Skiplinks

  • Hoofdcontent
  • Subnavigatie
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 97 (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 97
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 97Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 97

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 97

(1993)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Neerlandia. Jaargang 97


auteur: [tijdschrift] Neerlandia


bron: Neerlandia. Jaargang 97. Algemeen-Nederlands Verbond, Den Haag / Brussel 1993


verantwoording

inhoudsopgave

doorzoek de hele tekst


downloads

© 2013 dbnl


DBNL vignet


 i.s.m.  logo funder
[p. 134]

Kuwayt of Koeweit
Schrijfwijze buitenlandse namen, jongste geschiedenis

In juni 1987 gaf het Algemeen Nederlands Persbureau ANP een boekje uit met de titel Schrijfwijze van buitenlandse namen, het zogenaamde ‘blauwe boekje’. De bedoeling was dat media en atlassen deze schrijfwijze zouden overnemen en dat er daardoor in het Nederlands een uniform spellingsysteem van de buitenlandse namen zou ontstaan. Een nobel streven, ware het niet dat men te weinig rekening hield met de in Nederland gegroeide schrijftraditie voor dergelijke namen en dat men te veel buitenlandse, vooral Engelse en Franse, spellingen overnam. Dit alles in het kader van de internationalisering en de computerstandaardisering. En zo zagen we op de TV plotseling Kuwayt en Saudiarabië in plaats van Koeweit en Saoedi-Arabië en was ons pekineesje voortaan afkomstig uit Beijing. Exoniemen (Nederlandse vormen voor buitenlandse namen) mochten van het ANP nog maar in beperkte mate: Parijs en Wenen konden wel, Gotenburg en Celebes niet.

De meeste regionale kranten namen de suggesties van het ANP over; het NOS-journaal deed dat in eerste instantie ook, maar week er later in veel gevallen toch weer vanaf. De landelijke bladen bepaalden hun eigen vorm. De zo gewenste uniformiteit bleef dus ver te zoeken.

Actiecomité

Eind 1987 besloten wij daar iets aan te doen of althans te proberen de bevoegde instanties aan het denken te zetten. Wij, dat zijn drie medewerkers van het tijdschrift Onze Taal: Jaap Bakker, Robert-Henk Zuidinga en ik. Wij verenigden ons in het Actiecomité Buitenlandse Namen. Onze doelstellingen waren tweeërlei. Ten eerste vonden wij dat het geen pas gaf dat een particuliere organisatie vrij dwingende spellingsregels voor de Nederlandstalige media opstelde. Dat dient door de Taalunie te worden gedaan. Verder stelden wij dat er bij het weergeven van buitenlandse namen uitgegaan zou moeten worden van de Nederlandse spellingtraditie. Wat exoniemen en vernederlandsingen betreft: deze behoren tot de Nederlandse woordenschat en daar mag men niet onzorgvuldig mee omspringen.

Onze overwegingen en argumentatie hebben wij uiteengezet in het Manifest ABN dat in januari 1988 integraal in Onze Taal werd gepubliceerd. Ook Nederlands van nu, het Vlaamse zusterblad van Onze Taal, nam ons manifest op. Diverse media schonken er aandacht aan. Van veel instellingen en particulieren uit Nederland en België ontvingen wij adhesiebetuigingen, o.a. van het ANV. Jan van Groesen, medesamensteller van de ANP-schrijfwijze kreeg van Onze Taal in april 1988 de gelegenheid om te reageren op het manifest en de standpunten van het ANP uitgebreid uiteen te zetten. In hetzelfde nummer gaven wij daarop al even uitgebreid antwoord. In juni 1988 erkende het bestuur van het Genootschap Onze Taal het ABN officieel als actiecomité van het genootschap. Onze activiteiten konden wij voortaan namens en met instemming van het genootschap uitvoeren. Het bestuur van de Vereniging Algemeen Nederlands, de zustervereniging van Onze Taal in België, betuigde ons eveneens zijn steun.

Werkgroep

Enkele maanden later formeerde de Nederlandse Taalunie een Werkgroep Buitenlandse Aardrijkskundige Namen. Eén van onze doelstellingen leek binnen bereik. De werkgroep werd op 25 oktober 1988 geïnstalleerd. Zij kreeg als opdracht een voorstel te doen voor een lijst met namen van landen en hun hoofdsteden. Grondslag vormde de zogenoemde CBAN-lijst, de ‘Lijst van Landennamen’ die in 1980 door een officiële commissie werd opgesteld, maar die nooit algemeen ingang heeft gevonden. Het ABN kondigde in september 1988 in Onze Taal aan de activiteiten van de werkgroep kritisch te zullen volgen.

Dat hebben we ook gedaan. Ruim een jaar later had de Werkgroep een nieuwe ‘Lijst van landnamen’ gereed. Uitgangspunt voor deze lijst was het ‘donorprincipe’: men baseerde zich op de officiële naam, zoals hij in de taal van het land zelf geschreven wordt. Omdat dit voorstel naar ons oordeel behoudens enkele verbeteringen op tal van punten nog veel te wensen overliet, stelden wij drieën als initiatiefnemers van het Actiecomité een uitgebreid commentaar op en stuurden dat toe aan de Werkgroep. Een belangrijk deel van dat commentaar verscheen in 1990 in het januarinummer van Onze Taal.

Daarna bleven wij niet stilzitten. Zo kregen wij eind december 1991 een verzoek van de heer P.J. van der Horst uit Warmond om advies. In de Redactiewijzer, een handleiding voor redacteuren en tekstschrijvers, die hij aan het schrijven was, wilde hij ook een lijst van landnamen opnemen. Hij vroeg ons de kopij van dat onderdeel kritisch te bekijken. Dat hebben wij uiteraard gedaan. In principe waren wij het helemaal met hem eens en wij hadden maar enkele kanttekeningen te plaatsen. Dit voorjaar is zijn boek bij de SDU verschenen.

Besluitvorming

Besluiten bij de Taalunie komen (kwamen?) niet erg snel tot stand. In dit geval had dit alles te maken met de forse kritiek die op de Taalunievoorstellen losbrandde. Het ANV was daarin het meest princi-

[p. 135]

pieel: het stelde dat een organisatie die volgens verdrag de Nederlandse taal en letteren moet bevorderen onmogelijk het donorprincipe als uitgangspunt kan of mag nemen. Bovendien zou de realiteit van Nederlandse uitspraak en ingeburgerde vormen zoveel uitzonderingen opleveren, dat er van het donorprincipe bitter weinig zou overblijven. In de tweede helft van 1992 stond in Publikatieblad 24; Besluit 18 van het Comité van Ministers te lezen dat de ‘Lijst van landnamen’ voorgesteld door de Werkgroep Buitenlandse Aardrijkskundige Namen, niet werd erkend. Het Comité van Ministers verlangde een grondige aanpassing op de volgende punten (ik citeer):

-omkering van de hiërarchie der uitgangspunten: voorkeur geven aan exoniemen waar mogelijk (bijv. Peking i.p.v. Beijing);
-rekening houden met gebruikersvriendelijkheid en functionaliteit van de voorgestelde schrijfwijzen, wat op zijn beurt inhoudt:
-weglaten van voor het Nederlands niet functionele diacritische tekens (bijv. Bénin);
-omspelling van ongebruikelijke woordbeelden volgens de bestaande orthografische principes van het Nederlands (bijv. [u] → ‘oe’ en [Ei] → ‘ei’ in ‘Kuwayt’), tenzij de schrijfwijze in zijn van de Nederlandse spellingprincipes afwijkende vorm reeds algemeen gebruikelijk is (bijv. Peru);
-toevoeging van namen van landen of landdelen die door het grote publiek vaak in de plaats van de officiële naam wordt gebruikt, met verwijzing naar de officiële landnaam (bijv. Engeland → zie: Verenigd Koninkrijk);
-aanpassing van het voorstel aan de inmiddels gewijzigde politieke en staatkundige situatie.

 

Ondertussen wisselde de Werkgroep tweemaal van voorzitter. Blok trad af en werd opgevolgd door Ormeling en die weer door Rentenaar. Eindelijk kwam dan op 21 juni jl. het verlossende produkt. Op een persconferentie in het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond (zie hierna) werd de definitieve lijst openbaar gemaakt. Van het donorprincipe is weinig overgebleven.

 

Namibia wordt weer Namibië en Bayrut krijgt zijn vertrouwde spelling Beiroet terug. Geen verwarring met Bayreuth meer mogelijk! Het ABN is over het algemeen tevreden met de nu aangenomen lijst. Maar er blijven enkele bedenkingen. Zo zijn we niet erg blij met Kenya, Tokyo en Qatar. Waarom niet gewoon Kenia, Tokio en Katar? Saudi-Arabië heeft als hoofdstad Riyad, terwijl we liever Saoedi-Arabië met Riaad hadden gezien. Ingeburgerde spellingen als Rwanda en Hercegovina zijn vervangen door Ruanda en Herzegowina. Van Madagaskar wordt Malagassisch en Malagassiër afgeleid en Male is plotseling niet langer de hoofdstad van de Malediven, maar van de Maldiven. Die stad is toch niet Mal!

De Taalunie zal op zo kort mogelijke termijn verder werken aan een lijst die de namen van andere belangrijke steden en regio's bevat. Wij blijven haar werkzaamheden kritisch volgen.

 

Dr. Marlies Philippa


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken