Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 99 (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 99
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 99Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 99

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 99

(1995)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

Agenda

Tentoonstelling
Fiamminghi a Roma 1508-1608

Kunstenaars uit de Nederlanden en het Prinsbisdom Luik te Rome tijdens de renaissance

In de loop van de zestiende eeuw kreeg Rome voor schilders, graveurs en beeldhouwers in de Nederlanden steeds meer aantrekkingskracht. Van Jan Gossaert tot Pieter Breughel en Rubens trokken zij in steeds grotere getale de Alpen over om in Italië kennis te nemen en te leren van de antieke en eigentijdse kunst. Sommigen vonden er tijdelijk emplooi, anderen bleven er de rest van hun leven.

In een periode dat Italië en de Nederlanden de voornaamste schilderscholen waren gaf dat aanleiding tot wederzijdse invloeden. Kwaliteitsverschillen verdwenen en er vond een duidelijke toenadering plaats. Dat alles culmineerde kort na 1600 in het grote succes van Rubens in Rome, die daar de belangrijkste openbare opdracht die toen werd

illustratie

verleend kreeg uit te voeren.

Terwijl de Italianen meesters waren in de anatomie, werden de Nederlanders geacht beter te zijn in het kleurgebruik en de natuurlijke weergave van details, stoffen en het landschap. Met name populair onder de Italianen waren de kleine, sterk gedetailleerde landschappen. Ook vooraanstaande kunstenaars als Girolamo Muziano en Annibale Carracci bekeerden zich tot het genre. Andere bekende schilders als Jacopo Zucchi, Cavalier d'Arpino en Caravaggio lieten zich door de Noorderlingen inspireren om op klein formaat te werken. En dit ondanks het feit dat de Nederlandse kunst aanvankelijk als ‘barbaars’ werd aangemerkt.

 

De tentoonstelling geeft een optimaal beeld van de relaties, concurrentiestrijd en wederzijdse

illustratie

prestaties en invloeden dankzij een significante keuze van schilderijen, tekeningen, prenten, beelden en wandtapijten. Zij bestrijkt precies één eeuw, 1508, wanneer Gossaert als eerste naar Italië trekt, tot 1608, als Rubens ervan terugkeert. In dit overzicht van een eeuw kunst - vooral schilderkunst - wordt getoond hoe ‘Vlamingen’ de Italiaanse cultuur geleidelijk assimileerden maar ook hoe, vanaf het ogenblik dat deze enting heeft plaatsgevonden, een spel van wederzijdse beïnvloeding ontstond en Italiaanse kunstenaars geïnspireerd werden door de schilderijen uit het Noorden.

 

De tentoonstelling is verdeeld in drie periodes: De eerste vijftig jaren, waarin de verschillende stadia van het assimilatieproces belicht worden in de werken van

[pagina 37]
[p. 37]

Jan Gossaert, de Hollander Jan van Scorel en zijn leerlingen Maerten van Heemskerck en Herman Posthumus, de Luikenaar Lambert Lombard en Pieter Breughel.

 

Dan de cruciale jaren rond 1570, wanneer de Vlamingen talrijk aanwezig zijn in Rome. Zij verbleven daar toen niet alleen met artistieke bedoelingen maar ook om de rampzalige politieke toestand (inquisitie en beeldenstorm), die toen in de Zuidelijke Nederlanden heerste, te ontvluchten. Daartoe behoren kunstenaars waarvan het werk in België nog nooit vertoond is, noch is vertegenwoordigd in de musea. Zoals de Antwerpenaar Bartholomeus Spranger, die later de voornaamste hofschilder werd van Rudolf II in Praag, of de Brusselaar Hans Speckaert, die de eerste noorderling was in Rome, waar hij een sleutelrol speelde en na zijn vroegtijdige dood werd opgevolgd door Spranger.

De schilders uit het Noorden die in Rome een ware kolonie vormden, begonnen op hun beurt de Italiaanse kunstenaars te beïnvloeden, waardoor er in dit deel van de tentoonstelling ook enkele Italiaanse werken getoond worden.

 

De overgang van de zestiende naar de zeventiende eeuw. Tijdens deze periode ontstaan in Rome de schilderijen die de nieuwe tendensen van de 17e eeuw aankondigen, zoals de landschappen van Paul Bril, de stillevens van Jan breughel en vooral het werk van Rubens dat het hoogtepunt van de tentoonstelling vormt.

 

De tentoonstelling is het resultaat van een intensieve Nederlands-Vlaamse samenwerking. Nederland en België kwamen allebei met een subsidie van drie ton en leverden beiden een expert op het gebied van Nederlandse én Italiaanse schilderkunst. Zowel prof. Bert Meijer uit Utrecht als prof. Nicole Dacos-Crifò uit Brussel combineren bij wijze van uitzondering de kennis van de twee belangrijkste schilderscholen in de 16e eeuw.



illustratie
Foto 1: Fiamminghi a Roma, Anthonie Blocklandt, Venus et Amor, olieverf op doek, Praag Narodni Galerie
Foto 2: Fiamminghi a Roma, Herman Posthumus, Aanbidding van de herders, tekening, Berlijn, Kupferstichkabinett
Foto 3: Fiamminghi a Roma, P.P. Rubens, Ontwerp voor een plafonschildering van de Galerie Farnese, naar Annibale Carracci, tekening, London, Victoria and Albert Museum, Department of Prints and Drawings


Paleis voor Schone Kunsten, Koningstraat 10, 1000 Brussel. Dagelijks geopend van 10-20 uur, behalve op maandag, 17 april en 1 mei. Prijs: 250 fr, groepen (min. 10 personen) en senioren 200 fr, jongeren en studenten (12-25 jaar) 150 fr, vrije toegang voor kinderen jonger dan 12 jaar. Bereikbaar: de NMBS en de Nederlandse Spoorwegen bieden een gecombineerd trein + toegangsticket. Tot 21 mei.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken