Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1973 (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1973
Afbeelding van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1973Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1973

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandica extra Muros. Jaargang 1973

(1973)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige

Nagekomen berichten

Etudes stylistiques comparatives. Néerlandais- Français. Op de valreep bereikt ons door bemiddeling van collega Van der Stap het onder bovenstaande titel geschreven boek van Jacques Zajicek, verschenen in Janua Linguarum (Series Didactica, 3) bij Mouton, Den Haag, 1973. Het is een omvangrijke studie (319 blzn.), op het gebied van wat we de ‘contrastieve stilistiek’ zouden willen noemen als deze term gangbaar is. Er zitten beslist heel interessante hoofdstukken in zoals ‘De l'interrogation à l'exclamation’, ‘Présent réel et présent grammatical’ of ‘Nog ne signifie pas toujours encore’. Maar dat is de oogst van slechts enkele minuten ‘bladeren’. We komen in een ander verband nog wel even op dit alleszins merkwaardige boek terug.

 

Nederlands voor Migranten. Dit is de nieuwe titel van de reeks taallessen waarmee de Vlaamse Televisie in 1972 begonnen is ten behoeve van buitenlandse gastarbeiders in België (zie N.e.M.:-18, blz. 37-38). Vanaf 24 september 1973 heeft de brt deze reeks van 13 lessen opnieuw uitgezonden, telkens op maandag om 18 u 30, met een herhaling telkens op zaterdag om 16 u 30. Op de reeks van 13 lessen volgt onmiddellijk een tweede reeks van eveneens 13 lessen, in de vorm van een feuilleton. Er is een band- en diamontage voorhanden van de eerste reeks evenals een leerboekje. Nieuw is thans dat de tekst van de eerste 13 lessen vertaald is in 6 talen, t.w. Pools, Italiaans, Spaans, Grieks, Arabisch en Turks. Hiervan zijn meerdere exemplaren gratis bij de organisatoren verkrijgbaar. Van de Poolse, Italiaanse en Spaanse tekst hebben wij enkele exemplaren in voorraad die wij graag aan belangstellenden toesturen.

Het handboekje van de tweede reeks van 13 lessen zal binnen een paar maanden beschikbaar zijn.

Voor nadere inlichtingen wende men zich tot de Provinciale Dienst

[pagina 94]
[p. 94]

voor Onthaal van gastarbeiders, Provincie Limburg, Thonissenlaan 19, B-3500 Hasselt, België.

 

Institut Néerlandais. Zopas is het programma 1973-1974 van dit instituut (121, rue de Lille, Paris 7) verschenen. Zoals vorige seizoenen is er alweer een hele reeks tentoonstellingen, concerten, voordrachten en films. Daaronder vallen te vermelden een tentoonstelling van recente lithografieën van Karel Appel (16 oktober - 4 november 1973) en van Vlaamse en Hollandse tekeningen uit de XVIIe eeuw (25 april - 9 juni 1974), ‘Het Nederlandse Strijkkwartet’ met Nap de Klijn en Gerard Hettema, viool, Gerrit Oldeman, altviool en Michel Roche, cello met werk van Mozart, Beethoven en Ravel (6 maart 1974), ‘Le siècle d'or du livre illustré aux Pays-Bas (1600-1635)’, door prof. mr. H. de la Fontaine Verwey, directeur van de Amsterdamse U.B. (8 november 1973), ‘Grotius et le droit privé européen’ door prof. dr. R. Feenstra van de Rijksuniversiteit te Leiden (28 februari 1974). ‘Rotterdam-Europort, les origines et les conséquences d'un effort’ door de heer dr. A.J. Teychiné Stakenburg, secretaris-generaal van de Federatie van Werknemersorganisaties in de Zeevaart. Op 26 en 27 maart 1974 worden er drie voorstellingen gegeven van het marionettentheater Guido van Deth. Het seizoen 1973-74 werd ingezet met een ‘semaine cinématographique néerlandaise du court métrage’ (van 15 tot 19 oktober 1973).

 

Kultuur over de grenzen. Aan dit onderwerp was op 20 september 1973 het bekende vertikale stuk van Manu Ruys op de frontpagina van De Standaard gewijd. De auteur stelt de vraag wat de overheid doet om de belangstelling en waardering voor de Nederlandse cultuur in het buitenland te bevorderen. Zijn antwoord is niet erg positief: ‘Parijs met de Amitiés Françaises, Bonn met de Deutsche Akademie, Londen met de British Council doen sinds lang aan een aktieve, buitenlandse kultuurpolitiek. Wat gebeurt er bij ons? Soms koopt Buitenlandse Zaken wat boeken aan, die dan naar de ambassades worden verzonden. Een ambassade is echter geen boekwinkel, zodat in vele gevallen de stapel boeken op de zolder vergeelt. Er worden ook wat romans en dichtbundels op overheidskosten vertaald. Nu en dan wordt een prestigieuze tentoonstelling van schilderwerken in een buitenlandse hoofdstad ingericht. Maar is dat voldoende om van een dynamisch en koherent kultuurbeleid te mogen gewagen? Aan de basis ontbreekt een beleidsvisie en een systematische aanpak van de mogelijkheden...

Elementair is dat men een wetenschappelijke studie zou aanvatten van alle aspecten van het buitenlands kultureel beleid, een inventaris zou opmaken en prioriteiten vastleggen. Zo'n onderzoek rijkssteun verlenen, is geen weggesmeten geld. Van de ministers Van Elslande en

[pagina 95]
[p. 95]

Chabert mag worden verwacht, dat zij dit verwaarloosde probleem eindelijk eens ter harte nemen’.

Mededeling van uittreksels uit het bovengenoemde artikel geschiedt alleen ter informatie en sluit niet in dat de redactie van N.e.M. het in alle opzichten met het door de auteur geformuleerde standpunt eens is.

 

Buitenlands cultureel beleid van de Nederlandstalige cultuurgemeenschap in België. Ofschoon N.e.M. net als alle nieuwsmedia die zich respecteren, wel eens een bericht ‘pro dato’ brengt, d.w.z. dat wij schrijven dat tentoonstelling x op dag y werd geopend, wanneer in waarheid op het ogenblik dat wij dit schrijven men nog volop aan het timmeren is - wij kunnen nauwelijks anders handelen met een blad dat slechts twee keer per jaar verschijnt en waarvan elk nummer toch 6 à 8 weken productietijd van de uitgever vergt. Maar wij kunnen onmogelijk iets zeggen over het debat dat op 16 oktober 1973 is gehouden door de Cultuurraad van de Nederlandse Cultuurgemeenschap in België en dat als onderwerp heeft de internationale culturele samenwerking en in het raam daarvan, de beantwoording van de vraag naar het doel van het buitenlands cultureel beleid (in Vlaanderen). Waarom? Omdat het nu wij dit schrijven nog geen 16 oktober is. Maar wij komen erop terug want ofschoon mag worden verwacht dat dit debat minder stof zal doen opwaaien dan het recente decreet betr. de vernederlandsing van het bedrijfsleven (helaas eigenlijk), toch belooft dit een belangrijk debat te worden waarin men naar wij mogen verwachten ook aandacht zal besteden aan het onderwijs van het Nederlands in het buitenland.

Minister van Nederlandse Cultuur en Vlaamse Aangelegenheden J. Chabert heeft dit debat aangekondigd in de toespraak die hij heeft gehouden ter gelegenheid van de XXVIe Frans-Vlaamse Kultuurdag te Waregem op zondag 9 september 1973.

 

‘Semaine franco-néerlandaise’ te Rijsel. Nadat er reeds vroeger in een aantal Franse universiteitssteden een Nederlands-Franse week was georganiseerd, was dit jaar, van 19 tot 25 november, Rijsel aan de beurt. De ontmoeting werd georganiseerd door de drie Rijselse (staats)-universiteiten, Lille I, Lille II en Lille III, onder de auspiciën van de Gemengde Commissie ter uitvoering van het Frans-Nederlands Cultureel Verdrag. Er was een gezelschap van 15 Nederlandse hoogleraren uitgenodigd uit Amsterdam, Groningen, Leiden en Utrecht, die gedurende vijf dagen voordrachten hebben gehouden over onderwerpen gaande van ‘La position juridique des locataires et des fermiers dans les trois premiers siècles de l'Empire Romain’ (prof. dr. J.A. Ankum, Amsterdam) tot ‘Chaînes de montagne sous le microscope’ (prof. dr. H.J. Zwart, Leiden). Maar tussen die uitersten lag o.m. ook de voordracht van onze oud-collega prof. dr. E.H. Kossmann van

[pagina 96]
[p. 96]

de Rijksuniversiteit te Groningen. Op 20 november 1973 sprak hij voor de Université de Lille III over ‘Le phénomène singulier de l'absolutisme’, waarna hij een bezoek bracht aan de Section de Néerlandais. Op woensdag 21 november, dag die voorbehouden was voor de ‘officiële’ toespraken en ontvangsten, bracht Zijne Excellentie Jhr. J.A. de Ranitz, Nederlands Ambassadeur in Frankrijk een bezoek aan de Section de Néerlandais, vergezeld van de heer S. de Gorter. Cultureel Attaché en Gevolmachtigd Minister, de president van Lille III, de Consul van Nederland en vertegenwoordigers van het Rectoraat en de andere universiteiten. De Ambassadeur nam ook de kleine tentoonstelling van Nederlandse boeken in ogenschouw die in de hall van de universiteit was ingericht. Op diezelfde dag werd, eveneens in aanwezigheid van de Ambassadeur, een tentoonstelling van 50 originele grafische werken van de fascinerende Maurits Cornelis Escher geopend in de Ecole des Beaux Arts, alsook een tentoonstelling van 60 Nederlandse affiches. Er waren gedurende de Nederlands-Franse week doorlopend vertoningen van Nederlandse films in Rijsel (van Bert Haanstra, Herman van der Horst, Jan Wiegel, Jan Vrijman e.a.). Een tentoonstelling van het Nederlandse wetenschappelijke boek die door Martinus Nijhoff zou worden ingericht in Le Furet de Nord, waarschijnlijk de grootste boekhandel van West-Europa, werd in dit Verenigd-Europa-op-papier door de douane vastgehouden en heeft dus niet plaatsgehad.

Elk van de Nederlandse professoren had een student of medewerker meegebracht en over deze jonge mensen hebben een aantal studentes van de Section de Néerlandais zich ontfermd.

Onnodig te zeggen welke belangrijke rol in de lange voorbereiding en het ‘afrollen’ van deze Nederlands-Franse week werd gespeeld, zowel door de Service commun des Relations Extérieures van Lille III die de hele organisatie in handen had, alsmede en vooral door de heer De Gorter namens de Nederlandse Ambassade en de Gemengde Commissie. Ondanks enkele kleine haken en ogen is het een geslaagde illustratie geworden van Nederlands-Franse wetenschappelijke samenwerking, mooi in beeld gebracht met het spel van de Nederlandse en Franse kleuren door een jonge leerlinge van de Ecole des Beaux Arts die met het bekroonde ontwerp waarnaar de affiche van de ‘semaine’ werd gemaakt, een studiereis naar Nederland heeft verdiend.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken