Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 3 (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 3
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 3

(1948)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 637]
[p. 637]

Kort bestek

Kadaverdiscipline I

Augustus 1947. De ‘politionele actie’ is stopgezet. Het werk van de Nederlandse troepen bestaat nabij Pakisadji, niet ver van Malang, hoofdzakelijk in patrouilleren. Op een dag lopen enkele militaire wagens op mijnen. Geen doden, drie gewonden.

De volgende dag krijgt een afdeling bevel de naastbijgelegen kampong af te branden. Een sergeant en twee andere militairen herinneren zich Putten en weigeren het bevel uit te voeren. De rest van de troep heeft minder last van gewetensbezwaren.

Nu zitten de drie moedige militairen opgesloten - tot in hoogste instantie veroordeeld tot straffen van 2½, 2 en 1½ jaar, met oneervol ontslag uit de dienst. De vrouw van de sergeant heeft van het Ministerie van Marine advies gekregen, zich zo nodig in verbinding te stellen met het bureau voor maatschappelijk hulpbetoon.

Was het niet Lages, die er zich kort geleden op beriep, dat ook een Nederlands militair in Indonesië het niet moest wagen, zelfstandig te beoordelen of een hem gegeven bevel in strijd was met het volkenrecht of met de begrippen der menselijkheid...?

Kadaverdiscipline II

Een andere groep Nederlandse militairen in Indonesië begeleidt een convooi Indonesische gevangenen. Men weet de tragische afloop: de wagon uit Bondowoso met 46 kadavers, waarover in een vroeger Kort Bestek reeds geschreven is. Thans zijn de overwegingen van het Krijgsraadvonnis, waarbij alle betrokkenen zijn vrijgesproken met uitzondering van één sergeant-majoor, die een maand hechtenis met aftrek van preventief kreeg, gepubliceerd. De redenering luidt ongeveer als volgt: er waren geen duidelijke instructies, dus was eigenlijk niemand verplicht naar de gevangenen om te zien en tijdens de reis van 13 uur een keertje de deuren van de wagen te openen om naar binnen te kijken.

Jawel - ‘Befehl ist Befehl’ vindt een logische aanvulling in ‘Niemand hat es uns befohlen’.

 

Beide rechterlijke beslissingen zijn van een wrang cynisme. Zij vormen een bevestiging van de uitspraak van Gilberto Freyre, de

[pagina 638]
[p. 638]

schrijver van ‘The masters and the slaves’, een standaardwerk over het rassenvraagstuk in Zuid Amerika: ‘You cannot treat human beings as though they were less than human - without becoming less than human yourself.’

Een geval van Hoogtewaan

De heer J.B. van wiens hand in de aflevering van Socialisme en Democratie van September j.l. niet minder dan drie artikelen over uiteenlopende onderwerpen voorkomen - luchtig en soms raillerend, maar steeds zelfverzekerd van toon -, heeft als toegift daarop onder Boekbesprekingen een recensie geleverd van de dissertatie van de aan onze lezers welbekende Dr F.L. Polak (bl. 431/2). Wij vestigen op die bespreking de aandacht zowel vanwege de wijze waarop daarin aan het object wordt tekort gedaan als vanwege de vrees waarmee dit geschrijf ons vervult ten opzichte van de uitoefening van het ambt dat recensent eerlang zal aanvaarden aan de universiteit van Amsterdam.

Indien een eerste eis van de bespreking van een wetenschappelijk werk is dat ze zelf wetenschappelijk moet zijn, d.w.z. zo objectief mogelijk, dat ze haar oordeelvellingen niet adstrueert met kennelijke onjuistheden en zich niet door vooroordeel of oppervlakkige kennisneming aan het wezenlijke van de inhoud vergrijpt, dan heeft J.B. al deze normen overtreden. Hij begint met de ondertitel van Polak's boek, die aanwijst, dat het speciaal over de economie zal gaan en dat Max Weber's wetenschapsleer critisch zal worden besproken, weg te laten en vertelt dan, dat Dr P. het probleem van ‘Wertfreiheit’ van de (?) wetenschap onderzoekt.

Na een weinig preciese en vergroofde weergave van het resultaat volgt een onverkwikkelijke ontsporing: aan Polak wordt ‘geleerden-bijziendheid’ verweten, omdat hij voor het verschil in formaat tussen de ‘geniale’ Weber en de ‘brave, niet ver boven de middelmaat uitgekomen professor Sombart’ geen oog toont te hebben. Nu doet dit verschil ten eerste niets terzake, maar het is bovendien door Polak zelf reeds op blz. 7 van de Inleiding genoemd. Sombart is, zoals ieder weet, een geleerde van internationale naam geweest. Zou men denken, dat de hoogte waaruit de kwalificatie van Max Weber wordt gesproken plaats laat voor de erkenning, dat hij althans een top is, waarnaar men moet opzien, ook dit blijkt illusie,

[pagina 639]
[p. 639]

want de recensent vertelt ons, dat Weber wel een ‘genie’ was, maar dat ‘de genialiteit dikwijls schuil ging achter zijn aantrekkelijke neiging om al het persoonlijke zoveel mogelijk weg te laten en de zaken zelf te laten spreken’.

De caricatuur die hier getekend wordt bewijst dat de recensent zich van Max Weber een averechtse en volmaakt subjectieve voorstelling maakt, die hem in staat stelt om, na Sombart, ook hem te kleineren. Ieder kenner van Weber weet, dat diens genialiteit niet ‘schuil ging achter’, maar: zich manifesteerde in, niet ‘had de aantrekkelijke neiging’ maar: de zelden met zulk een ernst en kracht vertoonde moed om aan persoonlijke overtuigingen en wetenschappelijke inzichten beide volledig recht te doen en daardoor de spanning daartussen in de eigen geest tot brekens toe op te voeren. Recensent schijnt de stijlloosheid niet te voelen, hierin gelegen dat men na iemand een genie genoemd te hebben hem al bemoedigend een aantrekkelijke neiging toedicht en waarschuwend op het gevaar daarvan (voor de genialiteit dan) wijst.

Wij kunnen ons voorstellen, dat Dr Polak zelf op deze en andere onjuistheden reageren zal. Aan niemand is dat beter toevertrouwd. Maar we meenden niet te moeten zwijgen over dit staal van onverantwoord gepraat en over het onzakelijk zelfbehagen, dat er uit spreekt. Een ernstig onderzoeker, wiens wetenschappelijkheid is bewezen, niet alleen door zijn ver boven de gewone maat liggend proefschrift, wordt hier van uit illusionaire hoogte gedisqualificeerd en mèt hem worden de corypheeën neergehaald waarvoor juist hij, bij zoveel soliedere kennis, zoveel meer eerbiedig begrip toont dan zijn recensent. Wij wensen de lezers van Socialisme en Democratie betere voorlichting toe dan J.B. hier heeft geboden en hemzelf, dat hij in een lange academische loopbaan zich het recht zal verwerven op de uitoefening van het intellectueel gezag, dat hij voorshands slechts usurpeert.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken