Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 99 (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 99
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 99Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 99

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 99

(1995)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

Literatuur
De drie Corsens van Curaçao
Een taalgebeuren
Freek van Wel

Freek van Wel publiceerde over de Antillen onder andere met Pim Heuvel ‘Met eigen stem. Herkenningspunten in de letterkunde van de Nederlandse Antillen en Aruba,’ Van Gorcum, Assen, 1989.

In het laatste kwartaal van 1994 overleed op Curaçao de laatste van de literair actieve Corsens, Charles Corsen. Gedrieën hebben ze een gevarieerde bijdrage geleverd aan de letterkunde van de Nederlandse Antillen. Joseph Sickman Corsen (1853-1911), musicus van beroep, werd bekend als componist. Zijn Curaçaose walsen worden nog steeds uitgevoerd. Hij leefde en werkte in een periode van hectische ontwikkelingen op het vasteland van Zuid-Amerika, waartegen het leven op het rustige Curaçao arcadisch aandeed. Yolanda en Charles Corsen, kleinkinderen van Jo Corsen, schreven hun verzen aan het einde van het koloniale tijdperk. Van het voormalig pseudo-Arcadië was toen niets meer te bespeuren. Veel van het eigene ging verloren door de komst van duizenden gastarbeiders, die de olie-industrie behoefde. De welvaart die het eiland overstroomde, had zijn verschrikkelijke keerzijde. Ondergang, verderf en dood zijn de voornaamste motieven in het werk van Charles Corsen.

Spaans in pseudo-arcadië

Enkele monumenten op Curaçao herinneren aan de betrokkenheid van de Benedenwindse eilanden bij de gebeurtenissen op het vasteland van Zuid-Amerika. De jonge republieken, die de vice-koninkrijken vervingen, beleefden regerings- en presidentswisselingen als zon en regen in een Hollandse lente. Staatslieden en verjaagde machtswellustelingen vluchtten naar Curaçao, waar ze gunstiger getij afwachtten. De hooggeschoolde ballingen boden zich aan als taalleraar en vestigden scholen op Curaçao waar weldra ook Curaçaoenaars hun kinderen naartoe zonden.

Notas y Letras

Geleidelijk werd het in de betere kringen gewoonte Spaans te spreken. De Spaanse invloed werd nog versterkt doordat zich op het eiland een spaanstalige drukker vestigde, Agustín Bethencourt (1826-1885), een knap vakman, maar ook een cultureel ontwikkeld man die zelf meer dan één muziekinstrument bespeelde. Deze bezigheid bracht hem in contact met Jo Corsen. Toen Bethencourt op zekere dag besloot een letterkundig tijdschrift uit te geven, nam hij twee Curaçaoenaars aan voor de redactie: Ernesto Römer en Jo Corsen. De naam van het tijdschrift was ‘Notas y Letras’. Is de invloed van de Spaanse romantische school in het werk van Corsen merkbaar, gesteld mag worden, dat de ‘Weltschmerz’ een verbintenis aanging met deze romantiek. Jo Corsen vertaalde de rond 1800 als belangrijkste Nederlandse dichter geldende Rhijnvis Feith èn veel gedichten van Willem Bilderdijk.

Atardi

Zijn bekendheid als spaanstalig dichter is een gegeven. De naam van Jo Corsen zou eerder populair zijn gebleven door zijn Curaçaose walsen (een Caraïbische vorm van de Europese wals, met prachtige ingewikkelde maatfiguren), ware het niet dat in de periode vlak na de Tweede Wereldoorlog de jongeren uit de middenklasse warm lie-

[pagina 14]
[p. 14]

pen voor het Papiamentu als volwaardige taal. Zij leerden dat hun coryfee, de componist van hun Curaçaose wals, een spaanstalig dichter Joseph Sickman Corsen, een gedicht ‘Atardi’ (Schemer) had geschreven. Dit werd een geschreven nationaal monument, want dit gedicht in het Papiamentu kwam uit de ziel van Curaçao.

De beide kleinkinderen van Jo Corsen, Charles en Yolanda, groeiden op in de welvaartsgolf van na 1915. Ze werden, naar het economisch inzicht van die jaren, in het Nederlands opgevoed en zouden hun verzen in het Nederlands schrijven.

Het tijdschrift ‘De Stoep’

De Nederlandse huisarts-dichter-schilder Chris Engels, die later de stichter werd van een Curaçaos Museum, richtte samen met de journalist Frits van der Molen het letterkundig tijdschrift ‘De Stoep’ op. De ondertitel luidde ‘Nederlands periodiek’. De oprichters stond voor ogen met dit tijdschrift een thuishaven in het leven te roepen voor alle Nederlandse dichters en schrijvers die door de oorlog van het moederland waren afgesneden.

Verlangen naar een verloren liefde: Yolanda Corsen

In 1944 gebeurde er iets bijzonders. Een kennis van Engels' vrouw Lucilla (dochter van de dirigent van het Curaçaos Philharmonisch orkest en bekend schilderes) kreeg van Camila Corsen, een kleindochter van Jo Corsen, de dichter-componist, een stapeltje gedichten van haar jongere zuster Yolanda te lezen. Chris Engels las mee, en raakte diep onder de indruk.

illustratie
Omslag Brieven van een Curaçaose blinde en andere gedichten van Oda Blinder. Uitgeverij Winants te Heerlen, 1968. Uit Heuvel & Van Wel, Met eigen stem.


De verzen waren weinig vrolijk, maar de taal was die van bronzen klokken. De gedichten spraken van eenzaamheid, van verlatenheid, van verlangen naar een verloren liefde. Uit deze kennismaking groeide een vriendschap met het echtpaar Engels. Chris Engels verzon voor haar een pseudoniem: Oda Blinder.

Dit alles leidde tot een doorbreken van het elitaire uitgangspunt ‘alleen voor Nederlanders’. Oda Blinder werd op die manier een belangrijke persoonlijkheid onder haar eilandgenoten, die haar werk in superlatieven prezen. Oda Blinder had een donkere stem. Ze droeg haar eigen gedichten prachtig voor en ze onthulde daarmee haar stille wereld. Oda Blinder stierf jong. Haar verzameld werk is na haar dood bij Meulenhoff verschenen.

Door Oda Blinder veranderde de koers van ‘De Stoep’. Iedereen die Nederlands schreef was welkom. De jonge eilandbewoners rukten niet met tientallen tegelijk op.

In die na-oorlogse jaren begon onder hen de belangstelling voor het Papiamentu te herleven. De later hoog vereerde dichter in het Papiamentu Pierre Lauffer, de op Curaçao werkzame Surinamer René de Rooij, Tip Marugg, dichter en romanschrijver.

De gedichten uit ‘De Stoepperiode’ van deze laatste zijn later onder redactie van Daphne van Schendel-Labega en Andries van der Wal gebundeld uitgegeven onder de titel ‘Afschuw van licht’.

Verkommering van mens, ding en landschap: Charles Corsen

In dit geheel vormt Marugg de overgang naar de laatste Corsen. Beiden waren vanaf hun

[pagina 15]
[p. 15]


illustratie
Omslag De Stoep Uit: Heuvel & Van Wel, Met eigen stem


jeugd met elkaar bevriend. Anders dan Marugg zocht Charles Corsen een weg in de beeldende kunst. Hij begon zijn loopbaan als fotograaf en schilder. Wellicht onder invloed van deze vriendschap begon hij ook gedichten te schrijven. Net als de verzen van Marugg hebben de gedichten een grote kleurrijkdom en omdat hij ook de muzikaliteit van zijn grootvader geërfd had, is de klank van zijn werk, net als van zijn zuster, muzikaal. Evenals Marugg hanteert hij de vrije versvorm.

Opmerkelijk is ook dat Marugg en Charles Corsen de neiging bezaten, Marugg heeft die trouwens nog, om zich af te zonderen, wat ook de titel verklaart van zijn bundel ‘Afschuw van licht.’ Dat zijn jongere zuster ook gedichten schreef en haar werk in ‘De Stoep’ was verschenen, wist Charles Corsen niet.

Charles Corsen identificeerde zich met de verkommering van mens, ding en landschap. Marugg als blanke zoekt als geboren eenling zijn plaats in een vernegerde samenleving. Beiden hebben bijna dagelijks met de dood te doen. Drie jaar lang voorzag Corsen Engels van kopij. Toen enige jaren na de oorlog Engels besloot de uitgave van ‘De Stoep’ te staken, was het het ruime werkaanbod van Charles Corsen, dat Engels daarvan weerhield, ofschoon de thuishaven functie overbodig geworden was. Even onverwacht als Corsen zijn intrede deed in ‘De Stoep’ stopte hij met het schrijven. Hij ging maar liever schilderen.

De Stichting Culturele Samenwerking in Amsterdam, waar dit besluit bekend werd, bood hem een jaar verblijf in Nederland aan, om zich hier op schilderkunstig terrein te oriënteren. Ofschoon bekend is dat hij als schilder actief was, is er in geen enkele collectie een schilderij van hem te vinden. Alleen familieleden bezitten een enkel stuk. Bekenden uit zijn kring veronderstellen dat Corsen gegrepen werd door het medium televisie, waar hij een arbeidsveld vond voor zijn brede artistieke aanleg.

Ook van Charles Corsen hebben Daphne van Schendel-Labega en Andries van der Wal de gedichten uit De Stoepperiode gebundeld uitgegeven. Een dringend verzoek om later werk wees hij af met verwijzing naar een schoenendoos onder zijn bed, die na zijn overlijden mocht worden leeggehaald.

Een taalgebeuren

Binnen drie generaties in één familie vertoont zich de wisseling van belangstelling voor één taal. Het Spaans verloor, het Nederlands zette aan, het Papiamentu werd als een volwaardige taal aanvaard en streed met het Nederlands om de voorrang.

De romans verschijnen nu in het Nederlands. Onder de dichters van Curaçao bestaat echter een voorkeur voor het Papiamentu. Geen wonder, want het Papiamentu is niet alleen klankrijk, maar is ook van oudsher de taal van de intimiteit. En gedichten zijn nu eenmaal produkten van intieme beleving.

[pagina 16]
[p. 16]
Atardi
 
Ta pakiko, mi no sa:
 
Ma esta tristu mi ta bira,
 
Tur atardi ku mi mira
 
Solo baha den laman.
 
 
 
Talbes ta un presintimentu.
 
O ta un recuerdo kisas;
 
Podise n' ta nada mas
 
Ku un kos di temperamentu.
Schemer
 
Het wordt mij droef te moede,
 
al weet ik niet waarom.
 
Ik zie de zon verbloeden
 
diep aan de horizon
 
 
 
Spreekt hier een voorgevoelen
 
verward en onbestemd,
 
of slechts een niet vermoede
 
zwakheid van temperament?
 
 
 
Joseph Sickman Corsen (1855-1911)
 
(vertaling van Cola Debrot)
 
(inleidende strophen)
Nederland
 
je gezicht is mij nog onbekend;
 
je bloeiende lippen,
 
je warme blik,
 
je gele wangen,
 
je koude lach
 
zijn dingen die ik nimmer zag,
 
die ik tot nog toe nog niet ken;
 
wel weet mijn polsslag -
 
door je hart -
 
dat ik in je schoot zeer welkom ben.
 
 
 
Oda Blinder (1918-1969)
 
(uit: Pim Heuvel & Freek van Wel, Met eigen stem, Herkenningspunten in de letterkunde van de Nederlandse Antillen en Aruba, Van Gorcum, Assen, 1989
Curaçao
 
Kraterige rotsenblok,
 
schuur mijn lichaam open,
 
laat mijn vurig schildersbloed
 
je verlangen dopen.
 
Kerf maar wonden in mijn handen,
 
bijt in mij met cactustanden,
 
maar als ik later slapen moet,
 
dek me toe met je steen'ge rok.
 
 
 
Charles Corsen (1927-1994)
 
(uit: Heuvel & Van Wel, Met eigen stem)
Op een bank in het park
 
Lang zat ze op de bank in het park
 
en wachtte -
 
de zon kwam op;
 
de wind waaide zwarte vlinders
 
tussen knekels van een hond.
 
Een schrale kip
 
bond een worm een strik om de hals;
 
een vogel viel uit
 
hel hoog en vals
 
met dubbele trillers
 
van vergane rijkdom;
 
en toch zat ze daar op de bank in het park
 
en wachtte -
 
de sterren spraken mijn naam,
 
de grond werd vochtig,
 
tezaam met dauw en morgenwind
 
sprongen de vliegen
 
uit de moerassen
 
van de dromen op,
 
ze dansten
 
(de vlinders vormden allang een krans)
 
mijn smarten uit
 
voor de nacht
 
de zon nam hun bedden
 
en deed hen vergeten
 
dat na de zon
 
nog een zon
 
van een zon zal schrijnen
 
maar tussen dit hels en hemels lawaai
 
steeds zat ze op de bank in het park
 
en wachtte. -


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Freek van Wel

  • Charles Corsen

  • Oda Blinder

  • J.S. Corsen


vertalers

  • Cola Debrot


landen

  • over Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk