Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 35 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 35
Afbeelding van Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 35Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 35

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Vlaams Tijdschrift. Jaargang 35

(1982)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 473]
[p. 473]

Oorspronkelijk, nieuw, modern

Miriam Van hee: ‘Poëzie hoeft voor mij geen vernieuwing in te houden. Tenslotte is het toch allemaal reeds meer dan eens gezegd.’ (Yang 73, februari 1977).

 

Luuk Gruwez: ‘Ik heb het gevoel dat er een tijd is aangebroken dat de poëzie van een bepaalde generatie “en bloc” moeite heeft iets nieuws te brengen. Haast alles is déjà-vu. Het is zeer de vraag of de enige weg niet de weg terug is... Het heet... dat de poëzie moet voldoen aan de norm der vernieuwing... Men vergeet te gemakkelijk dat de doorgedreven originaliteitseis pas sinds de 19de eeuw en met name sinds de romantiek aan de orde van de dag is. Dat die eis al honderddertig jaar ongemoeid wordt gelaten en bij de kritiek in stijgende mate normatief wordt bevonden, verwondert mij.’ (Dichters en dichtkunst uit Europa, 1980).

 

George Rochberg: ‘Ik denk dat de culturele noties van “vooruitgang” en “nieuwheid” niets meer zijn dan het oude jagersinstinct van de mens... dat thans voortleeft in het streven van de wetenschap naar “waarheid” en van de avantgarde naar “het nieuwe”. De avantgarde is gevallen als slachtoffer van die steeds sneller en doller draaiende spiraal van verandering, die zo typisch is voor onze maatschappij. Zij verkeert in ademnood door haar haast typisch Westerse illusie in stand te houden dat alleen “het nieuwe” nieuwe menselijke energie en vitaliteit kan vrijmaken, dat alleen “het nieuwe” nieuw leven kan inblazen.’ (New Literary History, III/1, 1971).

 

Octavio Paz: ‘Steeds met de rug tegen de muur, vergroot de avant-garde de intensiteit van de esthetica van de verandering die door de Romantiek geïntroduceerd was... De moderniteit heeft zich geïdentificeerd met verandering, heeft verandering geïdentificeerd met kritiek en beide met vooruitgang... Elke artistieke beweging ontkende de voorgaande, en dwars door elk van deze ontkenningen heen zette de kunst zich voort... Het einde van de moderniteit, de ondergang van de toekomst, komt in kunst en poëzie tot uiting als een versnelling die zowel het begrip toekomst als het begrip verandering tenietdoet. De toekomst verandert ogenblikkelijk in verleden; de veranderingen gaan zo snel dat ze een sensatie van onbeweeglijkheid geven. Het idee van verandering, meer dan de verandering zelf, was het fundament van de moderne poëzie: de kunst van vandaag behoort verschillend te zijn van de kunst van gisteren... De imitatie van de modernen heeft meer talent vruchteloos gemaakt dan de imitatie van de ouden. Bij de valse snelheid moet men nog de proliferatie voegen: niet alleen sterven de avant-gardes bijna onmid-

[pagina 474]
[p. 474]

dellijk na hun ontstaan, maar ze breiden zich uit als zwammen. De diversiteit verdroogt tot eenvormigheid. Versnippering van de avant-garde in honderden identieke bewegingen: in de mierenhoop gaan de verschillen verloren.’ (De kinderen van het slijk, 1976).

 

J. Bernlef: ‘V. Waar komt de kritiek op de “kunst van de verandering” vandaan, denk je. Het opnieuw beklemtonen van de traditie. A. Het blijft natuurlijk een spekulatief antwoord, omdat je er nog te veel met je neus bovenop zit, maar ik denk dat het te maken heeft met het in diskrediet raken van het idee van de vooruitgang, het idee dat dynamiek ons automatisch naar een beter, hoger plan zal voeren.’ (Raster 19, 1981).

 

Jacq Firmin Vogelaar: ‘A. Al met al is (in de jaren 60) bewezen dat de avant-gardistiese pretentie was uitgeblust - dat kan je zeggen, nadat er twintig jaar lang op diverse gebieden, met name in de beeldende kunst, naarstig gezocht is naar nieuwe stromingen, nieuwe etiketten... Nieuw en modern zijn pure marktbegrippen geworden, synoniem voor mode. V. Men kende de geschiedenis niet? A. Dat weet ik niet. Maar kennelijk dacht men over geschiedenis nog steeds overwegend in negentiende-eeuwse termen, als een lineaire opeenvolging, in termen dus van vooruitgang. Dat lijkt me de kern van het misverstand: elke nieuwe beweging was automaties een voortzetting van voorafgaande ontwikkelingen, een opvolging en aflossing waardoor tevens al het bestaande verouderd werd... De term avant-garde houdt een onkritiese houding in ten opzichte van het vooruitgangsdenken. Het nieuwe wordt voorgesteld als een waarde op zichzelf.’ (Raster 19, 1981).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken