Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 6 (1951-1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 6
Afbeelding van Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 6

(1951-1952)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het N.I.R. en de literatuur

De rubriek Zoek de Mens is uiteraard van een levendige losheid die niet altijd verenigbaar is met de scrupuleuze en geijkte waarheid. Gaarne zetten wij zelf recht wat wij abusievelijk als enigszins krom hadden voorgesteld.

Ziehier een officieel schrijven van het Belgisch Nationaal Instituut voor Radio-omroep:

‘Het Juni-nummer van het Nieuw Vlaams Tijdschrift publiceert van de hand van zijn redacteur H.L. een bijdrage, waarin de ‘culturele nulliteit’ van het N.I.R. wordt aangeklaagd.

Ik vermoed dat deze absolute veroordeling meer onze gesproken uitzendingen dan de muzikale wenst te treffen en dat in het bizonder uw redacteur van oordeel is, dat de literatuur niet tot haar recht komt in onze programma's. Tevens veronderstel ik dat deze minachtende uitlating uitsluitend voor rekening komt van de redacteur en niet voor het N.V.T. in zijn geheel; zoniet ware het mij onbegrijpelijk dat het N.V.T. vaak bijdragen heeft afgedrukt, die voordien voor de micro van het N.I.R. werden gelezen; zoals trouwens in goede wederkerigheid, boeiende verhalen, verschenen in het N.V.T. - (ik denk bv. aan ‘De Trein der Traagheid’ van Johan Daisne en ‘Regen en Gaslicht’ van Hubert Lampo) - na hun publicatie, in ons radio-feuilleton werden opgenomen.

Schiet werkelijk de Litteraire en Dramatische Afdeling van het N.I.R. te kort in haar programma's? Verleent zij, zoals H.L. beweert, geen voldoende materiële en morele steun aan de jongeren? Ik kan hierop met leerrijke gegevens antwoorden, die ik U ten zeerste dank

[pagina 90]
[p. 90]

zou weten in de eerstvolgende aflevering van het N.V.T. aan uw lezers bekend te maken:

1oSinds de bevrijding werden niet minder dan 236 auteurs uitgenodigd om voor te lezen uit eigen werk. Voor deze voorlezingen betaalt het N.I.R. erelonen, die meer dan het dubbele bedragen, van wat gebruikelijk is bij de Nederlandse Omroep Verenigingen.
2oHet N.I.R. bezit een wekelijkse rubriek ‘Kunstkaleidoscoop’, waarin telkenmale een litterair thema wordt behandeld.
3oHet N.I.R. richt debatten in: ‘Seniores contra Juniores’, waarin onlangs nog de litteraire opvattingen van Van de Kerckhove en Walraevens geconfronteerd werden met deze van Maurice Roelants en Raymond Herreman.
4oAan alle litteraire gebeurtenissen, hoe beperkt hun betekenis soms ook moge wezen, worden reportages gewijd.
5oHet N.I.R. heeft in zijn programma's een Tijdschriftenkroniek, welke veel omstandiger is, dan gelijkaardige kronieken in de gedrukte pers.
6oOntelbaar zijn onze boekbesprekingen. Zij worden verzorgd, niet alleen door ambtenaren van de radio, die tevens letterkundigen zijn, maar ook nog door vrije medewerkers.
In strijd met wat H.L. schrijft, beschikken deze recensenten wel degelijk over de ‘vrijheid van een eigen oordeel’. Deze vrijheid is alleen beperkt door het statutair voorschrift van het N.I.R., hetwelk verbiedt dat men personen, bij name genoemd, zou krenken, - deze personen wezen dan diplomaat, dichteres of handelaar in stofzuigers.
7oHerhaalde malen heeft het N.I.R., niet alleen in zijn uitzendingen, maar ook in de gedrukte pers, de letterkundigen aangespoord luisterspelen te schrijven. Onlangs nog werd een wedstrijd voor luisterspelen met een schitterend resultaat bekroond: 146 inzendingen, waarvan niet minder dan 13 luisterspelen aanvaard werden voor uitzending.

Wij vermelden dan nog volgende uitzendingen:

-Lyrische programma's van grote dichtwerken, in samenwerking met het groot symfonisch orkest;
-Vlaanderen's dichters in woord en melodie;
-Schoonheid der Poëzie;
-Declamatie-programma's;
-Radio-feuilletons;
-Bladzijden uit de Wereldliteratuur;
-Toneel- en Filmkronieken;
-Vooraanstaande Noordnederlandse en Zuidafrikaanse letterkundigen, bij hun doortocht in België, worden steeds door ons uitgenodigd;
-Talloze montages handelend over grote litteraire figuren en gebeurtenissen, enz.

Wat de ‘materiële steun’ aan de letterkundigen betreft, mag ik

[pagina 91]
[p. 91]

hier toch ook even aanstippen dat het N.I.R. aanzienlijke financiële steun verleende aan het Fonds voor de Letterkunde.

Mij dunkt dat dit alles een culturele activiteit uitmaakt, die beter verdient dan het waarde-coëfficiënt nul.

N.I.R.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken