Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandica extra Muros. Jaargang 1994 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1994
Afbeelding van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1994Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandica extra Muros. Jaargang 1994

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.81 MB)

Scans (20.84 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandica extra Muros. Jaargang 1994

(1994)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 46]
[p. 46]

Als authentiek een maatje te groot is...
Kroniek van het Nederlands voor anderstaligen
P. de Kleijn (Den Haag)

Titels verzinnen voor lesmateriaal is moeilijker dan men denkt. Het moet een nog niet gebruikte titel zijn en saai is uit den boze. Dus wordt het bij voorbeeld Pasklaar. Zouden de beoogde gebruikers dat begrijpen?

Waarover het gaat staat in de ondertitel: Lees- en luisterteksten voor anderstaligen.

De auteurs zijn Marloes de Bie, Berna de Boer, Birgit Lijmbach, Anita van der Wal en Marjolijn de Wijk en hun nieuwe lesmateriaal omvat een Cursistenboek (ISBN 90 01 09365 5, 96 p., prijs f 26,00), een Docentenboek (ISBN 90 01 09366 3, 72 p., prijs f 39,50) en twee Cassettes (ISBN 90 01 09364 7, prijs f 60,00). Wolters-Noordhoff 1992.

Deze Pasklaar is een selectie van teksten uit Pasklaar 2, 3 en 4 die verschenen zijn tussen 1986 en 1990 en waarvan reeds melding is gemaakt in NEM 54 (Voorjaar 1990) en NEM XXIX, 2 (mei 1991). Verschil: in de nieuwe uitgave staan bij de lees- en luisterteksten oefeningen; in de vorige uitgave ontbraken deze.

 

Pasklaar is bedoeld voor personen met een middelbare of hogere opleiding en met een enigszins gevorderde kennis van het Nederlands. Voor deze personen is authentiek lees- en luistermateriaal dikwijls nog te moeilijk, zeggen de auteurs. Daarom hebben zij het authentieke materiaal herschreven. Bij dat herschrijven mikken zij, in het voetspoor van Widdowson, op een moeilijkheidsgraad die iets boven het niveau van de leerder ligt. Zij proberen dat lagere niveau te bereiken door vereenvoudiging van de oorspronkelijke tekst en door bij de vereenvoudigde tekst een ‘begrippenlijst’ te geven.

Ik weet niet of deze dubbele behandeling van dezelfde authentieke tekst een erg gelukkige greep is. Het nadeel is in ieder geval dat niet duidelijk is wanneer, bij de behandeling van het lexicon, een woord in aanmerking komt voor opname in de begrippenlijst en wanneer voor herschrijving. Ik begrijp dat bij een tekst over de Elfstedentocht dit woord niet vervangen kan worden en dus in de begrippenlijst wordt uitgelegd. Maar waarom staat ‘voor tienen’ in de begrippenlijst en waarom is deze uitdrukking in de herschreven tekst niet vervangen door ‘voor tien uur’ (de uitleg die in de begrippenlijst wordt gegeven)? En waarom zoekt men in de begrippenlijst bij de ‘Vuurtorenwachter’ tevergeefs naar een verklaring van dit woord - toch essentieel voor wie dit verhaal wil begrijpen? ‘Klokhuizen en scheldkanonnades voor een gekooide homo sapiens’ is de titel van een authentieke leestekst. In de herschreven versie luidt deze titel ‘Klokhuizen en scheldpartijen voor een gekooide homo sapiens’. Of er veel winst wordt geboekt door ‘scheldkanonnades’ te vervangen door ‘scheldpartijen’ is de vraag. En dat in de begrippenlijst van deze ingewikkelde titel verder geen

