Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 33 (2015)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 33
Afbeelding van Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 33Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 33

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Letterkundig Magazijn. Jaargang 33

(2015)– [tijdschrift] Nieuw Letterkundig Magazijn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

Ruusbroec, Wendel en Bodel Nijenhuis
Jef Schaeps en Geert Warnar

Jan van Ruusbroec (1293-1381), een van de bekendste auteurs uit de Nederlandse literatuur van de middeleeuwen, is veelvuldig geportretteerd: in de handschriften en drukken van zijn teksten, maar ook op schilderijen en bidprentjes. De Universiteitsbibliotheek Leiden bezit een tot nu toe onbekend gebleven tekening van de mysticus uit het bezit van J.T. Bodel Nijenhuis (1797-1872), van 1839 tot 1861 secretaris van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en verwoed verzamelaar van portretten.

Onder de vele portrettekeningen in de Universiteitsbibliotheek Leiden bevindt zich een groep die gewoonlijk weinig belangstelling oproept, omdat het gaat om kopieën naar schilderijen of prenten. Een van deze tekeningen is een afbeelding van de veertiende-eeuwse mysticus Jan van Ruusbroec, auteur van een tiental Nederlandse prozatraktaten, waaronder Die geestelike brulocht (rond 1335), een werk waarvan nog altijd vertalingen verschijnen. De tekening is een bijzonder document, omdat het oudere origineel verloren is gegaan. Daarvan is nog slechts een foto bewaard. De originele geaquarelleerde tekening was in ieder geval op 5 juli 1759 in het bezit van een verder onbekende Jacobus Reewinkel uit Leiden. Op die datum noteerde hij in een vijftiende-eeuws handschrift dat hij het ‘getekende afbeelsel van heer Yan van Ruijsbroek daer beijgevoegt’ had. Reewinkel had het handschrift, met zes teksten van Ruusbroec, enkele jaren eerder op een veiling te Rotterdam verworven. Waarschijnlijk werd de afbeelding van Ruusbroec mee ingebonden met de nieuwe band die Reewinkel besteld had. Hoe hij aan de tekening kwam, is onbekend.

Ruusbroec is op de tekening geportretteerd volgens de traditionele voorstelling van de mysticus op het moment van zijn inspiratie - teruggetrokken in de natuur met een wastafeltje op de knieën om te noteren wat hem door de Heilige Geest wordt ingefluisterd. Zo werd Ruusbroec al afgebeeld op de oudste auteursportretten in de handschriften met zijn verzameld werk, maar ook op zeventiende-eeuwse titelpagina's en bidprentjes. De tekening in bezit van Reewinkel laat de auteur zien, mét aureool, zittend aan de voet van een heuveltje onder een boom. Hij is gekleed in zijn priesterlijk habijt en draagt een schoudermantel van hermelijn. Zijn muts ligt naast hem op de grond. Op de achtergrond voert een door bomen geflankeerde weg de diepte in naar een klein kerkje. Ruusbroec heeft zojuist, onder goddelijke inspiratie, de woorden ‘ecce sponsus venit’ genoteerd op zijn wastafeltje. Deze woorden uit Mattheus 25:6 zijn in het Middelnederlands - ‘Siet, de brudegom comt’ - de opening van Ruusbroecs Brulocht. De naam van de mysticus is genoteerd op een tekstvaandel en de gehele voorstelling is gevat in een eigentijdse rand van rocailles. Deze laten geen twijfel over de tijd van ontstaan van de tekening. Over de maker en herkomst weten we niets. Evenmin is duidelijk of de tekening gemaakt is naar een ouder voorbeeld of simpelweg gebaseerd is op de Ruusbroec-iconografie van destijds.

Deze achttiende-eeuwse tekening werd een kleine honderd jaar later in ieder geval gekopieerd, niet om opnieuw te worden ingevoegd in het handschrift, dat inmiddels in de veilige handen van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde was geraakt, maar om aan de begeerte van een verzamelaar te voldoen, de Leidse uitgever Johan Tiberius Bodel

[pagina 34]
[p. 34]


illustratie
Links van achttiende-eeuwse tekening met afbeelding van Jan van Ruusbroec, uit handschrift olim Leiden. Universiteitsbibliotheek, Ltk 343 (Ruusbroecgenootschap Antwerpen).


[pagina 35]
[p. 35]


illustratie
Coenraad Wendel: Waterverftekening, in opdracht van Bodel-Nijenhuis, met afbeelding van Jan van Ruusbroec. Universiteitsbibliotheek Leiden, pk-t-3040.


Nijenhuis. Als erfgenaam van de boekhandelaarsfamilie Luchtmans kon Bodel Nijenhuis zich wijden aan zijn passie, het verzamelen van cartografie, prenten en tekeningen. Zijn enorme gedrevenheid, gecombineerd met welhaast onbegrensde middelen, hadden hem tot een van de grootste verzamelaars van zijn tijd gemaakt. Zijn cartografische collectie, zo'n vijftigduizend kaarten, driehonderd atlassen en twintigduizend topografische prenten en tekeningen, vermaakte hij per testament aan de Leidse universiteit. Kleinere collecties schonk hij aan de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, die hij van 1839 tot 1861 als secretaris diende. Het ging om portretten van bestuursleden en om portretten van Nederlandse schrijvers. Beide collecties bevinden zich nu als bruikleen van de Maatschappij in de Leidse Universiteitsbibliotheek. Zijn niet geringe hoeveelheid overige prenten en tekeningen bleef
[pagina 36]
[p. 36]

zonder bestemming en zou na zijn overlijden geveild worden. Het ging hierbij vooral om afbeeldingen die de geschiedenis van Nederland in beeld brachten en om portretten, van zowel Nederlanders als buitenlanders.

Vanwege het nationale belang dat aan zijn verzameling portretten van Nederlanders werd toegekend, greep de staat in en verwierf voor aanvang van de veiling de hele verzameling en bloc om deze te deponeren bij het Leidse Prentenkabinet. Bodel stond bekend om zijn ongebreidelde verzamelwoede en er ging geen veiling voorbij zonder dat hij tot de bieders behoorde. Hij slaagde er uiteraard niet altijd in het werk te bemachtigen waarop hij zijn oog had laten vallen. In dat geval liet hij een kopie maken naar het origineel en die voegde hij toe aan zijn verzamelingen.

Hiertoe behoort ook de tekening met afbeelding van Jan van Ruusbroec. Ze is te vinden in de veilingcatalogus in de categorie ‘clergé catholique / saintes’ (veiling Leiden (Brill / Muller), 16/17 november 1874, nr. 513). De tekening is niet gesigneerd door de kopiist, maar er bestaat weinig twijfel over dat de maker ervan de Leidse tekenaar Jacobus Cornelis Wendel is, die tal van kaarten, prenten en tekeningen voor Bodel Nijenhuis kopieerde. Over deze Wendel weten we vrijwel niets, zelfs zijn jaartallen waren tot nu toe onbekend. De Leidse stadsarchieven wijzen uit dat hij is geboren op 26 mei 1796 als zoon van de huisschilder Coenraad Wendel en van naaister Margaretha Pelgrom. Hij overleed op 30 oktober 1860. Wendel wordt in de archieven aanvankelijk vermeld als metselknecht en winkelknecht, maar vanaf 1833 als tekenaar en in 1835 zelfs als tekenmeester. Een omschrijving als ‘wijnwerker’ komt in latere archiefstukken overigens ook voor. Wendel huwde in 1820 met Johanna Vegt en samen kregen ze twaalf kinderen, onder wie de latere lithograaf Abraham Johannes Wendel (1826-1915). Vijf kinderen overleden voor zij de volwassenheid bereikten. Helaas weten we niets over de manier waarop Wendel voor Bodel Nijenhuis werkte. Werd hij bijvoorbeeld door zijn opdrachtgever op reis gestuurd om hier en daar originelen te kopiëren? Bodel Nijenhuis was gewoon zijn prenten en tekeningen van aantekeningen te voorzien. Zo noteerde hij op de kopieën die door Wendel werden gemaakt, bij gelegenheid de verblijfplaats van het origineel. Dit kon de collectie van het Leidse Prentenkabinet zijn of die van zijn verzamelende collega Frederik Muller in Amsterdam. In geval van de tekening van Ruusbroec was dat niet nodig. Het origineel berustte immers in Leiden bij de Maatschappij in het handschrift met signatuur Ltk 343.

Tussen 1900 en 1902 publiceerde de Vlaamse filoloog Willem de Vreese in twee delen zijn boek met beschrijvingen van de handschriften met werken van Jan van Ruusbroec. Aan het Leidse handschrift wijdde hij negen bladzijden, inclusief een tamelijk gedetailleerde beschrijving van de tekening. De Vreese citeert uit de aantekeningen van Reewinkel, die bij het opnieuw inbinden van het handschrift op enkele toegevoegde bladen aantekeningen over Ruusbroec had gemaakt. Zo blijkt dat de afbeelding als een soort frontispice voorafging aan een korte inhoudsopgave en een beknopte levensbeschrijving van de auteur, van de hand van Reewinkel. Helaas zegt De Vreese niet meer over die biografie dan ‘in elk geval moet erkend worden dat ze niet onaardig gesteld is’.

In 1914, bij de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog, was het handschrift met afbeelding uitgeleend aan de Vlaamse schrijver en Ruusbroec-specialist Léonce Reypens, die in Leuven de eerste kritische editie van Ruusbroecs Brulocht voorbereidde. Bij de verwoesting van de Universiteitsbibliotheek zijn alle handschriften die Reypens naar Leuven had laten komen, verloren gegaan. Al wat overbleef van Reewinkels boek, is de foto die Reypens had gemaakt van de tekening - in zwart-wit uiteraard. Wendels tekening geeft ons een kleurenreproductie.

Literatuur

Over Jan van Ruusbroec is en wordt veel geschreven. Voor een introductie vanuit literair-historisch perspectief: Geert Warnar, Ruusbroec. Literatuur en mystiek in de veertiende eeuw. Amsterdam, 2003. Zie voor een overzicht van de (auteurs)iconografie: Jan van Ruusbroec (1293-1381). Tentoonstellings-catalogus. Brussel, 1981. Zie over Bodel Nijenhuis de catalogus door Martijn Storms e.a.: Bodel Nijenhuis en zijn verzamelingen. Leiden, Universiteitsbibliotheek, 2008.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • J.M.P. Schaeps

  • Geert Warnar

  • over Jan van Ruusbroec

  • over Johannes Bodel Nijenhuis

  • beeld van Jan van Ruusbroec