Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 4 (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 4
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 4

(1949)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 471]
[p. 471]

Kort bestek

De naakten kleden

Onzedelijke kunst is een tegenspraak in zichzelf. Maar het ziet er naar uit, dat men dit inzicht in Nederland in brede kringen begint te verliezen en dat zal zeker niet uitblijven als kerkelijke en burgerlijke autoriteiten voortgaan het officieel te ondermijnen. Daarmede raakt een der voornaamste vormen der geestelijke vrijheid, de vrijheid van de kunst in gevaar. Wij hebben in het Zuiden, op aanstichting van een man wiens gedrag tijdens de bezetting voor den zo milden centralen ereraad voor de zuivering van kunstenaars zelfs reden is geweest de hem opgelegde uitsluiting als auteur met enige jaren te verzwaren, Albert Kuyle, de verwijdering als ontaarde kunst van de statie van Ad. de Haas beleefd, daarna de tegen den roman Eenzaam Avontuur van Anna Blaman ontketende rel, de blunder in Laren met de inbeslagneming van geïllustreerde werkjes over Maillot en Renoir, en dezen zomer de officiële ontluistering van de eerst met zoveel officiële luister geopende tentoonstelling der schilderijen van Van Dongen.

De vroede vaderen van Rotterdam hebben er goed aan gedaan krachtig in te grijpen, alvorens de Franse zedenverwildering door een zo gevaarlijk bacillendrager der frivoliteit als onze oud-landgenoot ook onze brave havenstad zal aantasten, waar immers de laatste resten van het vroegere ‘rosse leven’ nu reeds negen jaren geleden door de Duitse beschermers zorgvuldig en tactvol weggebombardeerd waren. Het is trouwens zeer goed gezien dat hier een tijdig ingrijpen geboden was, immers de laatste vijfentwintig eeuwen begint meer en meer de verderfelijke gewoonte van het naaktschilderen veld te winnen en het is er de laatste jaren onder den invloed van den oorlog niet beter op geworden. Het ziet er naar uit, dat ook de textielschaarste dezer jaren vaak jeugdige modellen in de verleiding brengt zich dan maar zonder iets aan te laten schilderen. Wanneer zelfs onze revuegirls van jongsaf aan geleerd wordt zich met een vleeskleurig tricot te bekleden, dat warm als het degelijkste jaeger, niet slechts de goede zeden maar ook tegen kouvatten behoedt, moet dan niet aan een nog jeugdig grijsaard als Kees van Dongen bijtijds een krachtig halt toe worden geroepen! Tot hiertoe [tot waartoe zal in een verordening nader worden bepaald] en niet verder. Wij mogen aannemen dat het nu reeds eeuwen voortwoekerende naaktschilderen in de komende maanden duidelijk zal afnemen. De zedenpolitie zal in de stad naast de thermometers der verkeersongevallen de afneming van dit euvel openbaar bekendmaken, zodat een ieder zich een beeld kan vormen van het geleidelijk veldwinnen van het meer geklede genre. Een ieder schildere tot daaraan-

[pagina 472]
[p. 472]

toe en niet verder. Wees een heer in het verkeer, en als een bikkel tegen zedeprikkel. Wij bevelen aan, bezoekers van tentoonstellingen in het vervolg eerst aan een prikkeltest te onderwerpen, heel eenvoudig aanvangend met kittelen onder de voetzolen en geleidelijk op te voeren tot morele proeven van onverwachte confrontatie met schilderijen van modellen in licht tot zwaar décolleté om eindelijk de krachtproef te doorstaan tegenover négligés voor meergevorderden. Alleen op deze wijze zal het mogelijk zijn de gezonde belangstelling van de tentoonstellingsbezoekers te meten. De suppoosten krijgen order in het bijzonder op personen die raadsleden zouden kunnen zijn een waakzaam oog te houden. Zodra dezulken door gebaren of geluiden op nader te regelen onderdelen en details der uitgestalde werken de aandacht van hun medeburgers vestigen, zullen zij terstond en zonder pardon in dekens gewikkeld en verwijderd worden, om in de koelkamers onder het museum hun verhitte brein weer op normale temperatuur te brengen. Slechts door zulke ingrijpende maatregelen immers zal het mogelijk zijn om de kunst in Nederland tegen ongezonde belangstelling te beschermen en onze aloude faam van kunstlievende en ruimdenkende Chinezen van Europa te handhaven. Is it so or not, om met den preutsen Amerikaansen schrijver Henry Miller te spreken.

