Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Gids. Jaargang 52 (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Gids. Jaargang 52
Afbeelding van De Nieuwe Gids. Jaargang 52Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Gids. Jaargang 52

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.77 MB)

Scans (49.18 MB)

ebook (3.69 MB)

XML (2.19 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Gids. Jaargang 52

(1937)– [tijdschrift] Nieuwe Gids, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

Bibliographie

Mia Bruyn-Ouwehand. Dokter Heldring's groote conflict. A.A.M. Stols. Maastricht

Een aangenaam leesbaar, goed geschreven boek, dat ons Indië. wat milieu en landschap, menschen en zaken betreft, uitstekendduidelijk voor oogen stelt. Het conflict van dokter Heldring is het conflict van vele mannen, die, naast de liefde, een beroep, een taak of een voorkeur hebben voor iets, waar de echtgenoote buiten moet blijven staan. Ik herinner hier aan Dickens' vrouw, die haar man verliet, omdat zij niet langer verdragen kon achter te staan bij zijn werk. Ja.... wanneer een meisje in het huwelijk treedt met een man, die een kunstenaar, een geleerde of een wetenschapsmensch is, dan weet zij van te voren, op straffe van de toekomst van haar echtgenoot te vernietigen, zich op het tweede plan dient te moeten houden; en wie dat niet kan, wie er niet tevreden mee is te leven ‘blottie dans la grande ombre’ van haar beroemden gade, die roept de tragedie op, die de ondergang is van liefde en huwelijk.

Met fijnheid, gevoeligheid en intuitief begrip heeft Mia Bruyn deze tragedie uitgebeeld. En, gegeven het karakter van dokter Heldring, is het ‘happy end’ logisch en aannemelijk.

Wanneer wij komen aan het tweede deel van het drama (daar waar Hetty van een anderen man een kind verwacht) worden wij onweerstaanbaar herinnerd aan Gabriele d'Annunzio's De schuldelooze, en....

Maar laten wij niet onrechtvaardig zijn. Mia Bruyn zal zich wel niet verbeelden op gelijke hoogte te staan met een d'Annunzio. Laten wij dus maar alleen constateeren, dat deze schrijfster het er op hare wijze heel goed heeft afgebracht, dat zij de werkelijkheid geen geweld heeft aangedaan en dat wij haar verhaal kunnen beschouwen als wezenlijk gebeurd.... geen kleine verdienste waarlijk.

[pagina 96]
[p. 96]

Margot Warnsinck. Meisjes spelen het klaar. Joh. E. Kuiper. Als je maar wilt. D.A. van Binsbergen. Naar de Tapajos. (Geïllustreerd door Hans Borrebach en R. v. Looy. Allen: Gebr. Kluitman, Haarlem.)

Vóór de groote vacantie en voor de groote vacantie komen de verrassingen der Gebr. Kluitman los. Al vele, vele malen heb ik deze firma kunnen roemen en ik blijf er nog steeds gelukkig aanleiding toe vinden. De ‘boeken van Kluitman’ staan dan ook altijd bovenaan op de verlanglijstjes der jonge leeslustigen.

Meisjes spelen het klaar.... (Apropos, dames, verzin nu s.v.p. eens andere titels dan: Cootje zet zich schrap, Tanden op elkaar, Puck zet door, Het stuur in handen, Als je maar wilt, Meisjes spelen het klaar, - die allen al te duidelijk denzelfden inhoud verraden en welke boeken men dus gemakkelijk met elkaar verwisselen kan!) Het is typisch op te merken, dat er, zelfs in kinderboeken, een soort van ‘mode’ bestaat. Nadat wij te uit en ter na genoten hebben van ‘robbedoezen’ en ‘wilde Jo's’ en ‘driftkopjes’ en ‘ontembaren’ en ‘wildebrassen’, bestaat er thans een neiging., in overeenstemming met de tijdsomstandigheden, om bakvisschen aan allerlei beproevingen en moeilijkheden bloot te stellen, die zij dan glorierijk doorstaan. Ook in pedagogisch opzicht is er voor deze moderne keuze van onderwerp zeer veel te zeggen!

Als je maar wilt herinnert mij aan een boek, dat mij in mijn meisjesjaren zeer lief is geweest, n.l. The daisy-chain van Charlotte Younge. Deze woorden beduiden niets dan lof voor het boek van Johanna Kuiper.

En dat Margot Warnsinck het métier verstaat, dat weten we wel. De verschillende meisjesfiguren, en vooral Ank. zijn goed geteekend en de familieomstandigheden (zieke vader, zieke moeder, dood van een dezer, verlies van fortuin, - ja, wat zal men anders al verzinnen om den toestand thuis zwaar en ingewikkeld te maken?) zijn niet onnatuurlijk. Een ‘echt’ boek, zelfs ‘knal’!

Voor jongensboeken is het terrein niet zoo eng begrensd, neen, heerlijk ruim en alle mogelijke genres omvattend. Na een boeienden band (ruiters, weg-racend voor een razenden brand) krijgen we een avonturenroman, dien men ademloos van bladzijde tot blad-

[pagina 97]
[p. 97]

zijde volgt. Weg met Aimard, weg met Lucien Biart, weg met Karl Muller, hier hebben we een Nederlandsch auteur, die ons meevoert naar den Tapajos, een der bronrivieren van de Amazone, waarheen een wetenschapelijke expeditie vertrekt, die twee gelukkige Hollandsche jongens mogen vergezellen. Men hoeft echter de lotgevallen niet zelf mee te maken om ze met romantisch pleizier te apprecieeren en we zijn het dan ook volkomen eens met de Amsterdamsche vrouw, moeder en tante, die zei, dat ze van de verhalen meer genoot dan ze gedaan zou hebben als ze al die avonturen zelf had beleefd. D.A. van Binsbergen (een nieuw aangekomene?) heeten we van harte welkom in den kring.

 

Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe.

H.W. Ponder. Java's Pracht en Praal. - Voor Nederland bewerkt door Dr. C.P. Gunning, ingeleid door Z.Exc. Dr. H. Colijn. Amsterdam 1936. Nederlandsche Keurboekerij.

‘Dit boek brengt Java werkelijk dichter bij Nederland. Het geeft beschrijvingen, feiten, stemmingsbeelden en historische mededeelingen op een wijze, dat elk eenigszins ontwikkeld Nederlander het gelezene als bijna zelf beleefd of gezien zal vasthouden. Aan scherpe waarneming paart zich bij herhaling gezonde humor. de illustraties zijn goed en, wat bij de snel wisselende toestanden 66k van beteekenis is, het boek verscheen in 1934; het is dus ook “up to date”. Kortom het is een boek over Java zooals er tot nog toe geen was; het voorziet - om een gemeenplaats te bezigen - in een werkelijke behoefte. En men dient schrijfster en vertaler beide erkentelijk te zijn voor de moeite die zij zich gaven om in een bestaande leemte te voorzien’.

Aldus Minister Dr. H. Colijn in zijn ‘Ter Inleiding’ van dit boeiende en met liefde geschreven boek. Inderdaad is Miss Ponder erin geslaagd ons in eenvoudige taal haar indrukken weer te geven, die Java op haar heeft gemaakt. Wij reizen met haar mee in haar auto door de bergen en over de hoogvlakten en luisteren

[pagina 98]
[p. 98]

gretig wanneer zij vertelt over djongos, Chineesche kooplieden, sawa's, wajangpoppen, den Soesoehoenan van Solo, den Pasar Gambir, de suikerplantages en zoovele andere interessante dingen die er op Java te vinden zijn. Dit alles discht Miss Ponder ons smakelijk op, afgewisseld door persoonlijke ervaringen en pittige bijzonderheden. Bovendien is het voor een Hollandsch oor wel heel aangenaam door een Engelsche de goede kolonisatie-hoedanigheden van de Nederlanders te hooren roemen. Haar groote sympathie voor dit eiland en zijn bewoners, gesteund door een soms weldadigen humor, heeft ons een boek geschonken, dat, om in den geest van Minister Colijn te spreken, voorgoed een plaats zal veroveren in het hart van iederen Nederlander.

W.L. Brusse. Patiënt. - Rotterdam 1935. W.L. & J. Brusse's Uitgevers-maatschappij N.V.

Een dankbare patiënt vertelt hier van zijn ondervindingen in een groot, openbaar ziekenhuis. Het werd een boeiend relaas van het inzicht, de kundigheid en hulpvaardigheid, die daar van het hoog en laag dienstpersoneel worden vereischt.

Jan Walch. Kortsluiting. - Amsterdam 1935. N.V. Em. Querido's Uitgevers-Mij.

Een dol vermakelijke klucht. De geschiedenis van vrijgezel majoor Muys, hoe hij op een buitenlandsche reis plotseling zijn geheugen verliest en op even zonderlinge manier weer terug krijgt. De scène's waarin de majoor zonder geheugen verwikkeld wordt, zijn ook voor de film om van te smullen. Bijzonder geslaagde amusementslectuur die ik gaarne aanbeveel.

Arthur van Schendel. Een Hollandsch Drama. - Amsterdam 1935. J.M. Meulenhoff.

Een gevoelig en sober verteld verhaal van soliede burgermans-fatsoen en menschelijke gepredisponeerdheid. Floris is erfelijk

[pagina 99]
[p. 99]

belast. Hij is een dief en weet dit zelf. Hij heeft ontzag voor zijn oom Gerbrand, die weliswaar een nauwen en geringen geestelijken horizon er op na houdt, maar toch een man is van karakter en onvolprezen rechtschapenheid. Wellicht had Floris onder elk ander milieu eveneens een dief geworden.

Het is de groote verdienste van den schrijver dat wij volkomen begrijpen, hoe Floris bijna tot waanzin geraakt en brandstichter wordt, hoofdzakelijk door het zonlooze milieu waarin hij verkeert. Ook Wijntje, zijn meisje, dat hem oprecht lief heeft, kan hem niet voldoende boeien. Vooral het slot van dit Hollandsch Drama is heel suggestief geschreven. Het vertoont den natuurlijken climax van een dramatisch gebeuren.

Persoonlijk boeide mij de auteur van Drogon, Een Zwerver Verliefd, Angiolino en de Lente en Der Liefde Bloesems veel meer. Er was in de romatische periode, zal ik 't maar noemen, van Van Schendel wel eens iets dat naar manier zweemde, maar er was ook en vooral kleur, contrastwerking, melodie, verhaalspanning en innerlijk zielsbewegen. Ook in dit laatste boek van Van Schendel voelt men voldoende aanwezigheid van het gemoed. De strakke schrijfwijze beteekent niet alleen een winst. De taal is valer geworden, het verhaal minder veelzijdig.

De lezer heeft allang begrepen, dat ik dus ook dit boek van Van Schendel waardeer. Met zijn vroegere boeken was ik blij. Zij gaven me iets moois in mijn leven. Maar waardeering voor kunst is lang niet het beste waartoe men kan geraken. Ik zal het dan maar eerlijk zeggen: het deugdelijk werk Een Hollandsch Drama heeft mij niet geboeid. Bij de eerste 150 bladzijden heb ik mij verveeld. En dit is altijd een achteruitgang.

 

Max Kijzer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Meisjes spelen het klaar

  • over Als je maar wilt

  • over Naar de Tapajos

  • over Java's pracht en praal

  • over Een Hollandsch drama


auteurs

  • Jeanne Reyneke van Stuwe

  • Max Kijzer

  • over Mia Bruyn-Ouwehand