Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe verhandeling vande hoofsche welgemanierdheyt (1965)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuwe verhandeling vande hoofsche welgemanierdheyt
Afbeelding van Nieuwe verhandeling vande hoofsche welgemanierdheytToon afbeelding van titelpagina van Nieuwe verhandeling vande hoofsche welgemanierdheyt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.97 MB)

Scans (36.33 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe verhandeling vande hoofsche welgemanierdheyt

(1965)–Anoniem Nieuwe verhandeling vande hoofsche welgemanierdheyt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]

VI. Hoofdstuk.
Van het wandelen met een Groot Heer, en van het groeten.

INdien wy verpligt zyn over de straat te gaan aan de zyde van Personen van aanzien, zo moet men hen de hoger hand geven; en letten, dat men niet recht aan haar zyde ga, maar een weinig naar achteren, behalven als zy ons aanspreken, en wy hen moeten antwoorden; en dan moet men zyn hoed af nemen.

Indien, wanneer wy by hen zyn, ons iemand van onze kennis, van achteren voorby ginge, of tegen quame, of een Lakey van den eenen of den anderen Vriend, zo moet men zig wel wagten van hen overluid toe te roepen, hola, hey! hoe vaart uw Meester? myn groetenis aan Mejuffrouw, enz. Daar is niets zo boersch; gelyk ook het gezelschap van dien Persoon te verlaten om by hen te gaan: maar indien men die Personen te spreeken heeft, en men niet in reden is met den Persoon, daar wy by

[pagina 57]
[p. 57]

gaan, kan men hen behendiglyk wenken, en hem ter zyden af, en met der haast zeggen het gene men te zeggen heeft; of hen alleenelyk van verre groeten, zonder dat de Persoon van aanzien het te zeer gewaar werde.

By aldien men gaat wandelen met den Persoon, die meerder is, als wy, in een Kamer, of in een Galderye, zo moet men letten, dat men altyd aan de lager hand ga; in een Kamer geeft de plaats, daar de bedsteede staat, de hooger hand te kennen, zo de gesteltenis van de Kamer het toe laat; zo niet, moet men zig reguleeren na de deur. Indien het een Tuyn is, zo moet men zich op de slinkerhand van den Persoon zetten, en zorg dragen om zonder gemaaktheid de zelfde plaats in 't omkeeren te behouden.

Indien men met zyn driën wandelt, zo is het midden de hoogste plaats, en komt dierhalven den Persoon van aanzien toe: de plaats aan zyne rechter hand volgt daar na, en die aan zyne slinker is de laagste.

Maar in 't algemeen, wanneer men met zyn tweën wandelt, moet men letten, dat op het einde van yder wande-

[pagina 58]
[p. 58]

ling men zig binnewaarts moet omdrayen na den Persoon toe, met welken men gaat wandelen, en niet buitenwaarts, hem den rug toe keerende.

En indien de Persoon van aanzien zitten gaat, om wat te rusten, en dat wy met ander Volk daar omtrent waren, zo zou het een groote onbetamelykheid zyn, te gaan wandelen in de tegenwoordigheid en in 't gezicht van dien Persoon van aanzien, aan wien men eerbiedigheid schuldig is.

By zo verre men op straat eenigen Persoon van staat tegen komt, moet men hem de hooger hand laten: en zo daar geen hooger hand op de weg is, moet men maaken dat wy onder zyne linkerhand doorgaan, en hem de rechterhand vry laten. Dit zelfde moet men ook waarnemen in 't ontmoeten van Karossen.

Indien de zaak vereischt hem te verwellekomen, als hy uit het Leger t'huis komt, moet men dat verrichten met een zeer nederige buiging van 't Ligchaam, zyne handschoen uit doende, en de hand tot op de aarde toebrengende: maar boven al moet men die groetenis doen zonder verhaasting, noch ontsteltenis; zig

[pagina 59]
[p. 59]

zagtelyk nederbuigende, en weder oprechtende, om, of den Persoon, dien men groet, zig ook quam te buigen, hem niet tegen 't hoofd te stooten.

Doch zo het een Mevrouw van hooge staat waar, moet men haar uit eerbiedigheid niet kussen, indien zy zelve uit beleefdheit u de wange niet en bied; en dan zelfs moet men zich slegts gelaten, als of men haar kuste, en met zyn aangezicht maar by haar kaper komende; en op welke wyze men haar ook groete, 't zy men haar kusse, of niet, moeten alle dese eer-bewyzingen gedaan worden met zeer lage nederbuigingen van 't Ligchaam.

En indien in 't gezelschap van deze Mevrouw nog eenige andere waren, die van de zelfde staat zyn, of van haar niet af hangen; zo moet men die op de zelfde wyze groeten; Maar by aldien zy minder zyn, als zy, of van haar af hangen, is het een onbetamelykheid die te groeten, om dat men den staat dezer Mevrouw ongelyk aandoet, zo men die gene die minder zyn even eens als haar komt te handelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken