Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Gids. Jaargang 49 (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Gids. Jaargang 49
Afbeelding van De Nieuwe Gids. Jaargang 49Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Gids. Jaargang 49

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.86 MB)

Scans (61.21 MB)

ebook (4.13 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Gids. Jaargang 49

(1934)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 672]
[p. 672]

Maandelijksch overzicht
Letterkundige notities.

Woeker.

De hr. Dr. P.H. Ritter Jr. verkeert als literator en publicist in een gelukkige conditie. Het instrument, dat hij bespeelt, bevat een oneindig aantal snaren, en wèlke snaar hij beroert, hij doet dit met de grootste kennis van zaken, de grootste virtuositeit en steeds den aangenaamsten klank. Een onvermoeid werker, een onvermoeid opmerker, - iemand wiens brandende belangstelling naar alle levensstroomingen gaat, - is hij in Nederland stellig een der veelzijdigste auteurs. Hetzij hij het landschap beschrijft, of ons een inzicht geeft in de psychologie van den misdadiger, hetzij hij zich met de politiek bemoeit, of een zeer juisten kijk toont te bezitten op de letterkundige critiek, of ons verrast met een zijner goedgeschreven romans, - altijd weet hij den lezer te boeien, en is het de moeite wáard wat hij zegt.

Thans, in een lijvig boek, met een, iemand een huivering gevende, sober-symbolische teekening op den omslag, heeft Dr. Ritter het onderwerp ‘woeker’ aangegrepen en uitgewerkt met een waarlijk beklemmende kracht.

In zijn zuiver realistisch besef houdt de schrijver zich vrij van overdrijving; men voelt, dat hij naar de werkelijkheid beeldt, en het is daarom dat zijn werk zulk een ontzaglijken indruk maakt. Niemand kan deze bladzijden, die den nood en het lijden, den angst en de zorgen van een bepaalde menschenklasse zoo aangrijpend naar voren brengen, zonder ontroering lezen. En behalve een treffenden roman heeft Dr. Ritter ons in dit boek een openbaring gegeven van de tragiek, die het leven van vele onzer medemenschen tot een hel op aarde maakt.

Wie is er in den tegenwoordigen tijd vrij van levensvrees? Wie

[pagina 673]
[p. 673]

wordt niet gekweld door moeiten en zwarigheden, door de smart en de pijn der ontbering? Bij al wat wij reeds door ondervinding of van hooren zeggen wisten, licht nu Dr. Ritter nog een tip van den sluier op, waarachter zich een geheele kolonie van menschen, - de ambtenaren, - in wanhoop wringen en radeloos voortslepen hun jammerlijk bestaan......

Menschen, die wel gevangen lijken in 's noodlot's ban. Die grijpen naar een houvast, - maar, zie, het is slechts een schijn-redmiddel en zij worden nog dieper weg-gezogen in het drijfzand, dat onherroepelijk tot den ondergang leidt.

Kent gij, lezer, Victor Hugo's beschrijving van: De dood in het drijfzand, - (dat wij als leerlingen op school moesten lezen? stellig geen geschikte kinderlectuur!) Welnu, aan dit langzame stervensproces, waaraan geen ontkomen is, waarbij men zich geleidelijk voelt weg-zakken in een martelende massa, waaraan men zich niet ontworstelen kan, zóó onbarmhartig wordt men ingekapseld, en met ontzettende zekerheid weg-getrokken uit het leven, - herinnert Dr. Ritter's boek.

Woeker.

Wat woeker percies is, hoe hij werkt, en hoe hij met absolute vastberadenheid alle levenszenuwen verlamt, hoe hij den ondergang bewerkstelligt van wie in zijn klauw is gevallen, - daarvan geeft deze roman een ‘schauerliches Bild’. In de episode van Janssen en Karel van Wijck bij de woeker-firma wordt ons geopenbaard, hoe de practijken zijn van deze instellingen, en hoe zij, wat zij met de eene hand geven, tienvoudig terugnemen met de andere hand. Het is haast onbegrijpelijk, zou men zeggen, dat er nog altijd menschen gevonden worden, die zich aan de schijn-hulp van den woeker overgeven, - maar de roman van den heer Ritter maakt het heel duidelijk, hoe er omstandigheden kunnen zijn, die aanleiding gegen tot het doen van dezen noodsprong. Geld, baar geld in handen te krijgen op een gegeven oogenblik kan alles waard zijn voor den betrokkene, die zijn gezond verstand dicht sluit voor de overweging der gevolgen, en in harde onverschilligheid bij zichzelven zegt, - (misschien wel zeggen moet) après moi le déluge......

Er bestaat een aardigheid, waar men gedachteloos om lacht:

Een woekeraar vertelt aan zijn vrouw, dat hij aan een student

[pagina 674]
[p. 674]

duizend gulden heeft betaald, maar hem een schuldbekentenis voor tweeduizend gulden liet teekenen. Waarop de vrouw scherp ten antwoord geeft:

Waarom heb je hem dan niet tweeduizend gulden geleend, dan had je hem immers niets behoeven uit te betalen?......

maar geeft deze anecdote niet een goede karakteristiek van het wezen van den woeker?......

Eén licht-zijde is er in deze zaak: het boek van Dr. Ritter werd gedacht kort vóór de aanneming van de anti-woekerwet, die, zegt de schrijver: ‘......wellicht niet de eind-oplossing geeft van het woeker-probleem, maar die toch veel heeft verbeterd’.

‘Woeker’ is geen zedenroman en geen sleutelroman, - neen, dit boek is véél meer dan een tendenz-geschrift! Deze roman is het resultaat van een kwart-eeuwsche beschouwing van het departementale doen en drijven, en dit werk geeft het gemiddelde van wat de auteur opmerkte gedurende al dien tijd in het Rijk van den Heiligen Bureaucratius. De Haagsche ambtenaarsstaat vormt een wereld op zichzelf; en in deze wereld worden, door de omstandigheden of door aangeboren aard, typen gevormd, die Dr. Ritter met evenveel fijngevoeligheid als kracht, voor ons heeft geboetseerd.

De figuren leven ten voeten uit. Als de knappe karakterkenner en -keurder, die hij is, heeft de auteur de verschillende ambtenaren en beambten voor ons gekarakteriseerd. Het milieu, waar hij ons binnenvoert, wordt ons zóó duidelijk voor oogen gesteld, als hadden wij er waarlijk in levenden lijve eenigen tijd in vertoefd. We zien de gebaren der menschen, we hooren hen spreken, en we raden achter de uiterlijke woorden, de intieme drijfveeren, de geheime bedoelingen, de verborgen zorgen, - den haat, de afgunst, de valschheid, de goedhartigheid, de ijskoude onverschilligheid, het hartstochtelijk meegevoel (zooals dat van Karel van Wijck voor den ongelukkigen Janssen!).

De machtswellust der hoogere rangen, de onafhankelijkheidszin der ondergeschikte ambtenaren, het verschil tusschen den eenen en den anderen ‘bode’, - de omgevingen, de onderlinge omgang der bevolking van het departement, de werkzaamheden, alles wordt zoo levendig en intrinsiek geschetst, dat wij ons er een uitstekende voorstelling van kunnen maken. Ook hier, als in elk ander onderdeel der maatschappij, een ontplooiing van alle mogelijke menschelijke

[pagina 675]
[p. 675]

hartstochten, ook hier treft men intriges aan, en ‘Streberei’, en spionnage, en ambitie, en het bedacht zijn op eigen voordeel. En het is de verdienste van Dr. Ritter, dat hij zich objectief blijft houden aan de realiteit; dat hij de waarheid nergens geweld aandoet, en zelfs de antipathiekste personen niet verworden doet tot caricatuur. De fijne, gevoelige wijze, waarop hij zich in de psyche zijner creaties indenkt en die weergeeft, vooral ook van vrouwen, verdient allen lof, terwijl men zich verbazen mag over de groote mate van kennis, die Dr. Ritter zich omtrent de dag-verdeeling, den arbeid, de verhoudingen, de gesprekken, en alles wat ter zake dienen kan, heeft weten te verwerven. Welk een studie is hiervoor noodig geweest, en welk een groote opmerkingsgave moet men bezitten, om een dergelijke, voor de meeste menschen ontoegankelijke wereld, dusdanig te evoqueeren...... en dat de schrijver eerst na vijfentwintig jaren zijn stof ‘rijp’ genoeg achtte om te worden behandeld, legt voor zijn ernst en zijn werkelijkheidsliefde een loffelijk getuigenis af.

Twee factoren zijn er, die Dr. Ritter's geschrfiten zoo aangenaam leesbaar maken: zijn humor en zijn sympathie. Voeg daarbij nog den eenvoud van zijn stijl, zijn oprechtheid en zijn enthousiasme, en ge kunt u de reden zijner populariteit verklaren!

Het is te wenschen, dat het boek ‘Woeker’ (uitgave D.A. Daamen's Uitg. Mtsch. N.V. te 's-Gravenhage) veel, zeer veel worde gelezen; het zal in tal van menschen iets wakker roepen, en, laten wij hopen, vele autoriteiten tot nadenken stemmen.

En ook is het te hopen, dat het publiek die andere juist verschenen uitgave van Dr. Ritter: Het welkom schandaal (P.N. van Kampen en Zoon) welkom heete, want dit kleine, fijne verhaal biedt ons weer een geheel ander staal van 's schrijvers talent, en de frisson van weemoed, die er doorheen huivert, laat nog lang bij ons een zacht-meevoelende herinnering na......

De intelligente objectiviteit van Dr. Ritter blijkt overtuigend uit het feit der verschijning van twee biographieën over een paar diametraal aan elkaar tegenovergestelde politieke personen: Mussert en Wijnkoop (Hollandia Drukkerij Baarn). Dat de biografie over Mussert reeds een tweeden druk beleefde, pleit genoeg voor de belangstelling van het publiek. Ge kunt u dan ook gerust aan het verslag van Dr. Ritter toevertrouwen; zijn eigen

[pagina 676]
[p. 676]

pro's en contra's laat hij zorgvuldig buiten spel, om zich uitsluitend te bepalen bij de zaken en feiten de onderhavige personen betreffende. Tot ons genoegen vernemen wij, dat Dr. Ritter voornemens is, nog andere figuren, die in het brandpunt der algemeene aandacht staan, te behandelen, en de namen worden genoemd van Gerretson, Johannes de Heer, van Duinkerken, Kees Boeke en Kersten. Wij zien daar met verlangen naar uit, want inderdaad, dit is een goede gelegenheid om nader kennis te maken met deze merkwaardige figuren, als deze kennis ons bijgebracht wordt door iemand met het gezag en de bekwaamheid van Dr. Ritter.

En daar verschijnt waarlijk nóg een uitgave, die Dr. Ritter's ongelooflijke werkkracht bewijst. Het is de vertaling van James Spenser's De Dictatuur van de Misdaad (Uitg. L.J.C. Boucher te 's-Gravenhage). ‘Daar kan geen detectiveroman tegenop’, zei de Daily Sketch van dit boek, en inderdaad, deze gruwbare werkelijkheid overtreft alle imaginatie. En evenals met Ritter's eigen boek Woeker geldt het ook van dit werk: lees het en overweeg het, en moogt ge ook na de lectuur een ‘sadder man’ geworden zijn, - dan toch tegelijkertijd ook ‘a wiser man’.

N.G.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken