Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1965 (1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1965
Afbeelding van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1965Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1965

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandica extra Muros. Jaargang 1965

(1965)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bijzondere prestaties van onze docenten

De collega's zullen het kunnen billijken, indien hun dagelijkse trouwe werk in ons blad in het algemeen onvermeld moet blijven. Dit zou van ca. 140 docenten een boekdeel vullen. Er kunnen hier dus slechts enkele uitschieters of bijzonderheden, die ons al of niet toevallig ter ore kwamen worden opgetekend.

 

Als zodanig mogen de ons op verzoek van Prof. Schmitt door Drs. J.P. Ponten op 15 juni j.l. toegezonden beschrijving van de Nederlandse weken te Marburg en daarbij aansluitende res gestae gelden, die wij hier laten volgen:

[pagina 13]
[p. 13]
‘Het hoogtepunt van het ijveren voor de Nederlandse zaak vormden in dit jaar wel de Nederlandse Weken, die van 12 t/m 30 november 1963 in Marburg werden gehouden. Deze waren door de Volksuniversiteit van Marburg in samenwerking met de Afdeling Pers- en Culturele Zaken der Nederlandse Ambassade te Bonn georganiseerd en werden druk bezocht.
Een woord van lof en hoogste waardering is hier wel op zijn plaats, daar men er o.a. in geslaagd is in de loop van deze weken een aantal vooraanstaande sprekers naar Marburg te laten komen, wat uit namen als Godfried Bomans, Willem Erzinck, Ir. W.G. van de Erven, Dr. H.L.C. Jaffé, J.S.J. Kempen, Jan Miechels en Prof. dr. L.E. Schmitt wel blijkt.
Vooral de voordracht van Prof. Schmitt, die de Nederlandse taal en literatuur behandelde, dient hier vermeld te worden, Spreker toonde aan de hand van lichtbeelden, die veelal aan het materiaal van zijn instituut ontleend waren, de rol der Nederlandse Taal en Literatuur in Europees verband aan. Zelfs de Nederlandse toehoorder kreeg door de diachronische en synchronische overzichten, die in dit verband werden gegeven, een nog dieper inzicht in de culturele betekenis van zijn moedertaal. Hoeveel te meer moet dit de Duitse toehoorders dan wel overtuigd hebben van de belangrijke rol, die de Nederlandse taal en literatuur eens gespeeld heeft, een overtuiging, die het uitgangspunt voor een daadwerkelijke studie van deze taal en literatuur kan gaan vormen.
Behalve deze serie voordrachten werden er tijdens de Nederlandse Weken in totaal acht tentoonstellingen gehouden, die van meer algemene zoals “Die Niederlande-Land und Leute” en “Bücher aus und über Holland” tot artistiek zeer hoogstaande varieerden. In dit verband dienen de tentoonstellingen “Wer war Rembrandt”, “Rembrandt-Radierungen”, “Moderne Maler aus dem Gelderland” en “Moderne Niederländische Graphik” vermeld te worden.
Op muzikaal gebied zorgde het Danzi-Quintett uit Amsterdam voor een waardige vertegenwoordiging van Nederland. Dit waren slechts de voornaamste punten uit het programma, dat daarnaast nog zeer vele interessante en attractieve onderdelen omvatte. We zouden hier slechts, om een greep te doen, de “Geselliger Nachmittag mit holländischem Käse”, die onder leiding van Mej. Scholz uit Aken stond, en de vele Nederlandse films, die getoond werden, kunnen vermelden.
Ook werden er in de loop van het jaar in Marburg voordrachten door Nederlands sprekende hoogleraren gehouden.
Prof. Dr. H. Draye (Leuven) hield twee gastcolleges t.w. één over de taalgrens in het Westen en één over het Hoger Onderwijs in België. Prof. Dr. W. Pée (Gent) sprak in Marburg over de geschiedenis en de ontwikkeling van het Algemeen Beschaafd in Vlaanderen.
Deze voordrachten werden door het Forschungsinstitut für Deutsche Sprache in samenwerking met het Germanistische Seminar te Marburg georganiseerd’.

Van 16 tot 25 september 1964 organiseerde de ‘Niederländische Abteilung des Germanistischen Instituts’ en het ‘Forschungsinstitut für Deutsche Sprache, Deutscher Sprachatlas’, Marburg een excursie naar Nederland en België, tijdens welke o.a. het Openluchtmuseum te Arnhem, ‘De Hoge Veluwe’, de dom te Utrecht, het Muiderslot, het Dialectenbureau, Stedelijk- en Rijksmuseum te Amsterdam, het Frans Hals-museum te Haarlem, Mauritshuis en Ridderzaal te Den Haag, Delft, de Rotterdamse haven, het Plantijn-Moretus museum en Rubenshuis te Antwerpen, de bezienswaardigheden van Gent, Brussel, Leuven en Maastricht en ten slotte het geboortedorp van Henric van Veldeke Spalbeek werden bezocht. Een ontvangst op de Nederlandse Ambassade door Drs. E.J. Korthals Altes en de heer J.P.J. kempen, die het programma hadden voorbereid, besloot deze leerzame tocht.

 

De belangstelling voor het Nederlands blijkt in een zuidelijk gelegen universiteit als die te Freiburg im Breisgau groter dan men misschien verwachten zou.

[pagina 14]
[p. 14]

Lic. J.L. de Meester meldt, dat er zich voor zijn drie taalcursussen, lectuuroefening en inleiding in het Middelnederlands tezamen, in het wintersemester 1964-'65 38 studenten aanmeldden, voor het zomersemester staat er een Vondeloefening en een college in Nederlandse cultuurgeschiedenis op het programma, tezamen 11 uur per week.

 

Drs. L. Ross (Munster) zond ons een door hem uitgewerkte literatuurlijst voor 6 semesters die voor de amateur-neerlandisten als leidraad, voor de vakstudenten als plichttaak en voor hem zelf als programma bedoeld is. Ook hij schijnt niet over gebrek aan belangstelling te klagen te hebben. Hij laat soms op het uur van zijn literatuurcursus gastsprekers optreden. Zo Drs. K.G. Lemstra, assistent van Prof. Stuiveling, over ‘Oude literaire tijdschriften in Nederland, 1680-1740’ en Drs. A. Kraak, assistent van Prof. Hellinga, over de theorieën van Chomsky en haar toepasbaarheid op de moderne Nederlandse taalwetenschap. De Heer Kraak maakte bovendien een weekeindexcursie naar het Universitätslandheim Rothenberge mee, waar hij aan twee gedichten van Marsman en Achterberg de methode van moderne tekstinterpretatie demonstreerde.

 

De Heer A.J.M. Wethlij (voorh. Marburg, thans Lund, Gotenburg) liet ons weten, dat hij op 10.7.1964 te Nijmegen zijn doctoraal examen in de Nederlandse Taal- en Letterkunde cum laude had afgelegd.

Onze hartelijke gelukwensen!

 

Drs. P.J. Meertens, Directeur van het Nederlands Dialectenbureau te Amsterdam schreef ons in april 1964 omtrent een bezoek aan de Universiteit te Leipzig, waar hij in december 1963 enige lezingen heeft gehouden, en zijn kennismaking met Dr. K.R.G. Worgt, die kort daarop als gastdocent voor een half jaar naar Finland vertrok:

‘U kent Dr. Worgt waarschijnlijk en weet dat hij zelf uitstekend Nederlands spreekt en schrijft. Het was een verrassing voor mij, te constateren dat ook zijn studenten, ongeveer een twintigtal, zulke vorderingen hebben gemaakt in onze taal. Ik heb met hen hele gesprekken gevoerd in het Nederlands, en bemerkte daarbij dat zij niet alleen een degelijke kennis bezitten van de taal, maar dat ook onze literatuur en cultuur hen niet vreemd is. Ik heb aan andere Duitse universiteiten wel eens andere ervaringen opgedaan.’

In het vorige nummer van ons blad deelden wij reeds iets mee omtrent de pogingen van Prof. Dr. E. Krispijn van de Universiteit van Pennsylvania te Philadelphia het Nederlands in de Modern Language Association een volwaardige ‘group’-status te bezorgen. Hij stelde zich hiertoe in verbinding met de Nederlandse Ambassade te Washington en zocht, als opvolger van Prof. S.L. Flaxman als ‘discussion leader’ van de ‘Netherlandic Conference’ van de eind december te Washington te houden M.L.A. meeting, in een schrijven van 24.8.1964 de steun van een aantal vooraanstaande collega's. In januari j.l. berichtte Prof. Krispijn ons, dat de ‘Executive Council’ van de M.L.A. door onvoorziene omstandigheden betreffende de door hem ingediende petitie nog geen beslissing had genomen. Deze zou nu waarschijnlijk einde maart vallen. Wel aanvaardde de conferentie echter een plan om gezamenlijk een lijst op te stellen van ‘worthwhile research problems and projects in Netherlandic studies’ met bibliografische gegevens betreffende in de V.S. beschikbare bronnen.

 

Prof. em. Dr. Sumitaka Asakura (Tokio), die ons i.d.t. een aantal van zijn werken voor de Centrale Verzameling schonk, waaronder een beknopt Nederlands-Japans woordenboek van zijn hand, berichtte ons, dat hij reeds geruime tijd met een omvangrijker woordenboek bezig is. Daar zulk een object voor een Japanse uitgever niet zo aantrekkelijk is, verzochten wij Prof. Asakura om nadere inlichtingen en boden hem aan t.z.t. naar middelen en wegen te zoeken om deze publicatie mogelijk te maken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken