Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 105 (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 105
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 105Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 105

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 105

(2001)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]

Brieven
Met gemengde gevoelens
Ingezonden brieven aan Neerlandia

Fiets of rijwiel

Om aan te knopen bij het artikel ‘Hoe sterk is de eenzame fietser?’ (Neerlandia 2000/4, p. 18-20) stel ik me even op het standpunt van de Nederlandse, respectievelijk Belgische verkeersregelgever. In de Nederlandse verkeerswetgeving werden tot voor kort de termen rijwiel en fiets door elkaar gebruikt. Dit kon twijfel zaaien omdat erdoor de gedachte wordt opgeroepen aan een nuance in betekenis tussen beide termen, terwijl ze precies hetzelfde betekenen. Met die dubbelzinnigheid werd afgerekend door artikel 140 van het vroegere Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV 1966). Het bepaalt: overal waar staat rijwiel of rijwiel met hulpmotor wordt onafscheidelijk gelezen: fiets, bromfiets. Het woord rijwiel is daarmede uit het officiële Nederlands verdwenen.

In Nederlandse verkeersregelingen wordt onder de term fiets verstaan een voertuig op twee, drie of vier wielen. Wordt in het Voertuigreglement slechts een enkele van de drie soorten bedoeld, dan behelpt met zich met de volgende uitdrukkingen: ofwel fiets op twee wielen, tweewielige fiets, ofwel fiets op meer dan twee wielen als verwezen wordt naar voertuigen met trappers uit het precybernetische tijdperk.

Het Belgische wegverkeersreglement is vertaald uit het Frans. In de Franse versie wordt gewerkt met de soortnaam cycle, die terug te vinden is in de eigennamen biCYCLEtte (bi = twee), triCYCLE (tri = drie), quadriCYCLE (quadri = vier). Als in bepalingen en voorschriften het woord cycle staat, dan gelden die voor de drie soorten. De vertaler heeft de Nederlandse terminologie ter zake willen plooien naar het Franse model. Hij heeft die terminologische moeilijkheid als volgt ‘opgelost’: cycle = rijwiel, bicyclette = fiets (dus alleen tweewielig), tricycle = driewieler, quadricycle = vierwieler. Een driewieler is dus geen fiets, maar een rijwiel. Maar toch: een fiets (aldus het reglement) kan ook driewielig zijn, als hij bromt.

Krachtens deze ‘oplossing’ blijven niet alleen de twee termen rijwiel en fiets naast elkaar in gebruik, maar tussen beide wordt ex cathedra een begripsschakering ingevoerd die ze nooit gehad hebben, namelijk dat een met de benen aangedreven voertuig op drie of vier wielen geen fiets is (behalve als het bromt), maar een rijwiel. Ik zou zeggen: Vlaanderen heeft de termen fiets en bromfiets uit Nederland ingevoerd, en wie a zegt moet ook b zeggen.

Frans Vanhooff, Sint-Pieters-Woluwe

Bij mij viel het kwintje...!

Naar aanleiding van het (zeer leerzame) artikel van mevrouw Ruijsendaal over de munten in Europa (Neerlandia 2000/3, p. 30-32): alternatief voor het twintig centstuk van de euro; geen ‘kwartje’ meer maar (ei van Columbus): kwintje!, van quint, een vijfde deel van honderd.

Jacob Grit, Delft

Dewinter in ‘Buitenhof’

In Neerlandia 2000/4 verschenen drie artikels over Filip Dewinter in ‘Buitenhof’. De eerste auteur weet o.a. ‘met welke bedoelingen Dewinter duidelijk naar de studio gekomen is.’ Hij schrijft over ‘de populist’, over diens ‘grove veralgemeningen’, over ‘zijn leugens en halve waarheden’, over ‘Dewinter en zijn soortgenoten’, over het ‘schitterende werk van Johan Leman’.

Weken, bijna maandenlang, voorbereidend op de verkiezingen, hebben de media en veel politiekers in België ons elke dag overstelpt met dergelijke taal. Altijd even stereotiep, vooringenomen, beoordelend, oppervlakkig, oneerlijk. Vaak triviaal. In de eerste kolom van het laatste artikel volgt de auteur het gebeuren in ‘Buitenhof’ en in het journaal zeer uiterlijk observerend. Zo heeft de schrijver bijvoorbeeld niet gemerkt dat het boek Mijn Vader van Rudolf Hess dat Dewinter volgens de auteur op de heenreis naar Amsterdam ‘blijkbaar gelezen had’, in het opengebroken raam van de wagen bovenop het glas lag (gelegd ten behoeve van de media?!).

Ik zoek in de drie artikels meer, veel meer. Neerlandia is toch geen oppervlakkig sensatieblad als de zovele andere? Ik vind geen kritisch doorlichten, geen dieper ingaan op de kern van het probleem, geen peilen naar oorzaken en gronden, geen dieper, juister inzicht in het fenomeen Vlaams Blok en Dewinter. Ik zocht bijvoorbeeld eens iets over de typisch kordate Nederlandse aanpak in het immigratiebeleid, met voorwaarden tot asiel en integratie, en een verplicht inburgeringstraject, en hoe er in België nog altijd geen ‘aanpak’ is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken