Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Neerlandia. Jaargang 96
Toon afbeeldingen van Neerlandia. Jaargang 96zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 96

(1992)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 198]
[p. 198]

ANV-nieuws

ANV-conferentie ‘De Nederlanden nu’
‘...Dat mijn inspanningen gericht zullen zijn op een vruchtbare samenwerking’
door mevr. J.L.M. Baartmans-Van den Boogaart

Met bovenstaande woorden eindigde mevrouw Baartmans, voorzitter van het Algemeen-Nederlands Congres, haar toespraak tijdens de ANV-conferentie ‘De Nederlanden Nu’ van 14 september 1992.

Uit haar met veel aandacht en waardering beluisterde lezing citeert de redactie gaarne het volgende.

Europa

Dat is zoveel groter en zoveel meer dan de Europese Economische Gemeenschap. Midden- en Oost-Europa zijn met verrassende snelheid en hevigheid op een nieuwe wijze aanwezig in de politiek van West-Europa. Het streven naar integratie in West-Europa valt samen met herlevend nationalisme in Midden- en Oost-Europa. Nationalisme als bevrijdende kracht uit een internationalistisch regiem dat cultuurgemeenschappen onderdrukte. Begrijpelijk vanuit deze achtergrond ligt er nu extra nadruk op eigen, nationale waarden.

 

Hoe begrijpelijk fel het nationalisme ook moge zijn na een periode van onderdrukking, het is niettemin zaak dat via economische ontwikkeling democratische samenlevingsvormen ontstaan. Hoe pijnlijk het is de solidariteit te betrachten die dat mogelijk maakt, is griezelig duidelijk in het Verenigd Duitsland.

 

Sociale en economische wanverhoudingen vragen een hoge prijs; wie geen houvast heeft is niet kieskeurig bij het zoeken naar een mogelijkheid tot identificatie. Nationalisme dat op die grond ontstaat, slaat toe. In dat Europa leven en sterven cultuurgemeenschappen. Armoede en onrecht vinden een uitweg in fanatisme. Dat is niet nieuw en 't is niet typisch voor Europa. We kunnen hoogstens meer geschokt zijn omdat de problemen zo dichtbij zijn en onze vakantieherinneringen aantasten.

De representatieve democratie, de rechtsstaat, de verzorgingsstaat, dat is de politieke traditie die we hoog willen houden. Dat zal de maatstaf moeten worden in heel Europa. Het gaat niet aan dat afstandelijk te constateren overigens, dat realiseer ik me wel. Het gaat erom in waarheid te willen leven, om met Havel te spreken.

U ziet: af en toe voorzie ik me van betrouwbaar gezelschap als ik ga stappen in de grote boze wereld. Wat ik bedoel is: als we die Europese waarden hoog willen houden, vergt dat een bewuste houding van ieder van ons.



illustratie

Kleine cultuurgemeenschappen

Het wordt tijd dat we kijken naar de kleine cultuurgemeenschappen in Europa. Welke bestaansrisico's lopen ze?

Wanneer het hen ontbreekt aan cultureel zelfbewustzijn, lopen ze kans geleidelijk op te gaan in een andere cultuurgemeenschap.

Er zijn cultuurgemeenschappen vernietigd uit intolerantie. We noemen dat onverdraaglijk. Er zijn inderdaad talloze mensen aan dood gegaan. Maar er overleefden en overleven ook talloos veel mensen met die ondraaglijke last. En dat 't niet over is, integendeel, kan ons met grote schaamte vervullen tegenover de kinderen die het nu overkomt.

Als we over cultuurgemeenschappen spreken is het overigens goed te herinneren aan het gegeven dat Mourik vermeldt: voor 40% van de culturele gemeenschappen tussen de lerse Westkust en de Oeral vallen de grenzen niet met staatkundige grenzen samen. De zorgvuldigheid moet op veel plaatsen grensoverschrijdend zijn.

[pagina 199]
[p. 199]

Vanzelfsprekend uitgangspunt moet dus zijn: respect. Dat geeft de mogelijkheid de eigen cultuur te beleven. Maar ook wanneer aan die voorwaarde is voldaan zijn er nog factoren die nadelig uitwerken op de positie van kleine cultuurgemeenschappen.

Pluriformiteit

Juist veelvormigheid is een kracht van Europese cultuur, valt op veel plaatsen te horen en te lezen. Als dat zo is - en ik wil het graag geloven - dan moet die kracht niet verzwakt worden doordat kleine cultuurgemeenschappen per definitie onder druk staan. Positieve discriminatie kan dan op zijn plaats zijn. Het verdrag van Maastricht is, niet al te dreigend, maar het kan ook behulpzaam zijn in dat opzicht. Fondsen om kleinere culturen concurrerende taalprodukten te laten maken, zouden passen in een EG die zich om cultuur bekommert.

Nederlandstalige gemeenschap

Mijn laatste onderdeel betreft dan de kleine cultuurgemeenschap die Nederlandstalig is, hoewel het aantal Nederlands sprekenden zo groot is dat de term ‘klein’ relativering behoeft. Ze gaat me zeer ter harte, én als Neerlandicus, én als gedeputeerde in de grote grensprovincie Noord-Brabant, én als voorzitter van het ANC. Als ik een paar gedachten hierover formuleer gebeurt dat vanuit die drie invalshoeken, met wisselend accent wellicht.

Het is ook mijn stellige overtuiging dat samenwerking nodig is. Erkenning van verschillen in cultuur staat dat volstrekt niet in de weg. Weliswaar is het aantal Nederlandssprekenden aanzienlijk, maar we liggen toevallig wel tussen drie echt grote taalgebieden in en de markt voor het Nederlandstalig produkt is in die verhouding klein.

 

Eenheid van de Nederlandse taal noemt Van Istendael ‘onze eerste verdedigingslinie’ in zijn artikel in de Volkskrant van 29 juni 1991 onder de kop: ‘Een schaamteloos pleidooi voor taalnationalisme’.

 

U hebt intussen begrepen dat ik dit bijvoeglijk naamwoord heel goed begrijp vanuit mijn afkeer van fanatiek nationalisme.

Als voorzitter van het ANC val ik Van Istendael van harte bij wanneer hij wijst op de gouden kansen die Brussel biedt om vanuit deze stad Vlaams/Nederlands cultuurbeleid te presenteren. Het rapport dat aanvaard is op 16 juni in de vergadering van het ANC biedt aardige aanknopingspunten, en dan zeg ik nog te weinig. ‘Wij kunnen ons geen gescheiden slagorde permitteren, laat staan twee legers’ citeer ik voor het laatst deze dichter/journalist.

Als gedeputeerde in Noord-Brabant ervaar ik hoe frequent en vruchtbaar de contacten zijn tussen onze provincie en Vlaanderen; minister Ritzen's opvatting: Europese samenwerking begint op de fiets, klopt. Er liggen grensoverschrijdende fietspaden, maar deze uitdrukking geldt ook figuurlijk. Het Zuidelijk Toneel heeft met Eindhoven als vestigingsplaats een artistieke leiding die in Antwerpen woont; de spelers, de regisseurs, komen van beide zijden van de grens.

Er zijn contacten over en er is uitwisseling van muziek, jeugdtheater amateurkunst. Ook zonder dat de overheid iets doet, gebeurt dat alles. Over het algemeen vind ik dat overheden de cultuur zoals die beleefd wordt het beste dient door de voorwaarden te scheppen waarin de kunstenaars zo vrij mogelijk zijn voor hun creatieve werk.

 

Dat geldt voor het lokale bestuur, voor het provinciale, voor het nationale en het geldt voor de EG. Cultuur is niet van de overheid. De overheid moet haar wel beschermen en mag haar wel stimuleren.

Samenwerking

België, Nederland en Luxemburg hebben de BENELUX; België en Nederland hebben een cultureel akkoord. De Taalunie kan een krachtig instrument zijn tussen Nederland en Vlaanderen. Maar behalve deze onderlinge regelingen is het nodig gezamenlijk vanuit en terwille van de gemeenschappelijke taal naar buiten op te treden, naar de rest van Europa en verder. Dat is een belangrijke opdracht aan de Vlaamse en Nederlandse politiek.

Maar naast die officiële afspraken zal het particulier initiatief zijn eigen instrumenten moeten inzetten. Ons erfdeel, het ANV, de Orde van den Prince en Benego om enige belangrijke structurele instellingen te noemen die op diverse terreinen in samenwerking de Vlaams/Nederlandse cultuur verbinden.

 

Ik noem tenslotte het ANC, waarvan ik eerst sinds 16 mei jl. voorzitter ben. Ik heb het op prijs gesteld uitgenodigd te worden hier te spreken. Ik heb intussen een bezoek gebracht aan het ANV-kantoor en wil u graag ervan verzekeren dat mijn inspanningen gericht zullen zijn op een vruchtbare samenwerking.

 

Mevr. J.L.M. Baartmans-Van den Boogaart is gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • J.L.M. Baartmans-van den Boogaart

  • beeld van J.L.M. Baartmans-van den Boogaart


datums

  • 14 september 1992