Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971
Afbeelding van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971

(1971)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 12]
[p. 12]

Van buiten de muren

Europa

Duitsland (BRD)

Bijeenkomst van de lektoren Nederlands in de Bondsrepubliek Duitsland, gehouden in Keulen op 12 en 13 februari 1971.

Mej. drs. G. Becker zond ons onderstaand verslag:

 

Uit de gesprekken tijdens het Vierde Colloquium te Gent is gebleken dat er behoefte aan meer en intensiever onderling contact bestaat. Dit vooral met het oog op de didactische en methodische problemen van het onderwijs Nederlands voor anderstaligen.

Om deze reden werd toen het plan opgevat, eens per jaar een bijeenkomst van de lektoren Nederlands in de brd te organiseren. De eerste vergadering heeft op 12 en 13 februari 1971 in het ‘Institut für Niederländische Philologie’ te Keulen plaatsgevonden.

Het voornaamste programmapunt vormde de discussie over het ons ter beschikking staande lesmateriaal. In dit verband bracht de Heer Beersmans (Marburg/Giessen) verslag uit over de door hem in het afgelopen studiehalfjaar getoetste klank-, orthografische en grammaticale tests. Dergelijke tests kunnen de docent een heleboel didactische informatie verschaffen, omdat niet alleen de door de studenten verworven kennis maar tevens de effectiviteit van de toegepaste methode wordt getest.

Uit de door de aanwezigen verstrekte informatie over het door hen gebruikte lesmateriaal bleek duidelijk dat bij de keuze hiervan rekening moet worden gehouden met de motieven van de studenten die Nederlands willen leren. Uiteraard hangen deze motieven ten nauwste samen met wat de studenten later met het Nederlands willen en kunnen doen. Dit is voor een groot gedeelte afhankelijk van de geboden examenmogelijkheden. Het meest homogeen zijn de motieven van die studenten die de opleiding aan de drie universitaire tolkeninstituten (Germersheim, Heidelberg, Saarbrücken) volgen. Overal is het echter zo dat de studenten zo vlug mogelijk praktische taalvaardigheid willen verwerven. In verband hiermee werd daarom over de voor- en nadelen van de verschillende cursussen gediscussieerd: Jalink/Van den Toorn, Praktisches Lehrbuch Niederländisch, Pescher-ter Meer/Fontein, Kursus Nederlandse Taal voor Gebruik in het Taalpracticum (sbbs), Wilmots, Voor wie Nederlands wil leren. Vooral met deze laatste kursus, samengesteld door de oud-lektor aan de universiteit te Frankfurt/Main, bleken erg goede resultaten te zijn behaald. Ook de collega's die deze cursus tot nu toe nog niet kenden, toonden zich met de hier toegepaste methode erg ingenomen.

[pagina 13]
[p. 13]

Uit het aantal deelnemers aan de taalcursussen valt af te leiden, dat de belangstelling voor het Nederlands in de brd in de laatste jaren duidelijk is toegenomen. Om deze reden werd erover gediscussieerd hoe deze belangstelling levendig kan worden gehouden en hoe zij kan worden gestimuleerd. Als bijzonder belangrijk werd in dit verband beschouwd dat wij de studenten studie- of verblijfsmogelijkheden in Nederland en België kunnen aanbieden. Vooral met de Zomercursus Nederlandse Taal en Cultuur (Nijmegen) zijn volgens de aanwezigen goede resultaten bereikt.

Enkele collega's organiseren ook studiereizen naar Nederland en België, omdat hun gebleken is dat dergelijke reizen erg nuttig zijn. De vraag naar dergelijke mogelijkheden is erg groot, en bovendien werkt dit ook weer stimulerend.

Ook het organiseren van boekententoonstellingen, filmavonden en lezingen en het verspreiden van informatiemateriaal is een middel om de publiciteit van het Nederlands aan de universiteiten in de brd te bevorderen en het bezoek van de taalcursussen te stimuleren. In deze samenhang valt te constateren dat de belangstelling van de studenten niet alleen uitgaat naar culturele vraagstukken, maar in steeds grotere mate ook naar informatie over het aktuele politieke gebeuren in België en Nederland.

Op de tweede dag werd over de in de verschillende deelstaten van de brd nogal uiteenlopende contractuele voorwaarden voor de lektoren gediscussieerd. Deze voorwaarden bleken nergens bijster gunstig te liggen.

Om nu ook verder het te Gent en Keulen tot stand gekomen goede contact tussen de lektoren Nederlands in de brd levendig te kunnen houden, hebben de aanwezigen unaniem tot de oprichting van een arbeitskreis der niederländischlektoren in der bundesrepublik deutschland besloten.