[pagina 47]
[p. 47]

enkele uitleg wordt gegeven, terwijl bij deze tekst wel het woord ‘ordinair’ en ‘gedragswetenschapper’ wordt verklaard, wijst er eens te meer op hoe moeilijk het is een authentieke tekst te laten ‘zakken’ tot ‘iets boven het niveau van de leerder’, zeker als men daarbij tegelijkertijd twee verschillende strategieën volgt. Er is in dit opzicht nog een andere moeilijkheid. Bij iedere herschreven tekst staat vermeld hoeveel woorden er in een tekst staan en hoeveel daarvan niet-frequent zijn, waarbij niet-frequent = niet opgenomen in het Basiswoordenboek Nederlands (P. de Kleijn & E. Nieuwborg, 1983). De vermelding van de niet-frequente woorden versus het totale aantal woorden geeft de docent een heel nuttig inzicht in de moeilijkheidsgraad van een tekst. Daarbij moet hij of zij echter wel bedenken dat het aantal niet-frequente woorden altijd hoger is dan in de docentenhandleiding wordt opgegeven. Want de woorden uit de begrippenlijst staan, merkwaardig genoeg, niet vermeld bij de niet-frequente woorden.

Inzicht in de verhouding tussen het totale aantal woorden en het aantal niet-frequente woorden biedt, zoals gezegd, goede steun om te bepalen hoe moeilijk een tekst is. Kan de docent met het overzicht van de niet-frequente woorden nog meer doen? Volgens de auteurs wel. ‘De docent kan een keuze maken uit de niet-frequente woorden en deze aanbieden als hem dat zinvol lijkt. Ook kunnen de woorden aangeboden worden en kan bekeken worden welke de cursist al wel kent. Overigens is het niet zo dat de cursist alle niet-frequente woorden moet kennen om de tekst te kunnen lezen of beluisteren’ (Docentenhandleiding, p. 11). Pasklaar? Maar dan toch op voorwaarde dat de docent zelf enig naai- en knipwerk niet schuwt.

Dit alles neemt niet weg dat Pasklaar de docent, ook de extramurale, veel te bieden heeft: 15 authentieke leesteksten + 15 herschreven teksten, 9 authentieke luisterteksten + 9 herschreven versies, waarbij de tekst van zowel het authentieke luistermateriaal als van de herschreven versie in de Docentenhandleiding staan afgedrukt. Verder bij iedere tekst oefeningen: vragen vooraf (bij voorbeeld bij een tekst over Albert Heijn: Bijna iedereen doet wel eens boodschappen in een supermarkt. Dat is gemakkelijk, maar ook vaak vervelend. Welke dingen vindt u vervelend bij het boodschappen doen in een supermarkt?), globale vragen over de tekst (waar/niet waar- vragen of open vragen) spreekopdrachten, schrijfopdrachten, materiaal voor een rollenspel en soms nog didactische suggesties en ideeën die niet onmiddellijk geënt zijn op de behandelde tekst.

Gevarieerd en aantrekkelijk oefenmateriaal, maar weinig op woord- of zinsniveau. Voor oefeningen op dit niveau hebben de auteurs met opzet niet gekozen: het gaat erom dat de cursisten de grote lijn kunnen volgen. Dit uitgangspunt wordt in de inleiding met grote nadrukkelijkheid beleden. Iets te nadrukkelijk, lijkt me. Want bij de sterk informatieve teksten die hier worden aangeboden, zou die grote lijn wel eens vaak een mager bot kunnen opleveren waaraan voor de cursisten niet veel te kluiven valt.

De leesteksten zijn afkomstig uit Nederlandse dag- en weekbladen en gaan, naast de reeds genoemde titels, over de lange Nederlander, poep op straat, jongerentaal, een cursus voetbalkijken, weer aparte scholen voor meisjes, mogen

[pagina 48]
[p. 48]

kinderen betaald werk verrichten?, een Amerikaan geeft zijn mening over Nederland, de bonthandel, het hergebruik van kerken, de wetenschapslijn (telefonische informatie over allerlei wetenschappelijke onderwerpen), gemoedelijkheid.

De bron van alle luisterteksten is het NCRV-radioprogramma Wie Weet Waar Willem Wever Woont. De onderwerpen: de ANWB-alarmcentrale, dames- en herenfietsen, de achternaam van getrouwde vrouwen, Sinterklaas, drop, geldvervoer, de donorcodicil, bruidsboeketten, is Mondriaan kunst?

De kwaliteit van de cassettes is heel goed. De authentieke opnamen klinken, uiteraard, authentiek. Men heeft geprobeerd de opnamen van de herschreven en opnieuw ingesproken versie ook authentiek te laten klinken, maar dat is maar heel matig gelukt.

 

Ook Ria Koolmees heeft geconstateerd dat het moeilijk is teksten - in haar geval alleen leesteksten - te vinden die aansluiten bij het niveau van de cursist.

En ook haar oplossing is: ga uit van authentiek materiaal en herschrijf het.

Maar in tegenstelling tot de auteurs van Pasklaar, heeft zij het aangedurfd de authentieke tekst twee maal te herschrijven. De herschrijving op het laagste niveau is bestemd voor anderstaligen ‘die een elementaire kennis van het Nederlands hebben, zich al wat grammaticale zaken hebben eigengemaakt en de spelling van de lange en korte klinkers en dubbele medeklinkers tamelijk goed beheersen’ (Woord vooraf, p. 6). De tweede herschrijving is voor ‘meer gevorderde buitenlanders voor wie de oorspronkelijke teksten toch nog te moeilijk zijn’ (p. 7). De gevorderde cursisten, ten slotte, kunnen proberen of ze in staat zijn niet-herschreven authentieke kranteartikelen te begrijpen.

In Ria Koolmees, Teksten op maat. Authentieke leesteksten voor anderstaligen met verwerkingsmateriaal op twee niveaus (ISBN 90 01 48825 0, 127 p., prijs f 24,75, Wolters-Noordhoff 1990), worden dus in één boekje drie klantengroepen bediend. Uit de bovenstaande citaten blijkt al dat het niet eenvoudig is die groepen nauwkeurig te definiëren. Men is daarom des te nieuwsgieriger naar de feitelijke uitwerking van deze drietrapse aanpak.

Hoewel de auteur dat nergens expliciet vermeldt, neem ik aan dat de herschrijving een dubbele bedoeling heeft. In de eerste plaats wil ze daarmee de cursist zover brengen dat, na één of twee sprongen, hij of zij de hoogte van het authentiek materiaal aankan. De herschrijving staat, met andere woorden, in direct verband met het authentiek materiaal. De taal is anders, eenvoudiger, maar de inhoud van de drie teksten is in grote lijnen hetzelfde.

Daarnaast wil men leesmateriaal aanbieden dat gebruikt kan worden los van het bestaande authentieke materiaal, leesteksten dus die op zich de moeite waard zijn gelezen te worden en die geschreven zijn in een eenvoudig maar volwaardig Nederlands.

Als men tegen de achtergrond van deze gedachten Teksten op maat analyseert, blijkt dat er tussen authentiek en herschreven inhoudelijk vaak verschillen bestaan. Een voorbeeld. In de tekst van les 3 (‘Hoogspringer Tränhardt moet zilver teruggeven’) leest men in de authentieke versie ‘De Roemeen Matoy, die

[pagina 49]
[p. 49]

als vierde was geëindigd..’; herschreven wordt dat: ‘die op de vierde plaats stond’. Authentiek: ‘Tränhardt werd uit het klassement geschrapt’ wordt: ‘werd van zijn tweede plaats gezet’; authentiek ‘Sjöberg won het hoogspringen met 2,39, maar zag een poging om met 2,43 het wereldrecord te heroveren mislukken...’ wordt: ‘Sjöberg won het hoogspringen met 2,39 m. Hij wilde het wereldrecord van 2,43 m verbeteren, maar dat wilde niet lukken’.

Ook bij andere teksten stuit men op inhoudelijke verschillen. Ik vind dat verwarrend, zeker als bij de oefeningen de gebruikers van zowel de authentieke als van de herschreven teksten (op het hogere niveau) dezelfde vragen krijgen voorgelegd.

Wie herschrijft om te vereenvoudigen loopt het risico dat de oorspronkelijke tekst zijn smeuïgheid verliest of dat de samenhang van de informatie onduidelijk wordt. ‘Een vliegtuig van een vliegmaatschappij in Koeweit is 16 dagen lang gekaapt. Nu is de kaping afgelopen. Onder de passagiers waren twee vrouwen. Iedereen zag er moe uit. De bemanning kwam als laatste naar buiten’. Dit soort proza leest niet lekker en het is, juist door zijn ‘eenvoud’ eigenlijk ook niet echt gemakkelijk. ‘De Italiaanse vliegers zijn erg beroemd. De Amerikaanse, Engelse en Franse piloten zijn voorzichtiger’. Men voelt dat hier een paar schakels ontbreken. ‘Frank Smit maakt met vrouw en kinderen in een Volkswagen een reis naar Rusland. 25 oude Volkswagens en Porsches gaan van Rotterdam naar Rusland. Dat is 5700 km. In 1990 gaan ze met 270 auto's’. Wie gaat er nou precies met wat waarnaartoe? ‘De heer Reitsma van het CDA was erg geschrokken, omdat bij alcoholcontroles veel chauffeurs gedronken hadden. Sommigen hadden te veel alcohol op’. Tja, men kan natuurlijk van oordeel zijn dat ‘bleek’ een lastig werkwoord is, maar de zaak wordt er niet eenvoudiger op als men het daarom dan maar weglaat. En dat ‘Syriërs’ in de herschreven versie ‘Syrische mensen’ is geworden zal menig docent, die onophoudelijk in het geweer moet komen tegen Franse mensen, Turkse mensen, Duitse mensen en al die andere mensen, pijn doen.

Ik heb met opzet royaal geciteerd uit de herschreven teksten om mijn mening te staven dat de auteur er niet goed in is geslaagd de authentieke teksten te herschrijven in prettig leesbaar en helder Nederlands. Voor leesmateriaal toch een belangrijke vereiste.

Zoals in Pasklaar worden ook in Teksten op maat sommige woorden uit het authentieke materiaal verklaard. Welke woorden? ‘Niet alle moeilijke woorden uit de kranteartikelen zijn verklaard omdat het mijns inziens alleen nuttig is gangbare woorden uit te leggen’ (p. 7). Even verderop zegt de auteur: ‘Het verdient aanbeveling de cursist bij het maken van de opdrachten te stimuleren een woordenboek te gebruiken teneinde de zelfwerkzaamheid te bevorderen.’

Wie kijkt naar de woorden die bij iedere tekst in feite verklaard worden zal moeite hebben te ontdekken wat voor de auteur ‘moeilijke woorden’ zijn en waarom sommige moeilijke woorden verklaard worden terwijl voor andere impliciet naar het woordenboek wordt verwezen. Daarnaast vraagt men zich ook hier af wat precies het criterium is om sommige woorden te verklaren en andere te herschrijven.

[pagina 50]
[p. 50]

Onder het kopje ‘Werkwijze’ leest men: ‘Eerst kan met alle cursisten, als technische leestraining, het kranteartikel gelezen worden. Vervolgens lezen de anderstaligen die een elementaire kennis van het Nederlands hebben de eenvoudigste herschrijving en beantwoorden op basis daarvan de niveau 1-vragen. De meer gevorderde cursisten maken gebruik van de meer ingewikkelde herschrijving met de daarbij behorende opdrachten; de groep gevorderden werkt met de tekst in zijn oorspronkelijke vorm’. (p. 7)

Met andere woorden, Teksten op maat is bedoeld voor een klas waarin zowel gevorderde leerlingen zitten die een authentieke krantetekst aan kunnen als leerlingen die slechts een elementaire kennis van het Nederlands hebben. Plus nog een categorie daartussenin. Ik vraag me af of een dergelijke heterogene klassamenstelling zo vaak voorkomt dat er behoefte is aan leesmateriaal dat speciaal voor deze groep bedoeld is. Als het antwoord is: ja, er zijn veel van dit soort klassen, dan beklaag ik de docent van zo'n klas in het algemeen, maar ook als hij wil gaan werken met Teksten op maat, want dan moet hij of zij zijn of haar klas indelen in drie categorieën, en dat is taalkundig en psychologisch geen sinecure.

Zoals boven reeds is vermeld, zijn er bij de leesteksten oefeningen op twee niveaus. Deze oefeningen vormen voor mij het best geslaagde deel van het boek. Ze zijn gevarieerd en bieden oefenmateriaal op lexicaal en grammaticaal gebied. Er zijn open vragen bij de teksten, er zijn opdrachten die een beroep doen op zelfwerkzaamheid, er wordt aandacht geschonken aan moeilijkheden bij het spellen en - wat men in soortgelijke cursussen niet vaak ziet - aan woordvormingsstrategieën.

Om een idee te geven van de onderwerpen waarover de leesfragmenten gaan, volgt hier een aantal titels: Goede zomer voor toerisme, Supporter had bom bij zich, Meisje dagen onder hypnose na proef op school, Minister dreigt truckers, Kaping voorbij, Enthousiast Turks feest, Italiaanse vliegers altijd gedurfder, Gouwenaar met oude VW naar Sovjet-Unie, Kinderen asielzoekers durven niet naar school. In totaal worden er vijftien onderwerpen behandeld.

Teksten op maat is een interessante poging om authentiek leesmateriaal toegankelijk te maken voor anderstaligen. Maar de auteur is er m.i. niet in geslaagd om in één klap drie groepen van uiteenlopend taalniveau nuttig, interessant en in adequaat Nederlands geschreven leesmateriaal aan te bieden.

 

Tot slot wil ik melding maken van twee andere publikaties.

In de eerste plaats van de leergang Manieren van praten, geschreven door Yolanda Timman. In deze leergang, die als doelgroep heeft anderstalige leerlingen in het beroepsgericht en beroepsvoorbereidend onderwijs, worden communicatieve vaardigheden geoefend (informatie uitwisselen, groeten, een opdracht geven, waarschuwen, een mening geven). Van deze leergang is deel 1 verschenen: Manieren van praten 1, ISBN 90-01-86369-8, 220 p., prijs Fl. 37,50, Wolters-Noordhoff, 1993.

Zodra ook deel 2, het cassettemateriaal en de docentenhandleiding bij deel 1 en deel 2 verschenen zijn, zal deze leergang in NEM besproken worden.

[pagina 51]
[p. 51]

Malmberg (Den Bosch) heeft de veelomvattende cursus Nederlands in perspectief op de markt gebracht. Deze cursus omvat vier modulen en iedere module bestaat uit een tekstboek, een docentenhandleiding en audiocassettes. Bij module 1 en 2 hoort bovendien nog een videocassette.

ISBN 90-2085955-2; prijs voor het volledige pakket Fl. 489,65.

De doelgroep van deze cursus wordt gevormd door volwassen allochtonen die Nederlands leren met het oog op het volgen van een universitaire studie of een hogere beroepsopleiding of die op genoemde niveaus een functie willen gaan uitoefenen.

Hoewel deze publikatie zich dus duidelijk richt op de intramurale situatie lijkt het me zinvol daaraan ook in NEM aandacht te besteden. Dat zal gebeuren als alle onderdelen van deze cursus beschikbaar zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • P. de Kleijn

  • over Berna de Boer

  • over Birgit Lijmbach

  • over Yolande Timman

  • over Marloes de Bie

  • over Anita van der Wal

  • over Marjolijn de Wijk

  • over Ria Koolmees


taalkunde

  • Nederlands als tweede taal