Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971 (1971)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971
Afbeelding van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandica extra Muros. Jaargang 1971

(1971)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 86]
[p. 86]

Allerhande

De Orde van den Prince in feestgewaad. Op 15 en 16 mei 1971 hield de Orde van den Prince, die een begrip begint te worden in de wereld van de buitenlandse nederlandisten, haar jaarlijkse Feestelijke Bijeenkomst te Brussel, compleet met academische zitting, banket en dans en de volgende dag excursie en opnieuw banket. Om helemaal volledig en eerlijk te zijn zouden wij moeten schrijven dat wij, buitenlandse nederlandisten, een begrip geworden zijn voor de Orde van de Prince, meer dan wij op onze buitenposten in Oslo, Madrid, Kuala Lumpur of Bloemfontein ook maar kunnen vermoeden. Inderdaad in de ‘Mededelingen’ van de Orde van den Prince, verschenen op 1 juli 1971 wijdt dr. L.L. Cappuyns, Vice-Gouverneur van de Provincie Brabant en President van de Orde een inleidend artikel aan de feestelijke bijeenkomst van 15-16 mei. En hij doet dat, helemaal vooraan in zijn woord vooraf, in dezer voege:

‘Zeker was ik niet de enige die zich verheugde over het feit dat de akademische zitting van 's namiddags zo volledig in het teken stond van de uitstraling van onze taal, onze cultuur en onze Orde, in het Buitenland. Een spoorslag voor de actie “leerstoelen Neerlandistiek” was een uiteenzetting als deze van professor P. Brachin voorzeker’.

Kan men zich ‘in amicitia et tolerantia’ een eervoller plaats voorstellen? En het is niet alles. Tijdens de academische zitting die gehouden werd in het architecturaal unieke, somptueuze gebouw van het Gemeentekrediet, is herhaaldelijk het onderwijs van het Nederlands in het buitenland ter sprake gekomen, ja, het programma stond helemaal in het teken van de nederlandistiek. De president wees er in zijn toespraak op dat, ‘waar onze taal en onze cultuur in Europa aan 57 universiteiten buiten het Nederlandse taalgebied en buiten Europa dan nog aan 35 andere universiteiten gedoceerd wordt, en daar een werkterrein klaar ligt waar, meer met affectieve banden dan met geld, meer met menselijk contact dan met subsidies, een grootse taak te vervullen is’.

Voor nieuwe lezers van N.e.M. die deze bijzondere belangstelling van de Orde van den Prince voor de buitenlandse nederlandistiek niet zo onmiddellijk zouden begrijpen, moge verwezen worden naar de ‘Mededeling’ op blz. 7 en 8 van N.e.M.-14 (voorjaar 1970) waarin de Orde voorstelde een aantal leerstoelen en lectoraten onder haar bescherming te nemen. Met het uitvoeren van dit programma zijn de 25 à 30 afdelingen van de Orde in 1970 en 1971 bezig geweest, vandaar dat wij extramuralen zo sterk in de kijker van de Feestelijke Bijeenkomst hebben gestaan. Hier past dan ook een woord van oprechte dank aan de presi-

[pagina 87]
[p. 87]

dent van de Orde van de Prince en aan die afdelingen die reeds daadwerkelijk tot contact nemen met een aantal van onze collega's zijn overgegaan.

Op deze Bijeenkomst werd de Tweede Prijs van de Prince ten bedrage van 100.000 Bfr. door de President overhandigd aan de heer Jozef Deleu, Afgevaardigde-Beheerder van de Stichting ‘Ons Erfdeel’. Het is een gelegenheid om deze actieve confrater van ‘Ons Erfdeel’ geluk te wensen met de bekroning van meer dan dertien jaar ‘dag- (en niet minder nacht)werk’ voor Vlaanderen en de Nederlanden. Moge hij in de nieuwe structuur waarin zijn tijdschrift thans wordt ingebouwd, evenveel succes oogsten als tevoren.

Tenslotte mag niet onvermeld blijven dat de feestredenaar ons medebestuurslid prof. Brachin was. In een levendig betoog heeft hij de situatie van het onderwijs van het Nederlands in de wereld en meer in het bijzonder in Frankrijk uiteengezet. Uitgangspunt van zijn rede was het Gentse Colloquium van 1970 zodat ook in het naar beroepen en specialismen zo disparate gezelschap van tweehonderdvijftig luisterende Prince-leden de activiteiten van Werkcommissie en ivn zijn doorgedrongen. Prof. Brachin heeft werkelijk alle facetten van ons onderwijs belicht: de (vaak zo wankele) status van docenten en lectoren, de positie van het Nederlands als leervak, de controversiële rede van prof. J.W. Smit op het Vierde Colloquium, de positie van het Nederlands in Indonesië, de viering van het 75-jarig bestaan van het a.n.v. in Dordrecht op 26 september 1970 en de bij die gelegenheid door onze collega's King, mevrouw Baerlecken en prof. Brachin zelf gehouden redevoeringen, tenslotte een uitvoerige schets van de groei en ontwikkeling van het onderwijs in het Nederlands aan Franse universiteiten, met inbegrip van de jongste ontwikkeling, nl. de wet van 14 september 1970 op de toelating van het Nederlands als examenvak voor het baccalaureaat en ten allerlaatste de vertolking van het gevoelen dat velen onder ons hebben wanneer zij in het binnenland - het komt in het noorden vaker voor dan in het zuiden, zegt collega Brachin, en wij zijn geneigd hem gelijk te geven -, ondervraagd over hun onderwijs van het Nederlands aan een buitenlandse universiteit, de traditionele vragen moeten ondergaan (‘Hoeveel studenten hebt U’ en ‘Waarom leren deze jonge mensen Nederlands’) en als bouquet dan ook nog deze vraag te verwerken krijgen: ‘Zeg, is dat heus de moeite waard?’ Wij sluiten met als antwoord op die vraag de laatste paragraaf van Brachins rede te geven: ‘Ja, zo iets is mij honderd maal overkomen. Er hoort, eerlijk gezegd, een zekere moed toe om zich door zo'n reactie niet uit het veld te laten slaan. Die moed brengen wij, buitenlandse nederlandisten, wel op. Waren wij geen optimisten, dan zouden wij nooit aan die even moeizame als boeiende taak begonnen zijn’.

Wie prof. Brachins voordracht in extenso wil lezen - en het is de

[pagina 88]
[p. 88]

moeite waard - vindt ze in Mededelingen 1970-71, nr. 6 (1 juli 1971). blz. 23-33, van de Orde van de Prince. (Nationaal Secretariaat: Koloniënstraat 11, B-1000 Brussel).

 

Boekengeschenk van de (Nederlandse) Provincie Limburg. De Gedeputeerde Staten van Limburg hebben in augustus 1971 aan de ivn 119 exemplaren doen toekomen van het onlangs bij Nijgh en Van Ditmar verschenen boek, gewijd aan het literaire werk van de op 24 juni 1969 overleden auteur Jan Hanlo, ter verspreiding onder de hoogleraren en lectoren in de nederlandistiek aan buitenlandse universiteiten. Het bestuur van de ivn heeft dit cadeau dankbaar in ontvangst genomen en de 119 exemplaren naar zijn beste vermogen onder evenzoveel buitenlandse collega's verdeeld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken