Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 95 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 95
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 95Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 95

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 95

(1991)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 108]
[p. 108]

ANV-nieuws

illustratie

Van het bestuur

Een druk half jaar ligt achter ons. Naast het ‘gewone’ werk van het secretariaat en het verbondskantoor, zoals de ledenadministratie, de afhandeling van de nog steeds toenemende post, het verlenen van hand- en spandiensten aan de afdelingen en werkgroepen en de verzorging van de vergaderstukken voor bijvoorbeeld het dagelijks en hoofdbestuur, zijn de volgende bijzondere werkzaamheden te melden:

Engels als voertaal onwettig

Verzonden is een brief aan de colleges van bestuur van alle Nederlandse universiteiten inzake Engels of Nederlands als voertaal in het hoger universitair en wetenschappelijk onderwijs met als voornaamste conclusie: het Engels als voertaal aan universiteiten is onwettig.

Het ANV komt tot deze conclusie op grond van uitspraken van de minister van Onderwijs en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen in de memorie van antwoord van 11 maart jl. omtrent de ‘Bepalingen met betrekking tot het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek’ ofwel de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek WHW (Kamerstuk 21073, 1990-1991, nr. 11, blz. 84/85). De minister deelt daarin Tweede Kamer mee, dat in de onderwijswetgeving reeds impliciet is opgenomen dat het Nederlands de voertaal is voor het onderwijs en dat hij in die zin de motie Ginjaar-Maas/Franssen heeft aanvaard, waarin de Kamer met algemene stemmen de bewindsman vraagt in elke relevante onderwijswet de plaats van het Nederlands vast te leggen (Kamerstuk 21800, 1990-1991 VIII nr. 41).

Het ANV acht dit een verheugende uitspraak en gaat er van uit dat de universiteiten bij het opstellen van hun onderwijsprogramma's hiermede rekening zullen houden. Internationalisering van het onderwijs kan alleen evenwichtig worden opgebouwd indien ook de Nederlandse taal en cultuur van een evenredig aandeel bij de uitwisselingsprogramma's verzekerd is. De basis hiervoor is een volwaardig hoger onderwijspakket met het Nederlands als voertaal. De door de minister met zijn Vlaamse collega Coens op 31 oktober 1990 ondertekende samenwerkingsovereenkomst GENT (Geheel Europees-Nederlands Taalgebied), waarbij Nederland en Vlaanderen vanaf 1992 samen één onderwijsmarkt zullen vormen, biedt daartoe extra mogelijkheden.

Bewegwijzering

Verzonden is een brief aan de minister van Verkeer en Waterstaat, mw. J.R.H. Maij-Weggen, aan de ANWB en de leden van de vaste Kamercommissie Verkeer en Waterstaat over de Nederlandse sologang bij het hanteren van de buitenlandse schrijfwijze van plaatsnamen op Nederlands grondgebied. Uit deze brief kon het volgende worden aangehaald:

‘Zoals u bekend is beijvert het ANV zich om het gebruik van de Nederlandse taal zoveel mogelijk te bevorderen. De Nederlandse taal en cultuur vormen een integrerend deel van de Europese pluriformiteit en hebben daaraan een bijdrage te leveren. Dit betekent op het terrein van de bewegwijzering, dat in het Nederlandstalige gebied (Nederland en Vlaanderen) de Nederlandse taal gebezigd dient te worden, ook voor buitenlandse plaatsnamen (zie voorgaande brieven). In België zijn de verantwoordelijke bewindslieden op grond van de taalwetgeving hieraan gehouden.

In Duitsland volgt men deze zienswijze ook, gegeven het feit dat Nederlandse plaatsnamen nog steeds in de Duitse schrijfwijze worden aangegeven (Nimwegen, Arnheim e.d.).

Het bestuur van het ANV vraagt u andermaal uw besluit te herzien om als enige de internationale aanbevelingen uit 1974 met het zgn. donorprincipe toe te passen. Voor zover ons bekend volgt geen der ons omringende landen deze aanbeveling.

Het bestuur vraagt tegen deze achtergrond uw aandacht voor de thans in België getroffen regeling, nl. een tweetalige aankondiging met het Nederlands op de eerste plaats: bijvoorbeeld Parijs/Paris. Deze methode wordt beperkt tot toepassing op autowegen en de toegang tot deze. Dáár alleen immers geldt het internationale argument van continuïteit van aanduiding voor de buitenlander.

Er is evenwel nog een ander element van ‘continuïteit’.

Het Nederlandse taalgebied in Europa, bestaande uit Nederland en Vlaanderen, is geïnstitutionaliseerd in het verdragsgebied van de Nederlandse Taalunie (1980). Het verdient aanbeveling in dat aaneengesloten taalgebied dezelfde regelingen te treffen in taalkundige zaken. Dit brengt het bestuur er toe u te verzoeken de thans in België getroffen regeling in Nederland over te nemen en de buitenlandse plaatsnamen zowel in het Nederlands als in de desbetreffende vreemde taal te vermelden: Keulen/Köln.’

Frankfurter Buchmesse

Verzonden is een brief aan de ministers van Buitenlandse Zaken,

[pagina 109]
[p. 109]


illustratie
Mr. E.J. Raskin, ANV-Voorzitter Vlaanderen, opent de persconferentie in het Haagse Nieuwspoort ter aanbieding van het CICS-rapport aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken P. Dankert. (zie foto onderaan) Voorts op de foto v.l.n.r. oud-ambassadeur J.R. vanden Bloock (Brussel), mr. J.G.N. de Hoop Scheffer (voorzitter van de commissie) en drs. J.L.M. Kits Nieuwenkamp (algemeen secretaris ANV).
(foto's: Thuring)


WVC en Onderwijs over de dreigende terugtrekking van Nederland als themaland bij de Frankfurter Buchmesse (zie ook Neerlandia 1991-2 Wel Beschouwd). Hierin staan als voornaamste passages: ‘De opzet en het unieke karakter van de Buchmesse als uitzonderlijk vehikel voor de presentie en presentatie van taal en cultuur behoeven geen nader betoog. Het gegeven dat Nederland samen met Vlaanderen als “Schwerpunkt” zou optreden - afspraak tussen de beide ministers van Cultuur van Nederland en Vlaanderen vorig jaar gemaakt - bood een niet te evenaren gelegenheid om, geheel in overeenstemming met het Taalunieverdrag van 1980, de Nederlandse taal en letteren internationaal bekend te maken. Dat aan die bekendheid nog veel schort, getuigt het feit, dat alom nog steeds op grote schaal onderscheid gemaakt wordt tussen Niederländisch und Flämisch, Dutch and Flemish,. le Néerlandais et le Flamand enz. Deze fragmentatie van het Nederlandse taalgebied levert een direct nadeel op voor de internationale positie van de Nederlanden.

Het terrein van taal en cultuur vormt in toenemende mate het veld van actie voor de positiebepaling van de afzonderlijke entiteiten in het Europese mozaiek.

In een Europa, waarin militair geweld onwaarschijnlijk geworden is, de sociaal-economische integratie gestaag voortschrijdt en ook op andere gebieden de nationale autonomie “weglekt”, zullen taal- en cultuurpolitiek aan betekenis winnen als een der weinige nog zelfstandig te hanteren instrumenten van nationale of regionale eigenheid.

Gezien de actieve buitenlandse cultuurpolitiek van de ons omringende grotere EG-lidstaten zullen Nederland en Vlaanderen een gezamenlijk beleid van presentie en presentatie in het buitenland moeten voeren dat de uitgangspositie van de Nederlanden in het algemeen in het internationale strijdperk verstevigt.

Dit is onversneden buitenlands beleid.

Het bestuur van het ANV doet dan ook een dringend beroep op u de genomen beslissing ten spoedigste te (doen) herzien, een breed samengestelde projectgroep te (laten) installeren en een brede steunactie te starten. Deze ernstige vorm van falend buitenlands (cultureel) beleid dient zo spoedig mogelijk ongedaan te worden gemaakt.’

Diplomatieke samenwerking

Het rapport van de commissie Internationale Culturele Samenwerking CICS onder leiding van oud-ambassadeur mr. J.G.N. de Hoop Scheffer kon begin dit jaar worden afgerond en vervolgens gedrukt om het aan de bewindslieden van Buitenlandse Zaken, Cultuur en Onderwijs aan te bieden. Tegelijkertijd werden zowel in Den Haag als in Brussel persconferenties georganiseerd en wel op 8 en 13 mei jl. met aansluitend aanbieding van

illustratie

een exemplaar van het rapport aan respectievelijk de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken P. Dankert en de Vlaamse minister-president G. Geens.

Het rapport behandelt Nederlands-Belgische samenwerking op diplomatiek vlak en tussen de Nederlandse en Belgische culturele instituten in het buitenland. Op grond van het door de Nederlandse Taalunie en de overeenkomst GENT geïnstitutionaliseerde Nederlandse taalgebied (Nederland en Vlaanderen) dienen diplomaten en instituten zich bij hun werk op het gebied van taal en letteren, onderwijs en voorlichting voortaan te baseren op het gehele aaneengesloten Nederlandse taalgebied. In de aanbiedingsbrief aan de ministers stelt het ANV-bestuur:

Europese integratie leidt tot allerlei vormen van grensoverschrijdende regionalisatie. Nederland en Vlaanderen vormen op grond van eenzelfde taal en gemeenschappelijke cultuur-historische elementen zo'n toekomstige Europese regio.

Dit aaneengesloten Nederlandse

[pagina 110]
[p. 110]


illustratie
Gevolmachtigd minister van de Nederlandse Antillen E.A.V. Jesurun in gesprek met vicepremier van België H. Schiltz onder het toeziend oog van de burgemeester van Middelburg mr. C.G.J. Rutten, drs. M.J.J. van Amelsvoort (staatssecretaris van Financiën) en dr. H.J.G. Waltmans (algemeen voorzitter van het ANV). (foto's: Wolterbeek)


taalgebied is reeds geïnstitutionaliseerd door middel van het Taalunieverdrag.

Binnen deze regio, die zijn verlengstuk heeft in het eveneens reeds geïnstitutionaliseerde Beneluxgebied, zal alles in het werk moeten worden gesteld om een zo breed mogelijke samenwerking tot stand te brengen. Hierdoor zal een hechte basis ontstaan om op grond daarvan gezamenlijk naar buiten op te treden en op te komen voor gemeenschappelijke belangen.

Gezien de actieve buitenlandse cultuurpolitiek van de ons omringende grotere EG-lidstaten zullen Nederland en Vlaanderen een gezamenlijk beleid van presentie en presentatie in het buitenland moeten voeren dat de uitgangspositie van de Nederlanden in het internationale strijdperk verstevigt.

Een weloverwogen, samenhangend taal- en cultuurbeleid vormt een der onmisbare hoekstenen van het buitenlands beleid van de - naaste - toekomst.’

Conferentie leraren Nederlands

‘Tussendoor’ werd op 19 maart in Maastricht de jaarlijkse ANV-studiedag voor leraren Nederlands in de ons omringende grensgebieden gehouden. Docenten 117 in getal uit Duitsland van Oldenburg tot Aken, uit de duitstalige Oostkantons van België, uit Wallonië en Noord-Frankrijk bogen zich over een zestal onderwerpen op het gebied van didactiek en pedagogie van het Nederlands als vreemde taal. De desbetreffende werkgroep onder leiding van de algemeen secretaris organiseerde deze dag in samenwerking met de Rijkshogeschool voor tolken en vertalers en World Neth, het internationaal talencentrum in Maastricht. De nog steeds groeiende groep leraren Nederlands aan middelbare scholen wordt door het ANV bediend zolang de Nederlandse Taalunie deze taak niet kan uitvoeren. De dag werd besloten met een zeer stimulerende toespraak van de schrijver/politicus Aad Nuis, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor D66.

Conferentie ‘De Nederlanden Nu’

Dankzij de voortreffelijke medewerking van het stadsbestuur kon de jaarlijkse ANV-conferentie ‘De Nederlanden Nu’ ditmaal op 15 mei in het schitterende stadhuis van Middelburg worden gehouden. Een vlekkeloze organisatie en de zowel naar inhoud als voordracht uitstekende sprekers boden de bijna 200 deelnemers een kwalitatief hoogstaande bijeenkomst. Vice eerste-minister van België Hugo Schiltz legde nadruk op een verzelfstandigend Vlaanderen, waarmee Nederland meer en meer zal moeten samenwerken.

De gevolmachtigd minister van de

illustratie

Nederlandse Antillen E.A.V. Jesurun onderstreepte het belang van de Nederlandse taal voor de Antilliaan. ‘als poort tot Europa’, terwijl prof. ir. H.P. van Heel, directeur Hoechst Holland N.V., de plaats van het Scheldebekken als grensoverschrijdende Europese regio belichtte.

Met een levendige receptie aangeboden door het gemeentebestuur werd een druk ANV-voorjaar afgesloten. (zie ook blz. 97)

 

Tegen de achtergrond van al deze activiteiten (die het ANV in tal van landelijke en regionale dagbladen, in drie programma's van de NOS en in de nieuwsberichten bracht), zal het niet verbazen dat de afhandeling van het literatuurproject ANV-poëzie helaas wat achterop is geraakt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken