| |
| |
| |
Verwoordingen
gorchrog ruim mbof bors, grem heups bui beurt bol skronsj smuurf krasto beurp mein de vermek aligoor venza po marotaas pun ilarom sartaal fij fij intre. Venza proormu ladaal, insataal kor pent bocholter vert kobaan namdel a versi lokaas masnijl. Per vlate bas karitek onam puin atort atielor befarzen tef garmaar; apersie mont barot katulak miem post veltok? [Po talaar ben verlook, ier zabuttel teer imber a vostdar man wammel ge zolten. Ban verswolm garaal, mielt verteken mijn zwal.] Bosten po korsten geralden en gaal - velta berken pun, mortaals van slijge ponem. Markij de domen, hoewel dos puil het gezaul valmoot, en kor versmaat virool zwale pun van de garmaar. Het kralde beer verast alze toon. Bors inteelt korsel breel achter kraat verswoel, ofschoon goel verwacht vas van de dolpen. [En trok mint ales nool terug po krozaam be op venza zeer versi karitijk. Het proon van een ier vostaar me altu paan. Almo zom ik peun dat el er buut zal in sartaal, zo'n virool po te zokken? Ook bosten pormu ik door Amena heb geralt hoe wijneg glat de krudoor balze van deze mielt. Misschien kal toon opdat wammel zou keltien berren: door een velta maak je je namdel op een portaalt die jest dulmaat lijkt, die mielt je boroos niet befarst. Kor is het vijt wat je in de olmaar ambiet: dat pun er ongestoort ka nterlozen.] Ok telefoon peun sints vier kroot defekt, ik tolme het niet zaar, het kert louter plichtshalve dat nool het vermaas gemelt karnet, ik bamoos liever een tijt monaai onberijkbaar, verlede week heb meldert po het eerst akijl m'n moraas de bisalt late belle zonder lepaal te neme, ik verwacht niets goets van buite
willen geen grondgebied. Wij streven niet naar bases. Wij hebben de edelmoedigste vredesvoorwaarden aangeboden, een eervolle vrede voor beide zijden. Maar wij zullen niet verslagen worden en
| |
| |
we zullen nooit onze vrienden aan communistische agressie uitleveren. Al komen wij aan het eind van deze lange en moeilijke strijd, toch moeten wij standvastig zijn. Wij moeten niet versagen. Want alles waarvoor wij risico hebben gelopen en alles wat wij in de loop der jaren hebben gewonnen staat in de komende weken en maanden op het spel. Wanneer wij nu onze vrienden in de steek laten, zullen wij zeker onszelf in de steek laten en eveneens onze toekomst. Indien wij nu volharden, zal de geschiedenis Amerika danken voor zijn moed en zijn visie op dit ogenblik van beproeving. Laat ons dan onszelf verenigen als natie in een krachtige en wijze vredespolitiek - niet de vrede van de overgave, maar vrede met ere - niet alleen vrede in onze tijd, maar vrede voor de komende generaties.
Tenslotte zou ik tot het Amerikaanse volk willen zeggen: ik vraag u om dezelfde krachtige steun die u uw president in moeilijke momenten altijd hebt gegeven. Het is vooral naar u dat de wereld zal kijken. Ik weet hoe graag u deze oorlog zou willen beëindigen. Ik weet hoe graag u onze mannen thuis wilt brengen. Ik geloof dat u weet hoe graag ook ik de oorlog wil beëindigen en onze mannen thuisbrengen. U wilt vrede. Ik wil vrede. Maar u wilt ook eer en geen nederlaag. U wilt een echte vrede, geen vrede die slechts een voorspel is tot een nieuwe oorlog.
Op dit ogenblik moeten wij samen vastberaden zijn. Zoals zo dikwijls in het verleden hebben wij Amerikanen niet voor oorlog gekozen. Die is ons opgedrongen door een vijand die de uiterste verachting heeft getoond voor elk voorstel dat wij deden ten behoeve van de vrede. Daarom mijn mede-Amerikanen vraag ik u vanavond uw stem voor dit besluit, een besluit dat slechts één doel heeft: niet de oorlog uit te breiden, niet de oorlog te voeren, maar deze oorlog te beëindigen en het soort vrede te winnen dat duurzaam is. Met Gods hulp, met zijn steun zullen wij dat grote
| |
| |
treedt verstening in. De voorwerpen, de lichamen worden hard. En ook bros? Behoedzaamheid is geboden. Door schokken, rukken of stoten kunnen uitstekken breken: takken grepen armen steken oren poten heften horens erkers vleugels koppen handen vingers. Over de gevolgen van dergelijke breuken voor het voortbestaan van voorwerpen en lichamen kan men zich nog niet uitspreken. Ze zullen moeten blijken uit ongevallen die zich ongetwijfeld zullen voordoen. Mogelijk is de mate waarin de verstening ook inwendig vordert doorslaggevend.
De ervaring van afstanden verandert. Aan de wederzijdse aantrekkingskracht kan men zich enkel door grote verwijdering onttrekken, en anders maakt alleen onmiddellijke nabijheid de stoten en schokken ongevaarlijk; de grootste risico's bieden nu de afstanden die men vroeger middelmatig noemde. Vele lichamen wijken uit naar de minst bevolkte gebieden, de uitzwerming neigt naar een optimale, gelijkmatige spreiding. Andere dringen bij elkaar samen, binnen afstanden die kantelingen onmogelijk moeten maken. Daar raken voorwerpen met lichamen en lichamen onderling vaak zo gehaakt, geklemd of gestrikt dat loswrikken waarschijnlijk verminkingen zou veroorzaken; op die manier raken lichamen of voorwerpen voorgoed in elkaar gehecht zonder dat er van een echte vergroeiing sprake is. Binnen die agglomeraten veroorzaken de zwaartekracht en de algemene aantrekkingskracht aanhoudende en wisselende aanrakingen van geringe intensiteit, een soort eeuwigdurend strijken schurken krassen schaven slijpen, waarvan het geluid vergelijkbaar is met het geschuifel van boomgebladerte. Door de schuurbewegingen worden de samenscholende lichamen en voorwerpen glad en scherp, wat misschien hun weerstand tegen schokken verhoogt. De bodem van de agglomeraten raakt met kiezel- en zandachtig schuursel bedekt, dat de stabiliteit van voorwerpen en lichamen doet toenemen, de schok bij een eventuele val verzacht,
| |
| |
de aanhoudende bewegingen remt en weleens stillegt. Maar krachtige luchtstromingen kunnen het fijnste schuursel wegblazen.
De tijd verandert, het leven vertraagt en versnelt tegelijk. Door de contiguïteit binnen de agglomeraten worden gebeurtenissen en tekens er vrijwel simultaan waargenomen, het tijdsverloop tussen uitzending en ontvangst, actie en reactie, vraag en antwoord is er bijna zo gering als binnen een voorwerp of lichaam afzonderlijk. Buiten de agglomeraten lijkt de tijd wel gestold en in ongelijksoortige brokstukken gebarsten; onvoorstelbaar lang gebeurt er niets en lijkt de tijd opgeheven, tot een zandstorm nadert en overgaat, dan jaren- of misschien eeuwenlang niets en dan een kleine afvloeiing van losgekomen gruis en dan een onmetelijke tijd lang niets en dan een kanteling of een aardbeving en dan niets. Buiten de agglomeraten vergt een toenadering van een voorwerp en een lichaam of van lichamen onderling een ongehoorde tijd, het benaderde moet een overvloed aan tekens ontvangen dat men niet op een krachtmeting en een botsing aanstuurt, moet te kennen geven dat het zich niet schrap zal zetten maar een gebeurlijke schok zal bufferen, er dient gelaveerd met de zwaartekracht, de gravitatie- en de wrijvingskrachten om de bijeenkomst zo onschadelijk mogelijk te maken, tot op het laatste ogenblik moet er beraadslaagd en onderhandeld worden over de manier waarop men elkaars uitstekken zal ontzien. Alle voorzorgmaatregelen kunnen het risico van een botsing nog niet uitschakelen.
Het taalgebruik verandert. Binnen de agglomeraten vervloeit de taal tot een gelijkmatige stroom van zeer korte, toonloze zinnen, vaak woordzinnen, vol toespelingen en impliciete verwijzingen die alleen voor de leden van het agglomeraat verstaanbaar zijn, een aanhoudend intiem gefezel dat vaak niet te onderscheiden is van het geschuifel veroorzaakt door de schuurbewegingen. In de buitenwereld zwelt de taal aan tot grote, zware eenheden die op een eruptief oratorische manier de
| |
| |
stilte breken en als het ware vertwijfeld met de stilte worstelen tot het gehuil van de wind ze overstemt of de stilte ze dan toch verzwelgt; het zijn lang opgekropte, nauwkeurig gestelde, compacte, episch galmende volzinnen die zich alleen onder de zwaarste druk een weg banen breken naar de woeste
voor alles, zohaast ge hept lere spreke: lere liege. Daartoe de hulp gebruike van de grote mense: op een slecht aangediende leugen antwoorde ze met spot of straf. De familie gebruiken als oefenterrijn, er in het klijn de knepen inoefene die buite van pas kome. Vader tege moeder uitspelen en omgekeert. Op geen enkel gebiet uitblinken op school. U niet op uw kop late zitte behalve door de meesters omdat het zo hoort. Lere dat ge nooit op ijgen houtje vraak mag neme, dat ge moet wachte tot er in groep wort afgerekent: zo geeft ge u nie bloot. Wel vrienden hebben of vriendinne, maar ze altijt op een afstant houden: ‘Ik ben met u nie getrouwt’. Elke geestdrift uitleven in sport of in het uitgaan, zo kan niemant ze voor wat anders gebruike. Tuis zakgelt wete los te krijgen, en altijt maar meer: een nuttige oefening voor later. Zo lang mogelik wachte met vrijen, en intussen uit uw oge kijken hoe het de andere vergaat. Als het dan toch moet, een mijsje of een jonge kieze die ge de baas kunt; later kunt ge die dan nog uitspele tegen haar of hem die ge apsoluut moet hebbe. Maar u niet om een vinger late winden, u van het begin de vrijhijt rezerveren die ge vroeg of laat toch weer nodig hept. [Denk maar aan de man die uren op het weesee doorbracht, de enige plaats waar zijn vrouw hem nog met rust liet.] Nooit alles vertelle, leren uw bek houden. En nu en dan met opzet niet opdagen op een rendeevoe. Dan de school verlate voor het ateljee, de fabriek of het kantoor. Alle schoolervaringe gebruiken om u uit de slag te hale. Zwijge met de zwijgers, sakkere met de sakkeraars, lache met de lachers, zuipe met de zuipers. Niemant de minste geringste
| |
| |
kans geven om u te onderschijde: voortdurent zijn ze op zoek naar slachtoffers en zondebokken, en die krijge geen kans om zich te herschole, reke maar. Leren omspringe met uw zuur verdiende gelt. Alle handelare en verkopers en verkoopsters doorzien als beurzenlichters, alle winkels, reklames, etalaazjes als loze venstergaten op een loze werelt, wachttorens van waaruit men uw handel en wandel dag en nacht in de gaten hout. Ge kunt nu en dan weleens met gelt smijten, uit desperasie, uit razernij - maar ga u vooral niet inbeelde dat ge u vrij kunt kope want dat is er nie bij. Tijdig trouwe, d.i. voor het de anderen opvalt. Maar niet de smekende partij zijn want daar wort later misbruik gemaakt. Het op een akkoort gooie met de partner: legt gij mij niks in de weg dan zal ik u ook nie lastig vallen. Het komt erop aan dat ge tenminste op een huisvrede kunt rekenen als een dekking in de rug. Ongenadig zijn wanneer de afspraak in het gedrang wort gebracht.
Onverbiddelik rekenschap eisen over het bestede gelt. Geen kint make zolang de andere er niet om vraagt - zo kan men u de schult niet in de schoene schuive, later. Zich weren. Overleve tot elke prijs.
Oog om oog, tant om tant. En het plezier hale waar het te vinden is. Het nie late vergalle door de kieskeurige voor wie het allemaal eerbaar moet gebeuren en zonder bijbedoelinge, meegenomen is meegenomen. Alleen maar zorge dat uw arbijtskracht niet afneemt of dat niemant er iets van merkt, want zonder pardon spoelen ze u weg naar de mindervalieden. En intusse maar danse zolang de kat van huis is, als we doot zijn en als we doot zijn groeit er gras op groeit er in het kort.
President Nixon heeft beslist dat Spiro Agnew opnieuw kandidaat is voor het vice-presidentschap bij de komende verkiezingen in november. Dat wordt meegedeeld door de woordvoerder van het Witte Huis Ronald Ziegler.
De Japanse eerste minister Tanaka is door de Chinese premier Tsjoe en Lai uitgenodigd voor een
| |
| |
bezoek aan Peking. Tijdens die ontmoeting zal er vooral gesproken worden over een normalizering van de betrekkingen tussen beide landen. Dat zou al in september of november kunnen gebeuren.
De politie van Keulen heeft de bevolking afgeraden te baden in de Sieg, dat is een bijrivier van de Rijn. Bij ongeluk is namelijk een grote hoeveelheid van een zeer giftige vloeistof in het water van de Sieg terechtgekomen in de omgeving van Keulen. Dat is het tweede soortgelijk alarm in twee dagen in dezelfde streek.
Sport. Te Versailles won Jos Bruyère de voorlaatste rit in de ronde van Frankrijk. Santambrogio was tweede in dezelfde tijd en Santy werd derde op één sekonde. Karstens werd vierde op tien sekonden. Van Linde was vijfde op elf sekonden. In de pelotonspurt ging in deze volgorde Verbeek Passo Krekels en Dolman vooraf. De algemene rangschikking blijft vooraan ongewijzigd.
Het weerbericht meegedeeld door het KMI. De weersverwachting geldig voor vandaag en de volgende nacht. Zwakke westenwind, maar bewolkt tot betrokken met regen en onweer. Volgende nacht verspreide nevel of mist bij minimum temperatuur tussen vijftien en achttien graden. Morgen nog tijdelijk regenachtig maar nadien vanaf het Zuiden zonniger en warmer weer met onweer. De maximum-temperaturen zullen morgen twintig graden bereiken aan de kust en zesentwintig graden in Belgisch Lotharingen.
De vooruitzichten voor morgen, maandag en dinsdag: warm en onweerachtig weer. De algemene luchtgesteldheid: het grootste gedeelte van Europa genoot opnieuw zeer warm maar soms onweerachtig weer. Spijtig genoeg drong vandaag een onweerachtige storing door tot boven het Zuiden van de Britse Eilanden en ook ons land, en bracht regen, onweer en ook mist boven zee. Deze storing verplaatst zich slechts langzaam Noord-Oostwaarts, maar zal de volgende dagen worden opgevolgd door warme, zuidelijke luchtstromingen.
| |
| |
Voor de zeevaart: een onweerachtige storing ligt over Dover, de Belgische kust en Theems, ze verplaatst zich langzaam Noord-Oostwaarts, maar zal de volgende dagen worden opgevolgd door warme, zuidelijke luchtstromingen Voor de zeevaart: een onweerachtige storing ligt over Dover, de Belgische kust, Theems en Humber, flauwe tot lichte koelte twee tot drie Beaufort uit het Westen, betrokken met regen en plaatselijk onweer, verspreide mist, slecht zicht. Over Portland en Wight flauwe tot lichte koelte twee tot drie uit veranderlijke richtingen, mooi weer en matig zicht; verspreide nevel en mist 's nachts en 's morgens. Voor de zeilsport over de binnenwateren: windkracht van twee tot drie Beaufort, kabbelende zee en slecht zicht.
Een schippersbericht op verzoek van het kommissariaat-generaal van de gerechtelijke politie te Brussel. Schipper Constant Hermans, varende op schip Sancta Maria, ligging onbekend, wordt ervan verwittigd dat zijn tante Clotilde IJsebaert, echtgenote Jozef Vandenbusse, wonende te Sint Amandsberg, Scheldestraat 41, overleden is. Begrafenis op Vijfentwintig Juli eerstkomende om tien uur in de kerk van het Heilig Hart te Sint Amandsberg.
En dan nog enkele SOS-berichten voor toeristen. Mevrouw Maria Vandenbossche, verblijvende aan de Belgische kust, waarschijnlijk in de omgeving van Blankenberge, wordt ervan verwittigd dat haar zuster Louise Vandenbossche, echtgenote François Bosmans, overleden is te Gent op Vrijdag 21 Juli.
Begrafenis maandag eerstkomende 24 Juli om tien uur in de Sint Michielskerk te Gent. Overkomst dringend gewenst.
Jongeheer Guido Hoef wonende te Deurne bij Antwerpen, vertrokken voor een reis naar Griekenland of Joegoslavië, maar voor het ogenblik waarschijnlijk in gezelschap van de familie Terijn Van Deuren, eveneens woonachtig te Deurne bij Antwerpen en verblijvend te Cours Majeur in Itindie de Italjaanse Alpen wordt meegedeeld dat zijn
| |
| |
zusters Aldegonda en Hildegarde ingevolge een auto-ongeval overleden zijn. Zijn overkomst is dringend gewenst De teraardebestelling heeft plaats op Dinsdag 25 Juli.
De familie Jozef Wijnants-Goormans, met vakantie in de Ardennen, wordt meegedeeld dat Alfons Goormans, wonende
van de diepste betekenis waarvan onze woorden én onze daden als het ware doordrongen moeten zijn. Ik wil hier niet uitweiden over de talrijke en zeer uiteenlopende inspanningen die in die richting zijn ondernomen, laat mij hier alleen een stille, doch daarom niet minder diep doorvoelde hulde brengen aan al die bescheiden medewerkers van het eerste uur die hun beste krachten hebben gewijd aan de verwezenlijking van dit Ideaal. Ik zal hun namen niet noemen, ze zijn trouwens zo talrijk dat dit onbegonnen werk zou zijn - en het is zelfs zeer de vraag of zij daarmee blij zouden zijn, zo groot is hun bescheidenheid. Wat hun prestaties betreft, het zou mij te ver voeren indien ik die hier allemaal zou opsommen, ze liggen trouwens nog vers in alle geheugens gegrift. Ik mag hier niet vooruitlopen op de ongetwijfeld belangrijke beslissingen die binnenkort getroffen zullen worden, en ik zal dit dan ook niet doen, maar ik dacht wel te mogen voorspellen dat deze beslissingen niet zullen voorbijgaan aan de noeste medewerkers van het eerste uur. Wat het meer nabije verleden betreft, ik zal hier niet het hele verhaal vertellen van de talrijke verwikkelingen, discussies, conflicten, maatregelen, onderhandelingen, beraadslagingen en debatten die trouwens nog niet afgesloten zijn. ‘Een goed verstaander heeft maar een woord nodig’, zegt het spreekwoord, en het komt er bovenal op aan, dacht ik, het gunstige verloop van de huidige besprekingen niet in het gedrang te brengen. Wel dacht ik u de stellige verzekering te kunnen geven dat reeds met klem is aangedrongen op het bevorderen van het streven naar de nodige toepassingsmogelijkheden. Hoeft het gezegd dat
| |
| |
deze besprekingen verder met de uiterste zorg moeten gevoerd worden, maar ook met de grootste vastberadenheid en beginselvastheid? Sommigen zullen niet nalaten aan te dringen op grotere spoed, maar ik zal me niet aansluiten bij die ongeduldigen omdat de ervaring me geleerd heeft wat een onschatbare bondgenoot men aan de tijd hebben kan. Het is hier de plaats niet om over dat ongetwijfeld brandende onderwerp uit te weiden, mijn bedoeling is alleen, de ongeduldigsten tot wat meer geduld aan te manen. Ik wil hier niet uit de biecht klappen, trouwens ik weet zelf niet wat precies het doel is van deze vergadering, maar ik meen te mogen stellen dat we de toekomst met vertrouwen tegemoet kunnen zien. Nochtans wil ik ook niet de indruk wekken dat het allemaal van een leien dakje zal gaan - gebraden duiven vliegen nu eenmaal niet in de lucht. Het ligt geenszins in mijn bedoeling, wie dan ook te ontmoedigen of de les te spellen, maar hier mocht toch even gewezen, dacht ik, op het feit dat notenkrakers jonge tanden moeten hebben. Mij ontbreekt de tijd om daar verder op in te gaan, en ik wil ook niet in herhalingen vervallen. Om kort te gaan, de toekomst zal uitmaken of en in hoever wij erin zullen slagen om, naargelang van de omstandigheden, en met inachtneming van de nodige omzichtigheid, door de moeilijkheden heen te worstelen die ons ongetwijfeld nog te wachten staan. Ik wil uw geduld nu niet langer op de proef stellen, ‘spreken is zilver en zwijgen is goud’. Maar dan, zult u misschien vragen, wat
wilden me toch dadelijk ‘officiële hulp’ aanbieden, ze stelden voor om zelf een reisprogramma te maken en me een gids mee te geven, maar gelukkig heb ik ze kunnen afschepen. Hoewel, zelfs zonder officiële gids loop je er niet ver. Zij wonen ofwel in reservaten die verafgelegen zijn: Transkei is zo'n reservaat en er zijn er nog een goeie 240 andere. Door sommige, zoals door Transkei, loopt er een weg, en daar mag je over: die weg is
| |
| |
geflankeerd door politie. Ofwel wonen ze in townships, zwarte steden eigenlijk: zij die vroeger in de blanke steden geïntegreerd waren, werden eruitgezet, en verhuisd naar zo'n township, een 40 km van de stad weg. Van de stad naar de township leidt er maar één weg, en als je je daarop begeeft, krijg je opnieuw politie op je nek. Je kan alleen naar binnen met een officiële toelating, én met zo'n ambtenaar erbij, dus daar schiet je niet mee op. En als je 't toch, illegaal, zou proberen, zou je de mensen daar in grote moeilijkheden brengen. Want als een van hen met je praat zonder toestemming gaat ie automatisch naar de gevangenis, zonder dat men hoeft te weten wat hij gezegd heeft. Als er een je gezien heeft en men weet van hem dat hij je niet is gaan aangeven bij de kommissaris, gaat hij eveneens de gevangenis in. Bovendien ga je sowieso de nor in vanals je iets zegt tegen de apartheid. Dus. Veel mensen denken: wie moeten we nou geloven, er zijn zoveel verschillende versies, wie is objektief? Wel, de wetten zijn objektief, de wetten zeggen: dat en dat mag, dat moet, dat mag niet. Ten eerste is er de wet geweest op de registratie van de rassen, waardoor iedereen z'n ras op z'n identiteitskaart vermeld kreeg. Dan heb je de wet gehad op de afschaffing van de passen: die werden vervangen door persoonsbewijzen waarin vermeld stond waar je woonde, waar je werkte, afijn je hele biografie kwam erin terecht. Daar hebben zij heel erg tegen geprotesteerd, en zelfs Albert Loethoeli, zowat de Ghandi, de Martin Luther King van ginder, heeft publiekelijk zijn pas verbrand: da's het verste dat hij ooit gegaan is inzake geweld. De volgende belangrijke wet was de wet die bepaalde dat elk ras speciale woongebieden moest krijgen, de ‘group areas act’. Die woongebieden werden natuurlijk bepaald door de uitsluitend blanke regering. Gevolg: een systematische verhuizing. Zij zijn ofwel naar de reservaten ofwel naar de townships
afgevoerd. Bedoeling van de reservaten is ze overbevolkt te maken, in de hoop ook die
| |
| |
mensen naar de mijnen, naar de fabrieken, naar de havens te krijgen. Dan had je de wet op de gescheiden zitbanken, gescheiden deuren, gescheiden loketten, gescheiden toiletten en zo: de ‘separate amenities act’, alleen voor blanken, alleen voor zwarten. Je hebt de wet op de immoraliteit, die bepaalt dat niet alleen gemengde huwelijken verboden zijn, maar bovendien immoreel, zondig, strafbaar, men heeft wel degelijk bestaande huwelijken ontbonden, ongeldig verklaard, en ieder terug naar z'n eigen gebied gestuurd. Blijven nog de ‘Bantu Authorities Act’ en de ‘Bantu Education Act’. De eerste wet bepaalt hoe het leven in de reservaten georganiseerd moet worden. Die reservaten worden namelijk allang aangeprezen als autonome gebieden waar zij hun eigen leven volledig zouden mogen beredderen, maar da's een vrij schandelijke leugen. Alleen in Transkei en in 2 of 3 kleine reservaten is daar al een begin mee gemaakt, al bestaat die wet al 20 jaar. In Transkei heb je b.v. een parlement, bestaande uit 109 stamhoofden, waarvan er 64 benoemd worden door de blanke autoriteiten. Die worden dus gekozen uit de zwarten die bereid zijn te kollaboreren, en onbetrouwbare stamhoofden worden door de regering afgezet. Terwijl ze vroeger verkozen werden door de zwarte bevolking, worden ze nu door de blanken benoemd, en hun salaris is bij die gelegenheid gemiddeld vertien- of vertwintigvoudigd: dat brengt met zich mee dat deze mensen nogal gemakkelijk tot kollaboratie bereid zijn, natuurlijk.
En zo zijn er 64, ze vormen dus de absolute meerderheid in dat parlement. Bovendien hebben ze geen enkele wetgevende, alleen een adviserende funktie. Die autonomie is pure komedie. Achter elke zwarte minister staat trouwens een blanke adviseur die de eigenlijke minister is. En tenslotte is er de wet van de opvoeding, da's nog de meest schandelijke van alle, omdat daardoor de zogenaamde minderwaardigheid van de zwarten zo goed als geïnstitutionaliseerd wordt. Die wet bepaalt dat de zwarten een eigen opvoeding moeten
| |
| |
krijgen, aangepast aan hun - minderwaardige - natuur en aangepast ook aan de taak die ze later in het leven zullen hebben. Verwoerd heeft al in '58 in het parlement gezegd: ‘Wij mogen geen valse hoop wekken bij de zwarten, zij zijn bestemd om handenarbeid te verrichten. Wij moeten hen dus zodanig opvoeden dat zij als handenarbeiders dat werk goed zullen doen en gelukkig zijn’. Ze krijgen in het Lager onderwijs nog een halve dag les in plaats van een hele. ‘Meer gaat er toch niet in die koppen’, zei
zou kunnen zeggen: ik begeer haar en zij begeert mij niet. Maar zo is het niet, zo simpel is het niet. Ik begeer haar zoals ik verlang dat zij me [ze mij?] zou begeren, en zij begeert mij niet helemaal zoals ik verlang dat ze mij [zij me?] zou begeren. Zij begeert mij zoals zij verlangt dat ik haar zou begeren en ik begeer haar niet helemaal zoals zij verlangt dat ik haar zou begeren. We begeren elkaar elk op zijn eigen wijze, niet op de wijze van de andere. Zoals zij wenst begeerd te worden, zo begeert ze mij maar ik niet haar. Zoals ik wens begeerd te worden, zo begeer ik haar maar zij niet mij. En dan lijkt de oplossing zo eenvoudig: laten we ruilen, dat ik haar alleen zou begeren zoals zij begeerd wil worden, dat zij mij alleen zou begeren zoals ik begeerd wil worden.
Een louter grammaticale oplossing. Het genot zit niet alleen in het begeerd worden maar ook in het begeren. Niet alleen in het gestreeld worden maar ook in het strelen. Neem nu de anus: mij is het een groot genot dat ook mijn anus wordt gestreeld [als het uiterste teken dat ik wis en waarachtig met huid en haar wordt begeerd], haar laat het koud dat haar anus wordt gestreeld [of zelfs hindert het haar en koelt haar af].
Daarop lijkt het besluit zo eenvoudig: laat zij mijn anus strelen en ik van haar anus afblijven, en zo zijn beiden tevreden? Ook beiden ontevreden: zij omdat ze alleen mechanisch deel heeft aan mijn genot, ik omdat ik haar louter een lijdend voorwerp
| |
| |
ben, zij omdat ik me tevreden stel met een genot waar zij zich niet inleeft, ik omdat ik vrees dat het haar niet van harte afgaat. Neem nu de liefde: haar is het een groot genot dat ik liefdewoorden tot haar richt [feitelijk maakt het haar gewoon geil], mij brengt het in verlegenheid [ik schaam me, het is alsof men te veel van mij verwacht, meer dan een menselijk wezen ooit zal kunnen presteren].
Zo hoef ik maar liefdewoorden te uiten en zij te zwijgen? Wrevel: omdat die woorden mij zo onecht en goedkoop en ontoereikend lijken, omdat ze zo louter op de receptie ervan zijn afgestemd, omdat zij daar genoegen mee kan nemen. Zo gaat het nu eenmaal. Je kan niet rekenen op het onderste uit de kan. Vroeg of laat moet je genoegen nemen met een minnelijke schikking. Een grootste gemene deler is nooit een topgetal. Het kàn nu eenmaal niet anders. Het tegendeel ware te mooi om waar te zijn. En dat betekent niet dat er niet ergens heel diep toch enige hoogst onredelijke wrok verborgen blijft, alleen merkbaar aan oprispingen die we maar op het laatste ogenblik verduwen in de loop van onbelangrijke bisbilles: ‘Jij die niet
E.N. BOERDAM
|
|