Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Algemeen onafhankelijk maandblad der jongeren (1918-1919)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Algemeen onafhankelijk maandblad der jongeren
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Algemeen onafhankelijk maandblad der jongerenToon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Algemeen onafhankelijk maandblad der jongeren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.75 MB)

Scans (10.04 MB)

ebook (3.91 MB)

XML (2.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Algemeen onafhankelijk maandblad der jongeren

(1918-1919)– [tijdschrift] Nieuwe Stem. Algemeen onafhankelijk maandblad der jongeren, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 161]
[p. 161]

Bespiegelingen van een jeugdigen grijsaard

Over den kunstenaar.

Een kunstenaar heeft geen andere neigingen en instincten dan elk ander mensch. Maar hij heeft ze alle lief, leeft ze zorgvuldig tot in hun verste mogelijkheden uit en loochent geen enkele. Hij is trots, tot zelfs op zijn fouten - die hij zeer goed als fouten ziet.

* * *

‘Kunstenaar’ beteekent. ‘hij, die het schoone wil.’

* * *

De wil tot het schoone groeit immer, en onweerstaanbaar sterk, aan tot een drang, die tot scheppen dwingt.

Sommige naturen hebben een duidelijk-waarneembaren hang naar het schoone en zien dit vaak aan voor den wil er toe. Maar in de machteloosheid om hun vage droomen te grijpen met vaste hand en in het daglicht te dringen, voor allen klaar en verstaanbaar, demonstreert zich hun deplorabel gemis aan echten wil - d.i. macht - en vroeg of laat moeten zij het zich bekennen: hun gewaand artiest-zijn was nooit meer dan een steriele artisticiteit.

* * *

In een waarachtig kunstenaar leeft de scheppingsdrang zoo sterk, dat die alles overheerscht en overwoekert, het gevoel zoowel als het verstand en zelfs - het kunnen. Zie Leo Tolstoï: hij wilde een klemmend en klaar betoog leveren tegen de huwelijksmoraal en de onderlinge verhouding der sexen - en hij bracht het niet verder dan tot het scheppen van een sterk en hevig bewogen kunstwerk: ‘De Kreutzer sonate.’ - Overigens spreekt het vanzelf, dat een kunstwerk voor een idee meer doet dan het meest klemmende en zuivere betoog.

* * *

Wie niet twijfelt aan duizend dingen, groote en kleine, maar het meest en allerpijnlijkst aan zichzelf, zal nooit een groot en diep kunstenaar blijken. Eerst uit den smartelijken strijd met twijfel en ware wanhoop aan-zichzelf wordt genoeg kracht geboren om de worsteling met het te scheppen kunstwerk tot een ernstig einde te brengen.

* * *

[pagina 162]
[p. 162]

Gebrek aan hoogmoed is de ergste fout, die een kunstenaar zou kunnen aankleven. Maar gelukkig is dit een fout, die in het artiestenkarakter nog nooit voorkwam.

* * *

Een jong kunstenaar, die in zijn rijke momenten van zelf-bewustzijn niet meent, een Shakespeare of een Balzac, een Rembrandt of een Leonardo da Vinci, een Beethoven of een Mozart, een Michel Angelo of een Rodin te zullen worden, zal eenmaal tot de ontdekking komen, nooit in waarheid kunstenaar te zijn geweest.

* * *

Elk artiest, ook de jongste en totaal onbekende, bedenkt van tijd tot tijd, hoe jammer het is, dat hij z'n toekomstige biograaf niet zelf kan inlichten.

Als hij door een wonderlijk toeval hiertoe in de gelegenheid was, zou men verzekerd zijn van een rijk en - fantastisch levensverhaal.....

* * *

Als het waar is, dat de man meer in het verstand, de vrouw meer in het gevoel beteekent, dan is het zonder meer duidelijk, dat in den kunstenaar veel vrouwelijks aanwezig is. In zijn wezen hebben verstand en gevoel zich tot een ideaal amalgama vereenigd, en het is daaruit alleen, dat een zuiver kunstwerk kan opgroeien.

* * *

Ook in de kunstenares is deze tweeledigheid, dit vreemde dubbelwezen levende. In nog erger mate dan voor haar mannelijken lotgenoot, is dit dualisme een gevaar voor haar rustig levensgeluk.

Omdat in den man het verstand de macht behoudt en hem voert tot wijsheid, die rust brengen kan, maar in de vrouw het gevoel het hevigst werkzaam blijft en haar veelal voert tot een opstandigheid, die haar de laatste resten van het eenmaal gedroomde geluk rooft.

* * *

De kunstenaar is onvoorwaardelijk subjectief in al. zijn beschouwingen. Met welken schijn hij zijn werk ook omgeeft, hij kent en erkent alleen zijn eigen, rijke, Ik en meet alles dááraan af.

* * *

Geen kunstenaar ter wereld heeft in wezen ooit iets anders beschreven dan zichzelf.

Daaruit volgt, dat in hem een eindeloos aantal van de meest uiteenloopende en tegenstrijdige persoonlijkheden levend aanwezig zijn, en beurtelings worden opgeroepen uit hun latenten staat door de innerlijke, mystieke scheppingsmacht, die hem in zijn schoonste oogenblikken meer overheerscht, dan dient. - Welke van die persoonlijkheden hij in het dagelijksch leven uitleeft, is meest een kwestie van toeval of omstandigheden.

* * *

[pagina 163]
[p. 163]

Wanneer De Balzac niet als meest onweerstaanbare neiging die tot schrijven gehad had, zou hij naar alle waarschijnlijkheid een gevaarlijk intrigant geworden zijn. Men zie zijn werk, o.a.: ‘Illusions perdues,’ ‘Splendeurs et misères des courtisanes,’ ‘La dernière incarnation de Vautrin.’

* * *

Een kunstenaar is de slechtste biograaf: hij grijpt het leven van een ander aan om over zichzelf te spreken. Toch is hij volkomen te goeder trouw. Alleen gehoorzaamt hij aan de wet der noodwendigheid, die hem dwingt, alle dingen subjectief te zien en te beoordeelen. Elke daad, elke levens- en wilsuiting van den beschrevene beschouwt hij als te zijn voortgekomen uit de eenige drijfveeren, die hij als mogelijk aanneemt: zijn eigene, gedacht in de gegeven situatie.

Daarom zullen twee levensbeschrijvingen van eenzelfden persoon, door twee verschillende kunstenaars bewerkt, elkaar onophoudelijk tegenspreken, en op de belangrijkste plaatsen het verbluffendst. Dit is niet verwonderlijk: het eenige, wat leeft in elk dier twee biografieën is - de persoonlijkheid van den schrijver.

* * *

Er is voor een kunstenaar - en dit geldt meer in 't bijzonder voor een litterair kunstenaar - geen grooter ramp denkbaar, dan klassiek te worden verklaard.

* * *

Het is misschien beter, den kunstenaar Goethe te eeren door een enkele traan, geschreid om de tragedie van zijn Faust, dan door nauwgezette studie van de schrikaanjagende stapel lectuur over dit drama.

* * *

Bacon kan Shakespeare geweest zijn of Shakespeare Bacon, maar ‘Hamlet’ zal de zielen ontroeren, lang nadat de geesten zullen hebben opgehouden, zich over de identiteitskwestie op te winden.

* * *

Elk kunstenaar heeft zijn eigen artistiek wezen, zijn eigen geestelijke persoonlijkheid. Zijn stijl is daarvan de zichtbare veruitwendiging.

* * *

Men noemt den kunstenaar een scherpzinnig ‘psycholoog,’ Mij wel. Wanneer men daarbij maar bedenkt, dat de wetenschap, die men psychologie noemt, hiermee ongeveer niets uitstaande heeft. Men bedoelt er mee: de diepe menschenkennis, die de kunstenaar intuïtief bezit en maar weinig behoeft te ontwikkelen door ervaring, om wetenschappelijke psychologen aan studie-materiaal te helpen door zijn werk.

* * *

Een ‘kunstenaar,’ die niet meer doet, dan in zijn werk den tijd herhalen, die juist verstreek, de psychologie uitrafelen van een geslacht, dat juist uitstierf, heeft de beste kans volkomen verstaan te worden, de beste kans ook op roem en populariteit bij zijn leven. Toch zijn hij en zijn werk ‘een vergissing.’ En de Eeuwigheid houdt haar gouden poorten voor hem gesloten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken