Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971
Afbeelding van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971

(1971)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]

Van de IVN

De namen van de IVN. Deze subtitel is geen verschrijving: onze vereniging heeft meer dan één naam. Allereerst de afkorting ivn, die we zoveel gebruiken, niet alleen voor het gemak, maar ook om de eigenlijke naam een beetje te maskeren, of te verbloemen, wat U wilt. De leden die op de oprichtingsvergadering waren of zich herinneren wat er in het vorige nummer van N.e.M. stond, weten dat we begonnen zijn zonder onze naam definitief te hebben vastgesteld, althans zonder positie te hebben gekozen inzake de d in ne(d)erlandistiek.

Een ruime meerderheid van de aanwezigen bij de oprichtingsvergadering was vóór die d, die nu eenmaal tot de tradities van de Werkcommissie behoorde, maar het feit dat de intramurale neerlandici meestal geen nederlandisten willen heten, deed ons een beslissing uitstellen en naar een commissie verwijzen.

Hoe deze zaak zich intramuraal precies ontwikkeld heeft, zou interessant zijn om te vertellen, maar het zou werkelijk te lang worden om dit helemaal uit de doeken te doen. Heel in het kort is het zó, dat prof. Heeroma begonnen is de termen nederlandist en nederlandistiek te gebruiken (het moet in de jaren '50 geweest zijn). Een verantwoording van deze terminologie is te vinden in een brief aan de organisatoren van het Eerste Colloquium dd. 10.8.1961, gepubliceerd in het Verslag van het Eerste Colloquium. De argumentatie komt er m.b.t. neerlandicus op neer, dat Heeroma zowel van de ‘Wien Neêrlands bloed’-associatie in de kop, als van het potjeslatijn in de staart af wilde. Iemand die deze innovaties als een ‘verwerpelijk heeromatisme’ beschouwde, was prof. van Haeringen. Hij heeft hiervan meermalen schriftelijk blijk gegeven; voorzover wij konden nagaan in: Nieuwe Taalgids 60, 137; N.Tg. 61, 404-406; N.Tg. 62, 226-227 en N.Tg. 62, 396 en 397-398. En in de praktijk bleek dat vele intramurale vakgenoten het met hem eens waren.

De hierboven genoemde commissie nu werd in al de beperktheid van haar omvang toch zo breed mogelijk samengesteld, nl. uit prof. Heeroma en prof. Zaalberg, een verklaard tegenstander van de d. (Het ging in onze naam nl. alleen om een d; de uitgang van neerlandicus/-ist speelde geen rol). Het eindvoorstel van deze commissie was een ingenieus compromis: de naam wordt ‘Internationale Vereniging voor Nederlandistiek’, maar ieder lid van de vereniging of scribent in N.e.M. is volkomen vrij om - afgezien van deze officiële naam - de vormen neerlandicus, neerlandist en neerlandistiek te bezigen, terwijl wordt aanbevolen de vereniging zoveel mogelijk als IVN aan te duiden. Na ampel beraad in het dagelijks bestuur, waar de voorkeuren ook ver-

[pagina 3]
[p. 3]

schillend bleken, werd het commissievoorstel aan de overige bestuursleden voorgelegd. Toen die akkoord gingen, werd de naam vastgesteld.

Dan was er nog de Engelse naam. De prepositie in het oorspronkelijk voorgestelde ‘International Association of Netherlandic Studies’ werd op aanbeveling van Engelstalige collega's al direct gewijzigd in for, maar Netherlandic gaf meer problemen. Deze term was - o ironie - afkomstig van prof. van Haeringen, die hem gelanceerd had in de titel van zijn boek Netherlandic Language Research (1e druk 1954). Hij was er echter inmiddels van teruggekomen (zie N.Tg. 62, 396). We vonden dat de collega's in het Engelse taalgebied hier de voornaamste stem in het kapittel moesten hebben en raadpleegden dus vertegenwoordigers van Engeland, Zuid-Afrika, Australië, de Verenigde Staten en Canada. De eerste drie spraken zich duidelijk uit tégen Netherlandic en vóór Dutch, de Amerikaanse voorkeur was toen N.e.M.-15 ter perse ging nog niet geheel duidelijk, maar bleek achteraf dezelfde te zijn; alleen prof. Breugelmans in Canada was sterk geporteerd voor Netherlandic.

De argumentatie van de Engelstaligen was dat Dutch nu eenmaal het woord was dat de Engelse spraakmakende gemeente gebruikt, terwijl Netherlandic als een barbarisme, of hoogstens als een technische term wordt ervaren. Collega Breugelmans, en een enkele andere Vlaming, stelden hier tegenover dat Dutch de associatie oproept met de taal van Nederland in geografische zin, terwijl Netherlandic het hele Nederlandse taalgebied zou aanduiden. Hoewel het dagelijks bestuur niet ongevoelig was voor dit argument, meenden we toch dat het niet helemaal opging. Immers, Netherlandic doet denken aan The Netherlands, en dat is ook weer de Engelse naam voor de staat Nederland, en niet voor ‘de Nederlanden’. Ook Netherlandic zou dus ‘uitgelegd’ moeten worden en in zoverre dus niet duidelijker zijn dan Dutch. Daarom besloot het dagelijks bestuur de IVN in het Engels voortaan als ‘International Association for Dutch Studies’ aan te duiden. Deze beslissing was minder ingrijpend dan die inzake de Nederlandse naam: in de statuten komt de Engelse naam niet (meer) voor, alleen op het titelblad van de Docentenlijst zal deze voortaan worden gebruikt. Intussen geldt ook hier natuurlijk, dat ieder lid van de IVN vrij is in zijn eigen situatie de term te gebruiken die hij verkiest, Dutch óf Netherlandic.

 

Lidmaatschap IVN. Nu onze vereniging ruim een half jaar bestaat, blijken er zich een paar omstandigheden voor te doen die bij de oprichting niet voorzien werden.

Allereerst heeft de ivn nog veel minder gewone leden - dus docenten extra muros in actieve dienst - dan ze zou kunnen hebben. Onder de potentiële gewone leden zullen er misschien enkele zijn die, om welke reden dan ook, geen lid willen worden. Dat is uiteraard hun goed recht.

[pagina 4]
[p. 4]

Maar van de meerderheid nemen we aan, en van enkelen die zich nog niet hebben opgegeven weten we zeker, dat ze wél tot de ivn willen toetreden. Op hen willen we nog eens een nadrukkelijk beroep doen zich op te geven als lid en de contributie over te maken. Wij willen als bestuur graag Uw belangen behartigen in dezelfde lijn als de Werkcommissie dit voorheen deed, maar nu er een vereniging is, moeten we leden hebben (en contributie!). Daarom: vult U even het strookje in (of als U het kwijt bent, schrijft U een briefje of kaartje) en stuurt U het naar het secretariaat van de ivn, p/a nuffic, Molenstraat 27, Den Haag, Nederland. De contributie ad f 20, - per jaar kunt U overmaken op postrekening 58 20 10 t.n.v. nuffic, of op rek. nr. 47.35.75. 108 van nuffic bij de amro-bank, Wagenstraat 14, Den Haag, onder vermelding ‘contributie ivn 1971’. Als U eigenlijk van het begin af aan al lid had willen zijn, zijn we U dankbaar als U ook de contributie over 1970 nog wilt overmaken. En ook de wèl geregistreerde gewone leden herinneren we eraan, dat Uw vorige contributie die van 1970 was en dat we nu 1971 schrijven.

De buitengewone leden betalen volgens de statuten geen contributie maar een bijdrage, die U zelf kunt bepalen. De buitengewone leden die zich tot nog toe hebben opgegeven, hebben allen tenminste f 10, - betaald. We zouden wel graag zien dat dit een traditie werd.

Verder hebben sommigen zich bij de uitgeverij Van Gorcum geabonneerd op N.e.M. en gemeend dat ze hiermee automatisch buitengewoon lid van de ivn werden. Dit nu is niet het geval. Ook iemand die geen lid is van de ivn en dit ook niet wil of kan worden, kan zich voor f 6,90 op N.e.M. abonneren. Van de andere kant is het zo, dat buitengewone leden van de ivn het contact- en inlichtingenblad gratis krijgen toegestuurd. Vandaar dat we in de vorige alinea een bijdrage van minimaal f 10, - vroegen: we willen aan de buitengewone leden graag iets ‘verdienen’! Intussen willen we voor dit jaar genoegen nemen met f 6,90 van degenen die meenden dat ze zich bij Van Gorcum als buitengewoon lid hadden opgegeven. Maar deze personen wilden we dan wel verzoeken: 1) zich alsnog bij ons op te geven als buitengewoon lid van de ivn; 2) m.i.v. 1972 een bijdrage van f 10, - of meer rechtstreeks aan de ivn te betalen; 3) aan Van Gorcum op te geven dat ze m.i.v. het volgend jaar lid zijn van de ivn en dus geen abonnementsgeld meer zullen betalen.

Verder is er nog een klein probleem met betrekking tot de buitengewone leden. In de statuten die bij de oprichtingsvergadering zijn aangenomen, is bepaald dat zich als buitengewoon lid konden opgeven (kort samengevat): oud-docenten extra muros en personen die aan een Belgische of Nederlandse universiteit of vergelijkbare instelling werkzaam zijn. Leraren, journalisten en ook instellingen als uitgeverijen, instituten enz. vallen hier dus niet onder. Nu is gebleken dat er ook in

[pagina 5]
[p. 5]

deze kring personen en lichamen zijn die tot de ivn willen toetreden, Enerzijds kan het bestuur natuurlijk niet van de statuten afwijken - wijziging of aanpassing van de statuten kan pas plaatsvinden op de volgende ledenvergadering, dus waarschijnlijk bij het volgende colloquium -, maar anderzijds willen we niet graag degenen die zelf het initiatief genomen hebben zich als lid van de ivn op te geven, zonder meer afwijzen. Deze kwestie is momenteel nog in beraad, maar het lijkt ons het beste om deze personen en instellingen te vragen of ze ermee instemmen als donateur van de ivn beschouwd te worden. Dat is het meest in overeenstemming met de geest van de statuten: ‘donateurs’ worden wel nergens als zodanig vermeld, maar in artikel 14 (Geldmiddelen), worden behalve contributies ook ‘donaties’ genoemd. En een donatie veronderstelt een donateur. Deze oplossing is voorlopig voorgesteld in een vergadering van het dagelijks bestuur; als het hele bestuur hiermee akkoord gaat, zullen we volgens dit principe te werk gaan. Op de eerstvolgende ledenvergadering kunnen de gewone leden hier dan hun oordeel over uitspreken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken