Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 3 (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 3
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 3

(1948)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 417]
[p. 417]

Koninklijk

Niet de feestroes die aan de dagelijksheid van het gewone leven wil ontkomen, noch de gedachteloze herhaling van gebruikelijke en welsprekende gelegenheidsvolzinnen past dengeen, die iets zegt over het regeringsjubileum van koningin Wilhelmina, maar bezinning. Dan zoekt en vindt men vanzelf een menselijker en persoonlijker woord over haar die zich, na vijftig jaren het hoofd van den staat te zijn geweest, vooral als mens en als persoonlijkheid heeft doen kennen.

Men onderschatte niet, wat dit inhoudt. De afstand van een regerend vorst tot het volk - en omgekeerd - berust, in constitutionele landen, op de onschendbaarheid van de Kroon, die boven de partijen is geplaatst en voor welker besluiten ministers verantwoording dragen. Voorts op traditie, sacraal ritueel, psychologie, sociale overtuiging. Het moet een sterke wil, een vurige geest zijn die, onder handhaving van de grondwet, dezen afstand doorbreekt. Koningin Wilhelmina heeft van den aanvang af en jaren lang haar volk op onberispelijke wijze gediend. Om nauwkeurig te zijn: twee en veertig jaar. Het is haar echter daarna gelukt, in volkomen verbondenheid met de edelste krachten uit dat volk en in overeenstemming met de beste overleveringen van haar geslacht, op een na den Zwijger in onze historie ongekende wijze haar vollen moed en karakter, haar volle begrip en liefde aan dat volk te tonen toen de omstandigheden het vroegen.

Na het uitbreken van den jongsten wereldoorlog heeft de mens Wilhelmina zich aan haar volk doen kennen op een zoo eigen manier als zelden aan een regerend koningin gegeven was. Verdediging in militairen zin, verzet in het binnenland, vernieuwing voor de toekomst - ziedaar de onophoudelijke bekommernissen die haar hebben vervuld terwijl zij, in de gevaarlijke en deprimerende omstandigheden der Londense ballingschap, omringd was door een regering waarvan thans schier dagelijks opnieuw blijkt, hoezeer die op een zeldzaam verantwoordelijken voorpost en op een historisch uniek ogenblik in bijna alle opzichten en in ontstellende mate tekort schoot. Uit zichzelf alleen dus heeft de koningin toen haar inzichten moeten opbouwen en realiseren; uit zichzelf alleen heeft zij toon en woorden gevonden die meer dan

[pagina 418]
[p. 418]

wat ook de verzetstrijders steunden tegen den overweldiger en zijn beulen en helpers. Zich onvermoeid van de kleinste bizonderheden in het bezette vaderland op de hoogte houdend, heeft zij dat doorgezet.

Doorzetten - ondanks decepties, ondanks haar leeftijd heeft zij het gedaan, vertrouwende dat het Nederlandse volk in lijden en verzet zou worden gelouterd en gestaald; dat het met den vijand heulende en, in welken vorm dan ook, samenwerkende uitschot der natie na de bevrijding nooit meer het hoofd zou kunnen opsteken en naar andere kansen grijpen; dat enghartige staatszucht en partijgeest zouden doorbroken worden voor algemener belangen en in besef van saamhorigheid; dat het rijk voortaan Indonesië als waarlijk gelijkgerechtigd en in eigen zaken zelfstandig gebiedsdeel zou omvatten; dat, ten slotte, het verzet tegen de knechting - onsterflijke eer van ons volk in de oorlogsjaren - nu ook verder daarna de kern zou vormen ener geestesgesteldheid, welke het volksleven in zijn herstel en wederopbouw en toekomstmogelijkheden blijvend zou schoren.

Het is alles illusie en utopie gebleken en hoe eenzaam moet, steeds meer, dit brandend hart zich na den terugkeer hebben gevoeld. Het sterkste vuur is niet in staat, een hoop zand in brand te steken. In dat drijfzand van klein politiek eigenbelang, ambtenarij, corruptie en onverschilligheid zijn de hoge verwachtingen van eens weggezonken. De doorbraak is mislukt. De zuivering is een laffe, walgingwekkende, hypocriete, beschamende en schandelijke farce geworden. Een loyale oplossing met betrekking tot Indonesië werd, met miskenning van een koninklijk woord en van ons aanzien in het oog der wereld, geofferd aan koehandel, kortzichtigheid en benepen koloniaal conservatisme. En in een volk dat zo ver beneden de maat der zedelijke verwachtingen van koningin Wilhelmina, en van millioenen met haar, is gebleven, wordt nu door velen de troonsafstand soms nog aangegrepen om er, door verkeerde interpretatie van de beweegredenen, valse munt uit te slaan.

Het idealisme, de bewonderenswaardige offervaardigheid van deze nobele Nederlandse vrouw kunnen intussen reeds hierom niet vergeefs zijn geweest, omdat zij een voorbeeld blijven en een appèl aan het geweten der natie. Zij blijven een maanroep aan ons allen. In de rede waarin zij haar besluit tot troonsafstand aankondigde, na

[pagina 419]
[p. 419]

de in het verzet gevallenen te hebben herdacht, zeide koningin Wilhelmina woordelijk: ‘Wij moeten te zamen den geest overwinnen, die spreekt uit de handelingen en nalatigheden, welke in de jaren van oorlog en bezetting den weerstand hebben belemmerd en zelfs velen goeden Nederlanders het leven hebben gekost, en die ook thans nog in ons volk rondwaart.’

Dit is niet alleen waardige en ruiterlijke, maar ook uitermate heldere en onverbloemde taal, duidelijker dan welke geen constitutioneel vorst spreken kan. Het is de taal van een ten diepste ontgoocheld gemoed. Het is de taal van een groot mens. Koninklijk. Naar haar gaan onze bewondering, aanhankelijkheid en dankbaarheid uit nu zij haar zware taak, moe en teleurgesteld, eindelijk uit handen geeft: ‘Oorlof, mijn arme schapen.’

Redactie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken