Neerlandia. Jaargang 96

[p. 34]

Regio

EG erkent regio's

Op 29 november 1991 heeft de tweede Conferentie Europees Parlement/Regio's van de Gemeenschap een slotverklaring aangenomen, waarin het de nodige wensen aan het adres van de Topconferentie van Maastricht uit. De regio's vragen om erkenning en inspraak. Zij stellen ‘dat om het gebrek aan democratie in het communautaire regionale beleid op te heffen, het onontbeerlijk is enerzijds te zorgen voor de vertegenwoordiging van de regio's op communautair vlak d.m.v. de oprichting van een Comité van de regio's, en anderzijds de rol en de bevoegdheden van het Europees Parlement te versterken’.

De Top van Maastricht besloot twee weken later zo'n Comité van de regio's op te richten.

De regio's achten zich een ideaal bestuursniveau om Europa dichter bij de burger te brengen. Aangezien in de toekomst het subsidiariteitsbeginsel in versterkte mate geldt, kan de rol van de regio's aanzienlijk worden versterkt. Het subsidiariteitsbeginsel vereist immers dat de besluiten op een zo laag mogelijk bestuursniveau worden genomen. Wat een wijkbestuur kan doen, wordt niet aan de gemeente overgelaten. Pas na het gemeentelijk niveau komen provincies, regio's, deelstaten, en naties. Pas in het laatste stadium is de EG aan de beurt. Bovendien moeten de EG-besluiten op een zo laag mogelijk niveau worden uitgevoerd. Ook hier zien de regio's een rol voor zich weggelegd.

Ten slotte is er nog altijd een kloof tussen de arme en de rijke regio's in de Gemeenschap, aldus de slotverklaring. Als die niet wordt gedicht, is de kans van slagen van de Economische en Monetaire Unie en van de Politieke Unie gering.

De regio's aan de huidige binnengrenzen dringen aan op snelle verbetering van de achterstanden.

Als de binnengrenzen wegvallen, zal het gebrek aan infrastructuur in vele grensregio's zich pijnlijk doen gevoelen.

Grensregio's

De Duits/Nederlandse Grensregio's Rijn-Waal, Rijn-Maas-Noord en Euregio (Oost-Nederland en het aangrenzende deel van Duitsland) kunnen tot 1992 ruim 100 miljoen gulden besteden voor de ontwikkeling van hun economie. Dit is op 9 december in Denekamp bekendgemaakt, zo bericht het ANP, tijdens de ondertekening van de overeenkomst die de uitvoering van het investeringsprogramma mogelijk maakt.

Het geld gaat naar projecten in Groningen, Drenthe, Achterhoek, Arnhem, Nijmegen, Venlo, Roermond, Heerlen en Maastricht (grensoverschrijdende samenwerking met België).

Met het geld uit Brussel kunnen projecten aan de hand van de EG-criteria voor helft worden gefinancierd. De nationale, provinciale en regionale overheden kunnen dat bedrag aanvullen tot maximaal tachtig percent van de totale investering. Het restant van de benodigde middelen dienen de initiatiefnemers van de projecten zelf te betalen. De Investionsbank-Bank NRW in Dusseldorf gaat de financiën voor het economisch actieprogramma beheren.

Het is voor het eerst in de Europese Gemeenschap dat deze aanpak bij wijze van voorbeeld wordt toegepast. Het voordeel is onder andere dat de regio niet voor de subsidiëring van afzonderlijke projecten steeds bij Brussel hoeft aan te kloppen en dat de aanvullende financiering ervan is geregeld.

Staatssecretaris van economische zaken Van Rooy, die de overeenkomst ondertekende, noemde het project voor het Duits-Nederlandse grensgebied een concrete stap op weg naar de Europese eenwording. ‘Tijdens conferenties zoals nu de top in Maastricht wordt het raamwerk voor het nieuwe Europa gemaakt, maar activiteiten met name in de grensgebieden zijn zeker zo belangrijk. Hier wordt Europa van onderop gebouwd’, verklaarde Van Rooy.

BRTN in Frans-Vlaanderen

De Franse kabelexploitant die over het distributiemonopolie in Duinkerke beschikt verving vorig jaar de BRTN door programma's van een Spaanse en een Italiaanse zender. Hiervoor zou meer belangstelling bestaan, vooral van de kant van de vele allochtonen. In de Vlaamse Raad zijn daarover parlementaire vragen gesteld. De Vlaamse Gemeenschapsminister voor Cultuur P. Dewael vroeg in Frankrijk opheldering, maar ontving nog geen antwoord.

Gezamenlijke leerstoel

De universiteiten van Maastricht, Aken, Luik, Hasselt en de Open Universiteit in Heerlen hebben besloten een gezamenlijke leerstoel in te stellen voor ‘Euregionale studies’. De nieuwe leerstoel is opgedragen aan de voorzitter van de Europese Commissie, Jaques Delors, op grond van zijn verdiensten voor de eenwording van Europa. Hij is ook de eerste die de leerstoel zal bezetten. Zijn inaugurele rede sprak Delors op zondag 8 december uit, tijdens een academische zitting in de Sint-Janskerk te Maastricht. De andere universiteiten zullen eveneens vertegenwoordigd zijn.

De leerstoel wisselt elk jaar van bezetting. Telkens wordt een specialist voor een jaar aangezocht door de gezamenlijke rectoren van de samenwerkende universiteiten.

[p. 35]

Het ene jaar worden sociale problemen behandeld, het andere jaar juridische of economische. De lezingen zullen per toerbeurt op een van de universiteiten worden gehouden.