Skiplinks

  • Hoofdcontent
  • Subnavigatie
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 97 (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 97
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 97Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 97

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 97

(1993)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Neerlandia. Jaargang 97


auteur: [tijdschrift] Neerlandia


bron: Neerlandia. Jaargang 97. Algemeen-Nederlands Verbond, Den Haag / Brussel 1993


verantwoording

inhoudsopgave

doorzoek de hele tekst


downloads

© 2013 dbnl


DBNL vignet


 i.s.m.  logo funder
[p. 179]

Vader van de Vlaamse Beweging
Tweehonderd jaar Jan Frans Willems
door Ada Deprez

De man, die vanaf 1835 de vader van de Vlaamse Beweging zou worden genoemd en van wie de naam tot op heden een bekende klank bleef behouden, werd twee eeuwen geleden, op 11 maart 1793, te Boechout bij Lier geboren. Deze maand, deze dag zelfs betekenden voor het dorp precies de overgang tussen de Oostenrijkse en de Franse tijd.

Hij zou er de oudste van veertien kinderen worden, die onder benarde omstandigheden opgroeiden omdat hun vader, een landmeterexpert, door de Franse machthebbers in 1807 uit zijn ambt werd ontzet wegens onvoldoende kennis van het Frans. Het zou Willems inspireren tot zijn eerste gedicht: het hekeldicht ‘Op den maire en de municipaliteyt van Bouchout’. Hij was veertien jaar oud, en de polemische instelling, waarvan dit werkstuk getuigt, zou hem ook later niet meer verlaten: vooral vóór 1830 kruiste hij herhaalde malen de degens i.v.m. levensbeschouwelijk-principiële of taalbelangen.

Zijn opleiding geschiedde thuis bij zijn vader, en van 1805 tot 1808 te Lier, waar hij naartoe was getrokken om koster te worden (achteraf gezien in volle Franse tijd geen beroep met veel mogelijkheden). Hij leerde er dus enig Latijn, zang en orgelspel en ontwikkelde een krachtige en welluidende stem die hem later uitstekend van pas zou komen bij het leiden en toespreken van grote vergaderingen.

Het meest genoot hij echter van het privé-onderwijs dat de Lierse notabele Georg Ludwig Bergmann, een oud-officier uit het Nassause land (en de latere grootvader van de schrijver Tony Bergmann) thuis zelf aan zijn negen kinderen en aan ‘Suske’ gaf. Hij legde er een stevige basis voor zijn talenkennis: niet alleen Frans, maar ook Nederlands, Engels en Duits, die in het onderwijs en in het sociale omgangsleven nagenoeg niet aan bod kwamen. Hij kreeg er ook en vooral een aantal levensprincipes mee die hem zijn hele leven zouden bijblijven: verdraagzaamheid op religieus gebied, waarbij hij naast het hem vertrouwde katholiek geloof ook begrip leerde koesteren voor afwijkende (in die tijd protestantse) meningen.



illustratie

Geboortehuis van Jan Frans Willems te Boeckhout. Het huis is afgebroken.


Hij kreeg zicht op de Duitse romantische vrijheidsidealen. Hij beleed onverholen zijn liefde voor de moedertaal en nam van de Bergmanns hun dynastische trouw aan de Oranjes over. Hij zou voortaan - na 1830 in de mate van het mogelijke - de eenheid van de Nederlanden nastreven. Zijn verdere opleiding was autodidactisch: op zijn zestiende jaar, in 1809, werd hij notarisklerk te Antwerpen. Hij zocht er contact met een genootschap van jonge onderwijzers, Tot Nut der Jeugd geheten, en ging in hun kring dichten en vertalen en succesrijk meedingen aan poëziewedstrijden. Hij speelde en schreef er ook toneelstukken voor, die bewaard zijn gebleven.

 

Na juni 1815 (Waterloo!) werd hij klerk bij de registratie en vrijwillig hulparchivaris op de zolder van het Antwerpse stadhuis. Hij leerde er de oude taal en de rechtsgebruiken, en aldus werd zijn oog gescherpt voor de adelbrieven van onze oude taal en literatuur. Sociaal gezien geraakte hij na zijn huwelijk in 1818 met een gefortuneerde jonge weduwe opgenomen in de hogere burgerij. Zijn aanstelling tot ontvanger der registratie in 1821 was er het logische gevolg van.

[p. 180]

Literair gezien brak hij door met zijn tweetalige gedicht: Aan de Belgen. Aux Belges (1818), waarin hij opkwam voor het Nederlands als landstaal en voor de Nederlanden als vaderland. Dit polemische werkstuk (met eigenaardig-antiquarische versieringen in de vorm van geleerde voetnoten) maakte hem op slag beroemd (in het Noorden, bij de regering en in de na de Franse tijd schaars overlevende rederijkerskamers en toneelkringen), én berucht (in de sterk verfranst gebleven bourgeoisie en het ambtenarenkorps te Antwerpen). Uit deze polemiek en ook uit de latere bleek dat Willems niet alleen een scherpe en amusante pen en redeneertrant bezat maar dat hij inmiddels ook tot een zelfstandig denkend en handelend Nederlander - en waar het pas gaf ook Zuidnederlander - was uitgegroeid, zowel op het gebied van de godsdienstbeleving in heden en verleden als op het vlak van de algemene, de taalkundige en de literaire geschiedschrijving van Noord en Zuid. Getuige bijv. zijn Verhandeling over de Nederduytsche Taal- en Letterkunde opzigtelijk de Zuydelijke Provintien der Nederlanden (2dln. 1819-1824) en zijn De la langue Belgique. Lettre à M. Sylvain Van de Weyer (1829).

Verandering

Vanaf 1828 verminderde Willems' geloof in de leefbaarheid van de Nederlanden: hij ging zich steeds meer als filoloog en kamergeleerde gedragen en distantieerde zich van de actuele politiek, de gebrekkige toepassing van de taalwetten van 1819 en 1823, het Collegium Philosophicum en wat dies meer zij. Zijn droom van een ideaal staatsbestel, met een vorst, een adel die eendrachtig de troon steunde en beschermde en een loyale en daadkrachtige burgerij en bovenal met één taal en literatuur en liefst ook met een gemeenschappelijk verleden én toekomst, ging teloor: hij zou voortaan oude liederen, spreekwoorden en Middelnederlandse literaire en ambtelijke teksten verzamelen, kopiëren en uitgeven.

De revolutie van 1830 kwam niet totaal onverwacht en bevestigde Willems' sombere voorgevoelens: hij werd financieel zwaar gestraft door zijn overplaatsing in januari 1831 van de grootstad Antwerpen naar het provinciestadje Eeklo en bleek in de Brusselse patriottische regeringskringen totaal in ongenade te zijn gevallen. Toen hij te Brussel ging informeren naar de reden voor deze straf, werd hem slechts geantwoord: ‘cela va de soi’. Toch ging hij na een paar maanden ontreddering door met zijn werk. Reeds in 1834 publiceerde hij bij een kleine plaatselijke drukker een moderne vertaling in verzen van de oude Reinaert de Vos.



illustratie

J.F. Willems (1793-1846)


Men heeft het in verband met de periode na 1830 over een ‘regressiecultuur’ of een ‘bezettingscultuur’ gehad: de Vlaming, die zijn taal niet langer in het officiële leven terugvond en nergens meer aan bod kwam, stelde zich, net als in de eeuwen voor 1815, opnieuw mentaal in op gedweeheid, braafheid, gehoorzaamheid, op zwijgen en op klagen! Niet zo echter Willems: hij riep zijn medestanders in den lande, de schaarse jongere literatoren die verder bleven schrijven en dichten, op om een ‘verbond van weldenkenden’ te stichten, dat taal en cultuur zou blijven beoefenen en bewaren.

Waar dit vanuit Eeklo moeilijk was, zou het des te beter lukken in het centraal gelegen Gent, waar hij in april 1835 administratief in ere werd hersteld. Daartoe was wel een gang naar Canossa nodig geweest, in de vorm van het aanvaarden van het voorzitterschap van een Belgische dichtwedstrijd. Voortaan zou hij te Gent de ‘vader’ van de Vlaamse Beweging worden, en het hoofd van de bewonderaars van het Nederlands: hij legde er de basis voor.

Te Brussel werd hij lid van de ‘Académie’ en vrijwel de enige gezaghebbende vertegenwoordiger van de Vlaamse cultuur. Binnen de staat en de wettelijkheid wenste hij praktisch werk te leveren voor de heropbloei van taal en cultuur. Zo publiceerde hij tal van oude teksten in aparte boekuitgaven en in zijn eigen tijdschrift, het Belgisch Museum (1837-1846). Samen met de Leuvense hoogleraar J.B. David stelde hij een regeling voor de spellinganarchie op. Hij bevorderde de oprichting van tijdschriften, almanakjes en literaire genootschappen. Hij stimuleerde door het doen benoemen van enkele letterkundigen als Rens en Ledeganck tot inspecteurs een beter lager onderwijs en bereikte het onmondige en analfabeet gebleven volk langs orale weg door de opvoering door amateurkringen van toneelstukken, door het inrichten van zangwedstrijden en kooroptredens, door het bevorderen van de solo-zang en het acteren door vrouwen, door het verspreiden van goede en goedkope lectuur en het drukken op losse bladen van Vlaamse liederen als ‘meezingers’ op straten en pleinen. Het sociale taboe op het ‘Vlaams’ werd daardoor langzamerhand weer opgeheven. Na zijn overlijden zou het Willemsfonds (o1851) deze taak overnemen.

 

In het buitenland - in Nederland en Duitsland vooral - was hij voor Conscience de enige bekende Vlaamse literator. In binnen- en buitenland zette hij zich onvoorwaardelijk in voor onze naambe-

[p. 181]

kendheid. Zijn gezondheid leed eronder, zodat hij vanaf 1842 - nog geen vijftig jaar oud - achteruitging. Longfellow, die hem in die tijd te Gent kwam bezoeken beschreef hem als ‘a fat man with spectacles; rather pompous’. Vijf jaar ervoor, in 1837, maakte hij op de jonge Hoffmann von Fallersleben een betere indruk: ‘eine stattliche Gestalt, die gerade Haltung seines Körpers, der Ernst in seinem Gesichte und die ruhige bedächtige Sprache geben ihm eine gewisse Würde, die darauf hindeutet, dass er in der Gesellschaft eine hervorragende Stellung einnehmen müsse.’

In 1846 werd hij na een felle discussie over het Nederlands toneel te Gent, belichaamd door de rederijkerskamer de Fonteine, waarvan hij voorzitter was, op het stadhuis door een beroerte getroffen en overleed in zijn woning op de Zandberg. Hij was drieënvijftig.

Betekenis

Willems' visie en optreden leidde de Vlaamse strijd gedurende de hele negentiende eeuw in culturele banen en hield haar buiten de politiek. Dit werd door opstandigere en ongeduldigere jongeren niet steeds gewaardeerd, maar wellicht gaf het de beweging de tijd om zich inwendig te organiseren en numeriek te consolideren om zo geleidelijk vat te krijgen op een bewust deel van de Vlaamse publieke opinie. Zo is de Vlaamse emancipatie tussen 1835 en 1846 begonnen; zo is Willems zelf niet meer weg te denken uit ons cultureel patrimonium.

Dit alles overwegende is het goed dat een volk, dat vooral een jeugd

illustratie

Jan Frans Willems 1793-1846, Letterkundige Historicus Onthuld door Gemeenschapsminister K. Poma op 27 oktober 1985 Kunstenaar Vik Gentils


een geheugen heeft: met de jaren zijn de verwezenlijkingen van onze ontvoogdingsstrijd immers zo evident geworden dat men wel eens de neiging heeft de moeizame start en de vele offers, die dit alles heeft gevergd, te vergeten.

 

Mw. Deprez is gewoon hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Gent

Naar aanleiding van de 200ste geboortedag van Jan Frans Willems schreef Ada Deprez een brochure die uitgegeven is door de Kredietbank. De brochure is te verkrijgen (afhalen) voor 120 BF bij de Kredietbank, Grote Markt 18, 1000 Brussel of door overmaken (toezending) van 200 BF per exemplaar op rekening 488.60.88288-20 van de Kredietbank met vermelding... ex. Willems.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken