Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 101 (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 101
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 101Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 101

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 101

(1997)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 28]
[p. 28]

Leefmilieu
Grensoverschrijdend natuurbehoud
◼ Karolien Bracke
Moeilijk, maar steeds meer

Gezamenlijke Nederlands-Vlaamse zorg voor grensoverschrijdende natuurgebieden staat nog in de kinderschoenen, maar bestaat.

Johan Vandewalle, beleidsmedewerker bij Bond Beter Leefmilieu, leidt de discussie in met achtergrondinformatie over grensoverschrijdend natuurbeheer, en zit de sessie voor.

 

Het inzicht dat natuur gebonden is aan geologische en hydrologische systemen, die niet ophouden bij de grenzen, heeft ertoe geleid dat in de Nederlands-Vlaamse grensstreek op verschillende plaatsen aan gemeenschappelijk beheer wordt gedaan. Dat is niet altijd zo geweest: tot 1985 was er nauwelijks samenwerking voor natuur- en landschapsbehoud in de grensstreek, noch door de overheden, noch door de niet-gouvernementele milieu- en natuurorganisaties. Er was enkel een overeenkomst voor de brandbestrijding op de Kalmthoutse Heide.

De regionalisering in België zorgde in 1985 voor een nieuw elan bij de, voortaan, Vlaamse overheid. In de Groene Hoofdstructuur (te vergelijken met de Nederlandse Ecologische Hoofdstructuur, maar dan zonder juridische basis) werd summier aandacht besteed aan de grensoverschrijdende natuurgebieden. Ondertussen begonnen de terreinbeherende particuliere organisaties samen te werken. Aankoop van de natuurgebieden is de zekerste manier om natuur veilig te stellen, zo vinden zij. De Nederlandse Vereniging Natuurmonumenten en de Vlaamse Natuurreservaten vzw stelden een gezamenlijk integraal beheersplan op voor het grensoverschrijdende natuurgebied Hageven - Plateaux (in Neerpelt, Lommel, Valkenswaard en Bergeyk), dat zij in eigendom hebben. Het gebied heeft o.m. een 300 hectare groot grensoverschrijdend begrazingsblok

illustratie

met Galloway-koeien en twintig IJslandse pony's. Begin 1996 kochten de beide organisaties samen het domein Altenbroek in de Voerstreek. Ook voor dit gebied wordt een integraal beheersplan uitgewerkt.

Nederlandse en Vlaamse overheid

De overheden richtten het Grensoverschrijdende Landschapspark De Zoom - Kalmthoutse Heide op. Het doel is één beheersplan uit te werken voor een gebied dat vele malen groter is dan het bestaande Belgische Staatsnatuurreservaat op de Kalmthoutse Heide. De initiatiefnemers zijn Staatsbosbeheer en de afdelingen Natuur en Bos en Groen van AMINAL. De samenwerking verloopt vlot, ook de overheden doen eraan mee, maar de niet-gouvernementele organisaties worden niet intensief betrokken bij het samenstellen van het beheersplan.

De overheden werken ook samen voor voor het gebied aan de Grensmaas en voor het Schelde-estuarium. Het Grensmaasproject voorziet in meer ruimte voor de rivier. Op 22 mei 1995 werd een protocol gesloten tussen Belgische en Nederlandse natuur- en milieuverenigingen en Staatsbosbeheer. In het Schelde-estuarium zijn al lang terreinbeherende niet-gouvernementele organisaties actief; ook natuuroverheden beheren delen van de getijdengebieden.

Bij de uitvoering van het Sigmaplan (een waterkeringsplan

[pagina 29]
[p. 29]


illustratie

voor de haven van Antwerpen) speelt sinds enige tijd, naast de veiligheidsfunctie, ook de natuurfunctie een rol. Een project gefinancierd door de EU maakt natuurontwikkelingsprojecten mogelijk langs de Westerschelde, aan de beide zijden van de grens. Als een gevolg van het Scheldeconvenant, dat werd afgesloten tussen de Vlaamse minister van Openbare Werken, de Vlaamse Administratie Waterwegen en Zeewegen en verschillende natuur- en milieuverenigingen, is er regelmatig overleg, o.m. over natuurherstel- en ontwikkelingsplannen. Daardoor wordt er een natuurherstelplan voor de Vlaamse Zeeschelde uitgewerkt, naast het herstelplan voor de Nederlandse Westerschelde. Het laatste herstelplan is opgenomen in het verdrag dat Nederland en Vlaanderen op 17 januari 1995 tekenden. Ook lokale overheden werken samen. De gemeenten Ossendrecht, Woensdrecht, Putte, Reimerswaal en Huybergen en Antwerpen en Stabroek hebben plannen om een grensoverschrijdend landschapspark ‘Overgang tussen Polder en Kempen’ uit te werken. Het moet een integraal beschermings- en ontwikkelingsproject worden voor het gebied ten noorden van de Antwerpse haven. Dit project vordert echter langzaam, en de terreinbeherende niet-gouvernementele organisaties zijn er niet bij betrokken.

De projecten waar overheden en niet-gouvernementele organisaties samenwerken, boeken vooruitgang, zo eindigt Johan Vandewalle.

Beneluxacties

Ook de Benelux Economische Unie is betrokken bij grensoverschrijdende natuurprojecten, stelt L.D. van den Berg van de BEU. In de jaren zeventig werd het duidelijk dat de ontsluiting van de grensgebieden de aantasting van het vele groen in de grensgebieden met zich mee zou brengen. De BEU heeft in 1975 de natuurbescherming als taak in de internationale samenwerking geïntroduceerd. In 1982 was er een eerste instrument, nl. een inventarisatie van een vijftiental waardevolle gebieden. Het opstellen van een beheers- en inrichtingsplan is geen sinecure: er zijn veel betrokken partijen. Er is altijd een studiefase nodig voor er met het dagelijkse beheer wordt gestart.

De BEU kan niets opleggen aan de lagere overheden. Zo zie je niet meteen de vertaling van de Benelux Structuurschetsen in de landelijke ruimtelijke planning. De BEU is echter van mening dat de diverse actoren zelf de noodzaak aan ruimtelijke planning of natuurbeheer moeten inzien. Het maatschappelijke proces komt vanuit de basis. De BEU biedt een kader waarbinnen gemeenten en andere partijen afspraken kunnen maken. De eerste Benelux Globale Structuurschets had het karakter van een aanbeveling, maar het was toch vanwege die Schets dat de Logistieke Parken Zandvliet en Ossendrecht er niet kwamen.

De Tweede Benelux Globale Structuurschets wordt hoogstwaarschijnlijk in 1997 goedgekeurd. De Schets biedt een kader voor de ruimtelijke planning van verkeer en vervoer, economie en natuur. Er komt een actieprogramma gericht op de grensstreken, om de basis ertoe te bewegen de Schets op lokaal niveau in te vullen. Dat is het principe van de subsidiariteit: de hogere overheid moet zich niet inlaten met wat de lagere overheden kunnen uitvoeren.

Daar waar nodig zitten dwarsverbindingen tussen de Tweede Benelux Globale Structuurschets en het Structuurplan Vlaanderen.

Het Beheers- en Inrichtingsplan voor de Kalmthoutse Heide wordt door sommigen als een niet echt haalbaar streefplan beschouwd. Zou het streefplan in wetten of decreten worden gegoten, dan zouden er felle reacties komen. Er moet altijd rekening gehouden worden met de bestaande toestand en met de betrokken partijen. De eigenaars b.v. houden van het gebied, maar men kan ze niets opleggen, men moet hen ‘bewerken’ met informatie, om hen tot samenwerken aan natuurbehoud aan te zetten. De natuurverenigingen willen zich doorgaans niet neerleggen bij minimale randvoorwaarden, maar gaan eerder uit van een streefplan.

De deelnemers aan het gesprek kennen ook voorbeelden van niet-samenwerking. In het gebied De Maatjes (Kalmt-

[pagina 30]
[p. 30]


illustratie

hout-Zundert) werd een dam gemaakt om het rietmoeras te beschermen tegen vervuiling uit Vlaanderen, maar zo dreigde het rietmoeras droog te komen staan, en dat in een natuurreservaat...

Lokale overheden en landbouwers

Men is het erover eens dat het initiatief nu aan de lokale overheden is. Dat betekent dat er geldstromen nodig zijn voor het natuurbeheer. Ook het maatschappelijke draagvlak is een cruciale factor, waarin moet worden geïnvesteerd.

W.R. Ligtvoet, die zowel namens de gemeente Ossendrecht als namens het Brabants Landschap in de zaal zit, is van mening dat organisaties eigenaar van een natuurgebied moeten worden, willen ze een goed beheer garanderen. Zo kunnen ze de omgeving dwingen tot een bepaald beleid, b.v. door het dossier te blokkeren als de gemeente een natuurbedreigende bestemming voor het gebied wil realiseren. Het Brabants Landschap beveiligt natuurgebieden door ze te kopen van b.v. families. Op die manier wordt verhinderd dat de gebieden verdeeld worden onder de kinderen, en dus versnipperd raken.

De aanwezigen zijn het erover eens dat de landbouwers meer ingeschakeld moeten worden in het natuurbeheer. Traditioneel wordt de landbouw als tegenstander van het natuurbeheer beschouwd. Men kan echter de landbouwers vragen om de eigen terreinen te beheren; daardoor worden de beheerskosten verminderd, en het draagvlak bij agrariërs vergroot. Daarvoor zijn wel subsidies voor extensieve landbouw nodig: immers, in de landbouw worden investeringen pas rendabel bij een hoge productie, terwijl die weer natuurbedreigend is. Alhoewel er ook landbouwers zijn die zelf bij natuurverenigingen aankloppen met de vraag hun gronden te kopen.

Verschillend beleid

Er zouden meer natuurgebieden in gemeenschappelijk Nederlands-Vlaams eigendom moeten komen. In Nederland zijn de budgetten voor aankoop en beheer veel groter dan in Vlaanderen. In Vlaanderen wordt bovendien het aankoopbeleid gehinderd door administratieve procedures. Het is het (federale) ministerie van Financiën dat uiteindelijk over de aankoop en de aankoopprijs beslist. Het kan dus wel eens mis gaan als de Vlaamse Gemeenschap een natuurgebied wil kopen, en een schatter van de federale overheid moet worden ingeschakeld. De waarde van de grond verschilt naargelang de functie ervan, en de schatters hebben nog maar weinig ervaring met de prijs van gronden die als natuurgebied waardevol zijn - ze baseren zich op de waarde van de grond die door de overheid wordt gekocht voor wegenbouw of voor ruilverkaveling. De prijs wordt dan te hoog of te laag gelegd, of de procedure duurt te lang, waardoor de eigenaar afhaakt of zijn grond aan een andere gegadigde verkoopt. Door deze complexe procedure is het al voorgevallen dat het budget dat de Vlaamse overheid beschikbaar had voor een bepaald jaar, gewoon niet werd opgebruikt.

Verschillen in terminologie en beleid vormen steeds een handicap voor een goede afstemming. De Vlaamse en Nederlandse natuuroverheden zijn zeer verschillend georganiseerd. Ook de provincies werken verschillend; in Nederland hebben de provincies meer bevoegdheden en meer middelen, en zijn ze als bestuursinstellingen ook veel bekender bij het publiek. De Waterschappen in Nederland hebben andere bevoegdheden en een andere organisatie dan de Polders en Wateringen in Vlaanderen. In Nederland hebben de boeren via de Waterschappen invloed op de waterstand; in Vlaanderen beheren zij de waterstand door hun positie in de Polders en de Wateringen.

Besluiten en aanbevelingen

Zowel de overheden als de niet-gouvernementele organisaties doen aan grensoverschrijdend natuurbeheer. Het is wenselijk dat overheden en niet-gouvernementele terreinbeherende organisaties samenwerken. De particuliere organisaties kunnen een belangrijke inbreng hebben, omdat zij de natuurgebieden goed kennen.

Er is meer geld nodig voor grensoverschrijdend natuurbehoud, vooral in Vlaanderen, en de lokale overheden moeten een rol gaan spelen in het grensoverschrijdende natuurbeheer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken