Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 2 (1947)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 2
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 2

(1947)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 766]
[p. 766]

In kort bestek

Tegelijkertijd brengen twee ernstige feiten de gewetens van velen in ons land in beroering: de arrestatie en gevangenhouding van de beide leiders van den vroegeren Joodsen Raad, Prof. Cohen en Asscher twee en een half jaar na de bevrijding, en het rapport over het Rode Kruis waarvan de volledige publicatie ongeoorloofd lang op zich laat wachten. Twee ernstige zaken die te vergelijken zijn en waarin reeds lang naar opheldering was uitgezien. Ernstige beschuldigingen: het werk van den Joodsen Raad heeft gefaald, hij heeft ernaar gestreefd het lot van de Joden die werden gedeporteerd te verlichten, maar kon en mocht men zich daarmee nog inlaten toen de misdadige bedoelingen van de nazis steeds duidelijker werden en de noodorganisatie van de Joden voor hen zelf een gevaar was geworden! Het andere geval: Gevangenen van verschillende nationaliteiten ontvingen door het Rode Kruis in de kampen in Duitsland levensmiddelenpakketten en in het begin van '45 werden zij naar hun land teruggebracht, door de hulp van het Rode Kruis. Voor ons land is het Rode Kruis in gebreke gebleven, duizenden zijn omgekomen die gered hadden kunnen worden, de schuldige nalatigheid wordt geweten aan landgenoten die in het buitenland thans de hoogste posten bekleden.

Wij mogen niet vooruitlopen op het onderzoek in de zaak van den Joodsen Raad noch op het rapport over het Rode Kruis. Wij bedenken alleen, dat in beide gevallen de verdenking bestaat, dat beleidsfouten gevolgen hebben gehad waardoor mensenlevens in de waagschaal zijn gesteld. Wij wachten het onderzoek over de aansprakelijkheid voor de gevolgen af. Maar wij vragen ons af, moesten in het ene geval de mannen, die zij het op nog zo feilbare wijze in een afschuwelijke dwangpositie getracht hebben aan het lot der Joden nog te doen wat zij meenden dat gedaan kon worden, als verdachte misdadigers worden gevangen gezet, terwijl in het andere geval de verdachten op hun hoge verantwoordelijke posten ons land blijven vertegenwoordigen en zelfs niet geschorst zijn! Het verschil in behandeling is groot, het verschil in ernst der beschuldigingen niet, het geeft de ontmoedigende gewaarwording dat hier met twee maten wordt gemeten. En dat, terwijl in het eerste geval zeker eer verzachtende omstandigheden vallen aan te nemen,

[pagina 767]
[p. 767]

want de leiders van den Joodsen Raad stonden tegen den Duitsen muur, de heren in Londen konden vrij hun taak verrichten; de mannen van den Joodsen Raad mogen gefaald hebben, zij stonden voor bovenmenselijke moeilijkheden, en wie in ons land kon steeds intijds weten hoe hij had te handelen en wat daarvan de gevolgen zouden zijn, in de ongekende vreselijke situatie waarin wij waren geraakt en onze Joodse landgenoten het allermeest? De leiders van het Rode Kruis in Londen hadden slechts hun plicht na te komen en zij waren in de gelegenheid hun taak normaal te vervullen doch zij lieten het na. Voor hen was er geen dilemma op leven en dood, hoe zij moesten kiezen en wat er moest worden gedaan; zij konden beseffen wat er gedaan moest worden en dat verzuimen ervan een zaak van leven en dood voor duizenden kon worden. In het eerste geval was het een bovenmenselijke eis, precies te weten hoe er moest worden gehandeld, in het tweede geval was er de duidelijke menselijke plicht dat alles gedaan moest worden om hulp te bieden aan onze gevangenen.

Wij hebben de gegevens nog niet waarop een oordeel mogelijk wordt, maar wel weten wij, dat men zich aan de gevangenhouding van Prof. Cohen en Asscher alom, tot in de oud-illegale bladen waar men scherp pleegt te oordelen over wie zich te ver met de Duitsers hebben ingelaten, heeft gestoten; dat men algemeen overtuigd is dat deze mannen geen poging tot ontvluchting zouden doen als men hen had vrij gelaten; en dat wij bijv. in de kring waar men hem uit dagelijkse samenwerking sinds vele jaren kent, aan de Universiteit, tegenover Cohen niet anders dan volledige achting ontmoeten en de overtuiging van zijn onbetwijfelbare integriteit; en eindelijk, dat in dit land, dat niet beter is dan enig ander en waar dan ook niet minder dan in andere landen het voortwoekerende anti-semitisme ingang vindt, tot het uiterste alles vermeden dient te worden wat aan dat euvel voedsel kan geven. Hun invrijheidstelling, onverminderd het onderzoek, zal het met hun gevangenhouding bezwaarde rechtsgevoel van tallozen in den lande verlichten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken