literatuur’).