Deze werkgroep, die nóch een bestuur, nóch statuten zal hebben, stelt zich ten doel het onderling contact en de onderlinge samenwerking te bevorderen, voor de verspreiding van belangrijke mededelingen te zorgen, documentatiemateriaal betreffende de situatie van het Nederlands in de brd te verzamelen en te verspreiden en voorts eens per jaar een bijeenkomst te organiseren. Als contactadres fungeert tot de volgende bijeenkomst (13/14 februari 1972 te Marburg) het aan de leerstoel voor Nederlandse filologie te Keulen verbonden lectoraat.Ga naar voetnoot*

Door deze eerste bijeenkomst die in een bijzonder prettige sfeer

[pagina 14]
[p. 14]

heeft plaatsgevonden, werd een belangrijke basis voor verder contact gelegd. Als bijzonder positief werd beschouwd dat de vergadering zich uitsluitend met praktische kwesties heeft beziggehouden.

Onze oprechte dank gaat uit naar de Culturele Afdelingen van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden en de Ambassade van het Koninkrijk België alsmede de beide regeringen door wier steun deze vergadering mogelijk is gemaakt. Tevens danken wij hartelijk voor de in het ‘Institut für Niederländische Philologie’ en het Belgisch Huis genoten gastvrijheid.

 

Keulen, 11 maart 1971

g. becker

 

Het volgende berichtje ontvingen wij van lic. Daniel de Vin:

 

Berlijnse studenten op rondreis in Vlaanderen. Naar aanleiding van de tentoonstelling van Middelnederlandse handschriften in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel heeft de Nederlandse Afdeling aan de Freie Universität Berlin van 15 tot 23 december 1970 een excursie naar Vlaanderen georganiseerd. Onder de 23 deelnemers bevonden zich germanisten, kunsthistorici en andere studenten met belangstelling voor het Nederlands. Vanuit Gent werden uitstapjes gemaakt naar Brussel, Antwerpen en Brugge.

Contacten met studenten van de rug (Rijksuniversiteit Gent) hebben zeer tot het welslagen van de excursie bijgedragen.

 

Universität Freiburg im Breisgau. Collega De Meester meldde ons dat er aan deze universiteit in de afgelopen maanden twee lezingen gehouden zijn door Belgische hoogleraren, georganiseerd met steun van de Belgische Ambassade. Er werden een taalkundig en een letterkundig onderwerp behandeld. Prof. dr. Jan Goossens (Münster en Leuven) sprak over ‘Die Begrenzung dialektologischer Problemgebiete’; prof. dr. N. de Paepe (Leuven) hield een voordracht met de titel ‘Veldekes Lyrik als Gesellschaftskunst’.

 

Universität Regensburg. Van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen in Den Haag ontvingen we bericht, dat de heer drs. J.H. Winkelman zijn werkzaamheden als lector Nederlands aan deze universiteit heeft beëindigd en is aangesteld als wetenschappelijk medewerker aan de universiteit van Amsterdam.

De financiering van het lectoraat geschiedde in de afgelopen twee jaar uit nog niet bezette assistentsplaatsen aan deze nieuwe universiteit. Op de begroting staat echter (nog) geen post voor een lector Nederlands, ondanks bemoeiingen van de hoogleraar in de germanis-

[pagina 15]
[p. 15]

tiek. Men hoopt dat er in de toekomst een Nederlands lectoraat zal worden ingesteld.

Als tijdelijke oplossing geeft de heer Leclercq, lector in Würzburg, dit studiejaar enkele colleges Nederlands per week in Regensburg.

Duitsland: D.D.R.

Universität Leipzig. Prof. dr. K.R.G. Worgt van de Karl-Marx-Universität in Leipzig bezocht in de herfst Nederland en België. Hij vertelde ons een heleboel over zijn werk, waarvan we graag een korte samenvatting geven.

In Leipzig is Nederlands een van de bijvakken voor de germanistiek waaruit een keuze moet worden gemaakt. Andere mogelijkheden zijn: methodiek, uitgebreide cursus letterkunde, opleiding tot tolk, en Zweeds, een taal die collega Worgt óók doceert en die door ongeveer tweemaal zoveel studenten gekozen wordt als het Nederlands.

Behalve door prof. Worgt wordt er ook Nederlands gegeven door dr. habil. Gabriele Schieb en dr. G. Lerchner. Op het ogenblik van ons gesprek waren er 23 studenten, beginners en gevorderden. De gevorderden zijn uitsluitend germanisten, onder de beginners bevinden zich ook medici, geologen, theologen enz.

De nationaliteiten van de studenten lopen nogal uiteen; behalve inwoners van de d.d.r. zijn er Polen, Tsjechen, Russen en Roemenen. Dit heeft soms interessante consequenties voor de keuze van scriptie-onderwerpen door de gevorderden. Zo is een Russische student momenteel bezig met het bestuderen van het bekende werk van R. van der Meulen, De Hollandsche Zee- en Scheepstermen in het Russisch (Amsterdam, 1909), waarbij hij nagaat of en in hoeverre de moderne Russische zeemanstaal deze Nederlandse beïnvloeding nog altijd vertoont.

In het onderwijsprogramma neemt de praktische kennis van de moderne taal de eerste plaats in. Hiertoe worden lessen gegeven in grammatica, syntaxis, fonetiek en synonymiek. Er zijn oefeningen in het spreken (zowel een verhaal vertellen als vrije conversatie) en schrijven, er worden opstellen en vertalingen gemaakt. Maar ook onderwerpen als woordvorming en de geschiedenis van het Nederlands komen aan de orde, evenals een beknopt overzicht van de Nederlandse letterkunde. Dit laatste wordt gegeven door dr. Schieb.

Aan de Nederlandse cultuur in ruimere zin wordt opvallend veel aandacht besteed. In het Museum voor Beeldende Kunsten worden geregeld inleidingen gehouden over Nederlandse schilderkunst, en ieder jaar vindt er een excursie plaats naar steden als Dresden en Schwerin, waar het bezit aan schilderkunst uit de Nederlanden bekeken wordt. Een historicus van de unversiteit houdt inleidingen over de Nederlandse geschiedenis, een medewerker aan het instituut voor

[pagina 16]
[p. 16]

muziekwetenschap laat op de band muziek uit Nederland en België horen.

Collega Worgt, die al een Nederlandse grammatica geschreven heeft, is momenteel bezig met een Duits-Nederlands woordenboek van ± 15.000 woorden, waarop t.z.t. ook een Nederlands-Duits deel zal volgen. Een praktisch Duits-Nederlands taalgidsje van zijn hand verschijnt dit jaar.

Finland

Universiteit van Oulu. Deze universiteit zou best eens de noordelijkste ter wereld kunnen zijn; het is in ieder geval de noordelijkste waar Nederlands gegeven wordt. Drs. S.H.J. van der Meer doet dit in het academisch jaar 1970-'71 voor de tweede keer. Hij is met 9 nieuwe studenten begonnen; van zijn lessen in het vorige jaar heeft hij twee conversatiegroepen overgehouden.

 

Universiteit van Tampere. Verder nieuws uit Finland is dat dr. E.-D. Stellmacher thans Nederlands onderwijs geeft aan deze universiteit. En meer dan dat: op 25 februari heeft collega Stellmacher in Helsinki een lezing gehouden voor de ‘Neuphilologische Verein’, over een onderwerp waar zeker veel over te vertellen is, nl. ‘Die aktuellen Diskussionen um eine Reform der niederländischen Orthographie - ein kritischer Überblick’.

 

Universiteit van Turku. Van dr. A.J. Borst ontvingen we onderstaand verslag. We drukken het onverkort af, omdat het voor vele van onze lezers interessant moet zijn wat meer te vernemen over het onderwijs in het Nederlands in een land waar een zo volkomen andere, zelfs niet-Indoeuropese taal gesproken wordt. Uit het verslag blijkt wel, dat de belangstelling voor het Nederlands aan de universiteit van Turku - gegeven de bescheiden mogelijkheden - niet onbevredigend is.

Een enkele verklarende noot is misschien op zijn plaats. Uit de naam ‘Turun Yliopisto’ blijkt wel dat het hier om een Finstalige universiteit gaat. In de stadwaar collega Borst werkt is echter eveneens een Zweedstalige instelling van hoger onderwijs, die verderop in het verslag genoemd wordt. Deze laatste universiteit ligt eigenlijk in Åbo, want dat is zoals bekend de Zweedse naam van Turku.

Het Nederlands aan de Turun Yliopisto (universiteit van Turku)

Sinds september 1960 is het Nederlands een verplicht examenvak voor de zg. laudatur-studenten in de Germaanse filologie. Sinds september 1965 worden demonstratielessen Nederlandse taal gegeven.

[pagina 17]
[p. 17]

In 1966 werd dit program nog uitgebreid met enkele colleges geschiedenis der Nederlandse letterkunde.

Na enkele jaren van experimenteren met betrekking tot de frequentie van de kursussen en het aantal lesuren is het volgende onderwijsschema ontstaan:

Tijdens het eerste semester, beginkursus Nederlandse taal, 4 uur per week.

Tijdens het tweede semester, geschiedenis der Nederlandse letterkunde, 2 uur per week; vervolgkursus Nederlandse taal, 2 uur per week.

Hierbij dient te worden opgemerkt, dat het eerste semester officieel 12 werkweken bevat en het tweede semester vijftien.

De finse germanisten vinden het Nederlands niet belangrijk om praktische overwegingen, zoals daar zijn handelspolitieke of toeristische, maar om taal- en kultuurhistorische redenen. Het Nederlands neemt nu eenmaal een geheel eigen plaats in binnen het Westgermaans en een elementaire kennis van het Nederlands wordt dan ook onontbeerlijk geacht voor degenen die Germanistiek beoefenen of bestuderen. Hierbij komt bovendien nog dat het in de lijn ligt van de z.g. Finse school (een woord van Knuvelder) de bemiddelende rol te bestuderen, die het Nederlands heeft gespeeld in de wisselwerking tussen de romaanse en germaanse kultuurgebieden.

Prof. Dr. Pentti Tilvis, hoogleraar in de Germaanse filologie aan de finstalige universiteit van Turku zou graag de positie van het Nederlands versterkt willen zien door de oprichting van een volledig lektoraat. Tot nu toe zijn deze plannen echter gestrand op financiële moeilijkheden. Zoals aan andere finse universiteiten, waar Nederlands gedoceerd wordt, bekostigt men momenteel ook in Turku de lessen Nederlands per kursus (per les) vanuit bepaalde fondsen, die de respectievelijke professoren voor extra onderwijs ter beschikking staan.

Het moge op grond van het bovenstaande wel duidelijk zijn, dat het Nederlands aan de finse universiteiten sterk afhankelijk is van de afdelingen Germanistiek. Anderzijds begrijpt men ook, dat zonder de bijzondere wetenschappelijke belangstelling van deze afdelingen er nauwelijks sprake zou kunnen zijn van onderricht der Nederlandse taal- en letterkunde aan finse universiteiten.

Het doel van de begincursus is de studenten een elementaire kennis van het Nederlands bij te brengen. Er wordt geëist dat zij het Nederlands behoorlijk uitspreken en dat ze in staat zijn een eenvoudige tekst vanuit het Nederlands in het Fins te vertalen. In de vervolgkursus, die niet tot de verplichte examenvakken behoort, wordt er naar gestreefd de studenten een grotere aktieve taalbeheersing bij te brengen benevens enige algemene kennis van land en volk. Het doel van de kursus geschiedenis der Nederlandse letterkunde is op de eerste plaats

[pagina 18]
[p. 18]

de studenten vertrouwd te maken met enige facetten van de Oud- en Middelnederlandse letterkunde. Daarnaast dient deze kursus ook als een soort aanvulling op de beginkursus, aangezien de docent geacht wordt Nederlands te spreken en de studenten aldus gedwongen worden hun passieve kennis te oefenen.

Het aantal studenten dat aan de kursussen deelneemt is variërend, maar het bijgevoegde statistiekje moge aantonen, dat de deelname zeer bevredigend is. Wel is in de toekomst een lichte daling van het aantal studenten mogelijk, daar de nieuwe onderwijswet de positie van het Duits op de middelbare scholen heeft verzwakt ten gunste van het Engels, als gevolg waarvan minder studenten het Duits als hoofdvak zullen kiezen. Dit heeft in onze situatie z'n repercussie op het aantal studenten Nederlands. Daar staat echter tegenover, dat vanaf het begin van dit jaar een kursus Nederlands als verplichte examenstof is ingevoerd op de zweedstalige universiteit van Turku.

De resultaten van de studenten mogen ook zeer bevredigend genoemd worden. De examens bewijzen dat de studenten inderdaad voldoen aan de aan hen gestelde eisen. Zeer verheugend is ook, dat zij het Nederlands niet zien als een belasting van het toch al zware studiepakket. Het aantal deelnemers aan de vrijwillige vervolgkursus bewijst, dat ze met enthousiasme en interesse het Nederlands op hun program nemen.

Op grond van de aldus verworven kennis hebben enkele studenten van onze universiteit al gewaagd naar een studiebeurs te solliciteren.

Statistisch overzicht.

beginkursus vervolgkursus gesch. letterk.
Semester
1 = herfst aantal aantal aantal aantal aantal aantal
2 = voorj. stud. uren stud. uren stud. uren
1965 - 2 40 4 - - - -
1966 - 1 9 3 8 1 - -
1966 - 2 9 3 3 1 16 1
1967 - 1 4 3 3 1 8 1
1967 - 2 15 3 5 1 - -
1968 - 1 3 3 10 2 13 2
1968 - 2 22 4 - - - -
1969 - 1 - - 4 2 15 2
1969 - 2 19 4 - - - -
1970 - 1 - - 12 2 18 2
1970 - 2 11 4 - - - -

[pagina 19]
[p. 19]

Als gevolg daarvan verbleef tijdens het akademisch jaar 1969-1970 mej. Sirkka-Liisa Virtanen te Amsterdam voor een studie van vijf maanden aan de Universiteit van Amsterdam en vertrok begin februari 1971 mej. Marja-Liisa Kivimäki naar Gent voor een studie van zes maanden aan de Rijksuniversiteit aldaar.

Deze korte notities mogen volstaan om een beeld te geven van de huidige stand van het Nederlands aan de universiteit van Turku.

 

A.J. Borst

Frankrijk

Erasme et son Temps. Onder deze titel had op 20 november 1970 aan de Universiteit te Straatsburg de opening plaats van een colloquium ter gelegenheid van de vijfhonderdste verjaardag van de geboorte van Erasmus, ingericht door het Institut des Hautes Etudes alsaciennes, het Institut d'Etudes Néerlandaises en het Centre d'Etudes rhénanes de la Faculté des Lettres van de Universiteit van Straatsburg, met de medewerking van het Institut Néerlandais te Parijs en de Bibliothèque nationale et universitaire de Strasbourg. Op vrijdagochtend 20 november werd de rondetafelconferentie, gewijd aan ‘Erasme et son Temps’ geopend door de heer J.C. Margolin, maître de conférences aan de Faculté des Lettres de Tours, met een voordracht over ‘Erasme et le Verbe’, waarna prof. dr. O. Herding van de Universiteit van Freiburg i. Breisgau sprak over ‘Erasmus und Wimpfeling’ en de heer J. Lebeau, maître de conférences aan de Faculté des Lettres de Strasbourg over ‘Erasme, Sébastien Franck et la tolérance’.

's Namiddags had de inhuldiging plaats van de Maîtrise de conférences de néerlandais, waarbij de heer Sadi de Gorter, Raad voor Culturele Zaken bij de Ambassade der Nederlanden te Parijs, een toespraak hield en prof. dr. P. Brachin van de Universiteit van Parijs een voordracht over ‘Erasme et la Paix’. Nadien werd een bezoek gebracht aan de lokalen van het Institut de Néerlandais en de namiddag werd besloten met een receptie, aangeboden door de Recteur de l'Académie de Strasbourg ter ere van de nieuwe doctores honoris causa van de Universiteit van Straatsburg.

Op zaterdag 21 november hadden dan nog een aantal plechtigheden plaats, waaronder wij vermelden de inhuldiging, in de universiteitsbibliotheek, van een tentoonstelling gewijd aan ‘Erasme et l'Alsace’, die werd ingeleid door onze collega dr. A. van Seggelen, maître de conférences aan de Universiteit te Straatsburg (de tentoonstelling bleef voor het publiek geopend tot 18 december). Deze manifestatie van verbondenheid tussen de Elzas en de Nederlanden vond ruim weerklank in de Straatburgse pers. Collega Van Seggelen verdient alle lof voor het aandeel dat hij heeft gehad in het organiseren van dit colloquium. Bij deze gelegenheid feliciteren wij hem tevens namens de

[pagina 20]
[p. 20]

buitenlandse nederlandisten met zijn benoeming tot maître de conférences.

 

Facultés Catholiques de Lille. Blijkens bij de betrokken docent, Chanoine M. Deswarte, ingewonnen inlichtingen, wordt er geen Nederlands meer onderwezen aan de ‘Catho’ te Rijsel.

 

Université de Créteil. Aan deze nieuwe Franse universiteit wordt Nederlands onderwezen door de heer F. Dupuy. Nadere bijzonderheden ontbreken nog.

Groot-Brittannië

Universiteit van Liverpool. ‘Dutch cultural events’, zo luidt de titel van een mededeling die wij ontvingen van Michael Rigelsford, M.A. Het betreft hier: 1o een van 15 tot 26 februari 1971 gehouden tentoonstelling ‘The life and work of Erasmus’, die door ongeveer 700 personen werd bezocht, en 2o een ‘Guest lecture’ door prof. dr. C. de Deugd (Amsterdam/Utrecht), die op 23. 2. 1971 in het Modern Languages Building sprak over: ‘Aestheticism and Decadence in West-European Literature’. Er waren 23 toehoorders, onder wie de Nederlandse consul in Liverpool.

 

Leerstoel Nederlandse taal- en letterkunde aan de universiteit van Londen. Tengevolge van het a.s. emeritaat van prof. dr. Th. Weevers is de leerstoel in de Nederlandse taal- en letterkunde aan de universiteit van Londen vacant verklaard. De sollicitatietermijn eindigde op 15 januari 1971. Ons werd gevraagd zoveel mogelijk ruchtbaarheid aan de vacature te geven, wat wij in de mate van het mogelijke hebben gedaan door de ontvangen informatie, waaronder de ‘conditions of employment’, in fotocopie aan een aantal vakgenoten in binnen- en buitenland te sturen. Op het moment van schrijven is nog niet bekend wie prof. Weevers zal opvolgen.

Zweden

Universiteiten van Lund en Gotenburg. Drs. A.J.M. Wethlij, lector aan deze beide universiteiten, heeft m.i.v. het voorjaarssemester 1971 ontslag genomen en een betrekking aanvaard als docent Duits en Nederlands aan de Economische Hogeschool in Hasselt, België. Het lectoraat in Lund en Gotenburg is momenteel dus vacant. Op het ogenblik waarop deze regels geschreven worden zal dit in Zweden niet bijzonder opvallen: de meeste universitaire docenten in dit land zijn, evenals grote groepen andere overheidsdienaren, door de regering

[pagina 21]
[p. 21]

geschorst (men gebruikt de term ‘lock out’), als antwoord op een staking van het vakverbond van academici. Maar er zullen wel weer betere tijden komen.

Zwitserland

Universität Basel. In het vorige nummer van N.e.M. deelden wij op gezag van de oud-lector dr. U. Huber Noodt mee, dat het lectoraat Nederlands aan deze universiteit ‘als opgeheven beschouwd kon worden’, maar dat we ‘de hoop op het enige lectoraat aan een Zwitserse universiteit nog niet helemaal (wilden) opgeven’. Dat was maar goed, want nu al kunnen we tot onze vreugde berichten dat er m.i.v. het academisch jaar 1970-'71 voor de tijd van twee jaar opnieuw een lector Nederlandse taal en cultuur aan de universiteit van Bazel is benoemd.

De nieuwe lector is de heer S.J. Posthuma, zo berichten ons de Nederlandse Ambassade in Bern en het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De heer Posthuma is geboren in Haarlem in 1942, hij studeert sinds 1965 germanistiek aan de universiteit van Bazel en hoopt te zijner tijd de doctorsgraad te behalen. Enige maanden was hij tijdelijk leraar aan een gymnasium in Zwitserland. Hij schreef artikelen over literaire onderwerpen in een studentenblad in Bazel, en verder toneelrecensies. Aan de universiteit geeft hij nu twee uur Nederlands per week.

 

Universität Zürich. En niet alleen is het lectoraat Bazel, dat opgeheven leek, opnieuw bezet, er is nu zelfs een tweede Zwitserse universiteit waar Nederlands onderwezen wordt. In Zürich is nl. als docent aangesteld de heer J. Stegeman, die 2 uur college voor beginners en 2 uur voor gevorderden geeft. Er zijn in het lopende cursusjaar ongeveer 40 studenten die dit onderwijs volgen. Het is de bedoeling dat er met ingang van het zomersemester 1971 ook een college Nederlandse letterkunde wordt gegeven.

De heer Stegeman is geboren in 1943, is opgeleid aan de universiteit van Amsterdam en heeft in 1967 het m.o.-b.-diploma Nederlands behaald. Hij is werkzaam als leraar Nederlands aan het lyceum Montana in Zugerberg en verblijft 1½ dag per week in Zürich voor zijn onderwijs aan de universiteit.

Buiten-Europese landen

Canada

University of Calgary. Begin juni van dit jaar zal tijdens de ‘Conference

[pagina 22]
[p. 22]

of Learned Societies’ in Newfoundland officieel worden opgericht de ‘Canadian Association for the Advancement of Netherlandic Studies’, zo deelt prof. Breugelmans ons mee. Uit een schrijven van Christopher Levenson (een leerling van Peter King, Cambridge) aan prof. Breugelmans citeren wij de doelstellingen van de Association.

 

1To stimulate, primarily in academic circles, an awareness of and interest in Netherlandic (Dutch and Flemish) culture.
2To encourage academic and public libraries in Canada to give substantial representation to Netherlandic literature and culture, both in the original and in translation.
3To encourage universities and other educational bodies to include Netherlandic studies in their programmes.
4To promote the inviting of Netherlandic scholars and artists to Canada.
5To act as a clearing house for the exchange of pertinent academic and cultural information.
6To maintain liaison for these purposes with other existing national and international organizations whose aims correspond with the above.

 

Over zijn onderwijs aan de University of Calgary schrijft prof. Breugelmans: ‘Tot nog toe blijft de Calgarycursus de enige cursus Nederlands in Canada. De cursus is nu gesplitst in twee onafhankelijke halfcursussen, zodat er een mogelijkheid is, elk jaar tenminste een halfcursus te geven. Voordien was het: om de twee jaar, in alternatie met “Scandinavian literature in translation”.’

Indonesië

Collega drs. J.W. de Vries, van de Universitas Indonesia in Djakarta heeft een artikel gepubliceerd over ‘Het Nederlands aan de Indonesische universiteiten’ in Uitleg, 25. 11. '70, nr. 220, p. 12-13 en over ‘Kulturele betrekkingen tussen Nederland en Indonesië’ in Ons Erfdeel, 14e jaargang nr. 2, p. 157-159. Omdat het hier twee tijdschriften betreft die aan de docenten extra muros worden toegezonden en die voor de andere lezers gemakkelijk bereikbaar zijn, volstaan we met deze verwijzing.

Verenigde Staten van Amerika

Netherlandic Section van de MLA Meeting. Collega Lagerwey begon op 1 januari 1971 het nieuwe jaar met een brief aan de voorzitter van de

[pagina 23]
[p. 23]

ivn. Hij deelde daarin mee dat de Netherlandic Section van de Modern Language Association op het einde van 1970 in New York haar vergadering had gehouden. Er werden lezingen gehouden door drie vakgenoten voor een gehoor van ongeveer dertig mensen. De volgende sprekers traden op:

 

Prof. William Z. Shetter, Indiana University, ‘The Spreeckkonst of Petrus Montanus and the Dignification of the Vernacular in the Renaissance’,
Prof. Stanley Wiersma, Calvin College, Gerrit Achterberg (1905-1962), ‘De Ballade van de Gasfitter: A Translation and an Interpretation’,
Prof. E.M. Beekman, University of Massachusetts, ‘Blue Skiff of the Soul: Color Symbols in Paul van Ostaijen's Poetry’.

 

Prof. Lagerwey was voorzitter van de vergadering. De voor 1971 gekozen voorzitter is prof. Bulhof van Texas University en de nieuwe secretaris prof. J. Snapper van de University of California at Berkeley.

 

University of Texas, Austin. In Het Laatste Nieuws van 28. 12.'70 en 17. 1.'71 vonden we twee artikelen over de nederlandistiek aan de universiteit van Texas.

Het eerste, getiteld ‘Franstalige Brusselaar leert de Amerikanen Nederlands’ gaat over prof. dr. Edgard Polomé, die zowel directeur van het Centrum voor Aziatische Studies en oprichter van het Centrum voor Afrikaanse Studies, als professor in de Germaanse talen en de linguïstiek is. Prof. Polomé heeft cursussen in Sanskrit, Hindi, Swahili, de Indo-europese vergelijkende grammatica en de vergelijkende Germaanse taalkunde gegeven. Uit dit laatste kwamen colleges over Middelnederlandse taal- en letterkunde voort, waarbij prof. dr. Stanley N. Werbow hem behulpzaam was.

Prof. Polomé heeft er ook voor gezorgd dat er een docent voor het moderne Nederlands naar Texas kon komen, nl. prof. dr. Francis Bulhof, over wie het tweede artikel handelt. De auteur daarvan, Rik Hermans, vertelt over een gesprek dat hij met collega Bulhof had en geeft interessante informatie over diens werk.

Prof. Bulhof is nu ruim vier jaar in Texas werkzaam. Zijn functie werd gecreëerd omdat de universiteit van Texas zich bewust werd dat het Nederlands, de derde Germaanse taal, niet mocht ontbreken in haar Germanic department, dat op een behoorlijk hoog peil stond.

Prof. Bulhof geeft volgens het artikel vier taalcursussen en één college in de Nederlandse (waaronder de Vlaamse) letterkunde. Het aanleren van de taal neemt vier semesters in beslag, met vijf lesuren per week. ‘Na de eerste zes weken blijken de studenten over een taalvaardigheid te beschikken die overeenkomt met wat een Belgische

[pagina 24]
[p. 24]

middelbare schoolleerling kent na afloop van zijn studies van de Engelse taal’, zegt Rik Hermans, - een opmerking die natuurlijk helemaal voor zijn rekening blijft.

Leesvaardigheid acht prof. Bulhof voor de Amerikaanse student overigens van groter belang dan actieve taalvaardigheid. Er is in Amerika veel belangstelling voor de Nederlandse contestatiebewegingen: provo's, hippies, kabouters enz. De bibliotheek van de Nederlandse afdeling heeft hier heel wat literatuur over. Als de studenten nu dergelijke onderwerpen willen bestuderen, moeten ze natuurlijk zonder moeite Nederlands kunnen lezen, maar ze mogen er gerust in het Engels over schrijven. Graag zelfs, want dan kan ook een groter publiek van deze zaken kennis nemen.

Wat de Nederlandse literatuur betreft worden er een paar namen genoemd van schrijvers die in de smaak vallen: Marnix Gijsen (o.a. omdat vele van zijn romans in Amerika spelen), Simon Carmiggelt (waarbij wel heel wat uitleg nodig is), Paul van Ostaijen, Du Perron en vooral Elsschot.

Het aantal studenten dat aan een Amerikaanse universiteit Nederlands studeert is natuurlijk niet groot, en zal dat ook wel nooit worden. Maar een verheugende aanwas is er wel: van 7 studenten toen collega Bulhof begon, tot 50 nu (op een totaal van 11.000 studenten).

 

Capital University, Columbus. Ohio. Van prof. dr. G.B. Droege vernamen wij, dat er op het ‘interim-programma’ van deze universiteit (tussen het eerste en het tweede semester, nl. van 4 tot 29 januari) een cursus ‘Introduction to the Dutch language and literature’ stond, door prof. Droege te geven. Om de opzet van deze ‘blitz-course’ duidelijk te maken citeren we het ons toegezonden 1971 ‘Interim Bulletin’ van Capital University: ‘This is an intensive audio-lingual course that aims at mastery of the pronunciation of Dutch and the rudiments of that language's grammar. Dutch-speaking informants living in the Columbus area will be made available. Before the course is over the student will have read at least one short story in Dutch by a modern writer of the Netherlands and another short story by a contemporary Dutch-writing Belgian author’, gevolgd door enige gegevens over de Nederlandse taal.

Het minimum aantal deelnemers was 15, maar er gaven zich 30 studenten op. Of deze belangstelling tot gevolg zal hebben dat er ook meer uitgebreide en permanente cursussen in het Nederlands gegeven zullen worden, is nog niet bekend.

 

North Central College, Naperville, Illinois. Minder studenten heeft dr. Martin Zwart, die ons in Den Haag bezocht. Hij is Nederlander, ruim 30 jaar in Amerika en doceert Duits aan North Central College, Naper-

[pagina 25]
[p. 25]

ville. Als er belangstellenden zijn geeft hij ook Nederlands, maar die zijn er niet ieder semester, en soms zijn het er maar één of twee. Het college is niet groot, ongeveer 1100 studenten. Daar staat tegenover dat er altijd Nederlands gegeven kàn worden en dat de behaalde punten officiële waarde hebben. We hebben dr. Zwart dus begroet als een (voor ons) nieuwe docent extra muros.

 

Universiteit van Nevada, Las Vegas. Verschillende Nederlandse kranten brachten in de maand januari het bericht, dat de Nederlander Herman van Betten, assistant professor in de Engelse en vergelijkende letterkunde aan deze universiteit een zomercursus gaat geven over de Nederlandse letterkunde van de 17de eeuw tot heden.

De eerste paar weken zullen gewijd zijn aan algemene literaire stromingen in Nederland, daarna zullen een aantal romans behandeld worden, van Couperus tot Mulisch.

 

Trinity Christian College, Palos Heights, Illinois. Mejuffrouw E.W. Sikkema, assistant lecturer aan dit college, schreef ons over het eerste ‘Dutch Study Abroad’-programma, waaraan zes studenten en twee stafleden deelgenomen hebben. Het ‘programma’ bestond hierin, dat de groep van 17 juni tot 11 augustus 1970 in Nederland verbleef, eerst in Haren (Gr.), daarna in Amsterdam, met het doel de taal te leren en het maatschappelijk en cultureel leven te leren kennen. Er werd vier uur per dag Nederlands gestudeerd met bandrecorders en cassettes (aan de hand van Lagerwey's Speak Dutch), verder werden er excursies gehouden, bezoeken afgelegd, gesprekken gevoerd.

De reacties van de studenten waren positief en men is van plan ook in de zomer van 1971 een dergelijke studiereis te ondernemen.

Aan Trinity Christian College wordt geregeld Nederlands voor beginners en gevorderden onderwezen.

Zuid-Afrika

Prof. dr. R.K.J.E. Antonissen van het Departement Afrikaans-Nederlands aan de Rhodes Universiteit te Grahamstad werd in december 1970 benoemd tot vice-rector van zijn universiteit.

Zuid-Korea

Hankuk University of Foreign Studies, Seoul. In N.e.M.-13, blz. 17, werd over deze universiteit bericht dat ‘het geenszins uitgesloten is, dat er eveneens een Nederlandse sectie wordt opgericht’. Dit is inmiddels inderdaad gebeurd: sinds maart van dit jaar is er aan deze universiteit een Nederlandse afdeling, de veertiende talenafdeling. (De andere dertien zijn: Chinees, Japans, Engels, Frans, Duits, Ita-

[pagina 26]
[p. 26]

liaans, Spaans, Portugees, Russisch, Arabisch, Maleis, Thai en Vietnamees).

Met de organisatie en het grootste deel van het onderwijs is belast de heer drs. J.C. Bleijerveld, die in Leiden Koreaans studeerde, waarin hij in 1963 doctoraal examen aflegde, met Algemene Literatuurwetenschap als eerste bijvak. De heer Bleijerveld zal worden bijgestaan door een Koreaanse ‘instructor’, die vier uren onderwijs zal geven.

Het eerste jaar zullen maximaal twintig studenten worden toegelaten, die naast verplichte vakken zoals Engels en Koreaans, 14 uur per week Nederlands moeten volgen, voorlopig verdeeld in 2 uur lezen, 2 uur grammatica, 2 uur conversatie en 8 uur instructie in het talenpracticum.

Deze gegevens ontlenen we aan een brief van de heer Bleijerveld, die zich vroeger al tot de Werkcommissie had gewend en die we nu op zijn verzoek van nieuwe informatie hebben voorzien. We hopen dat zijn werk op deze verre post, in een omgeving die ook linguïstisch en cultureel zo ver afstaat van de Nederlanden, vruchtbaar en voor hemzelf bevredigend zal zijn.

voetnoot*
Adres: mej. drs. G. Becker, p/a Institut für Niederländische Philologie, 5 Köln 41, Lindenthalgürtel 15a.
Belangstellenden kunnen hier gaarne een exemplaar van het uitgebreid verslag aanvragen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • G. Becker

  • Daniel de Vin

  • A.J. Borst


landen

  • over Duitsland

  • over Finland

  • over Frankrijk

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over Zweden

  • over Zwitserland

  • over Canada

  • over Indonesië

  • over Verenigde Staten

  • over Zuid-Afrika

  • over Zuid-Korea