De positie der leraren: Waardigheid door Strijdbaarheid

Er is onrust onder de leraren. Een maatschappelijke groep, uitmuntend in ingetogen plichtsbetrachting en studieuze recreatie, begint de trom te roeren. Men blaast verzamelen rond het vaandel der non-coöperatie.

Deze crisis is het gevolg van de jongste salarisregeling. Deze stelt niet enkel teleur - dat zou aan de leraren geen uitzonderingspositie onder de loontrekkers verschaffen - maar wekt verontwaardiging wegens de grievende spanning tussen feitelijk inkomen en datgene wat de leraar redelijkerwijs meent te mogen verwachten. Die spanning is ontstaan, doordat de regering objectieve, vergelijkende gezichtspunten heeft verwaarloosd, zonder welke geen rechtvaardigheid betracht kan worden. Immers, de regering liet eerst enige groepen ambtenaren een zeker ‘plafond’ van salarisverhoging doorstoten, maar weigerde dit vervolgens aan de leraren. Zoiets moet hen ontstemmen, want zij worden voelbaar achtergesteld ten opzichte van rijksaccountants, politieambtenaren, rechters enz. Maar wat te denken van het feit, dat enkele maanden, nadat de plafond-theorie onaantastbaar was geworden, zij voor het Middelbaar Nijverheidsonderwijs al niet meer bleek te gelden. Er was dus niet een bepaalde datum waarna het plafond gold, maar een bepaalde groep ambtenaren waarvoor het bedoeld was, n.l. de leraren bij het V.H.M.O.

Kan men het de leraar euvel duiden, dat twijfel bij hem begint te rijzen

[pagina 473]
[p. 473]

aan de goede trouw der regering? Hij mag beslist het maximum van 615 gulden voor een volledige werktaak niet overschrijden, maar zijn collega bij het M.N.O. kan gerust 660 gulden toucheren, zonder daarmee de gehele salarispolitiek van de regering te ontwrichten...

Oorspronkelijk waren het M.N.O. en de Kweekschool achtergesteld bij het V.H.M.O. Voor de oorlog lagen M.N.O. en V.H.M.O. gelijk, maar de Kweekschool achter. Momenteel staat deze met het V.H.M.O. gelijk en ligt het M.N.O. belangrijk vóór. Is het dan verwonderlijk, dat de leraren schrik en verontwaardiging om het hart slaan en ze hun gehele maatschappelijke positie in het geding gebracht zien?

Maar ook in de hiërarchie van het onderwijs worden de vroegere verhoudingen door de recente salarisbesluiten principieel gewijzigd. Vooropgesteld zij de stelregel die sinds de bevrijding de overheid heeft geleid. Zij verleende aan de laagste salarisgroepen procentueel de grootste verhoging en gunde aan de topsalarissen het geringste percentage vooruitgang. Op die grondslag ware het dus consequent, dat L.O., V.H.M.O. en H.O. een reeks afnemende percentages van salarisverhoging vertoonden. Wat zien we echter? Een onderwijzer met hoofdacte gaat 50% vooruit, een leraar ziet zijn maximum met slechts 25% stijgen, maar aan de hoogleraren wordt een herziening van het maximum in uitzicht gesteld, die dit van 9 op 12 mille brengt. Deze reeks van ½ - ⅓ - ¼ bevat een voor de leraren onaanvaardbare onevenredigheid.

Wanneer men de leraren dermate dupeert, mag men zich niet verbazen, dat een snel groeiend aantal meent, de waardigheid van hun stand enkel nog door strijdbaarheid te kunnen redden. En met die waardigheid de toekomst van het V.H.M.O. Want momenteel verkeert het docentencorps maatschappelijk in een dusdanige uitzonderingspositie, dat de jeugd zich wel viermaal bedenkt, alvorens zij zich op zulk een klaarblijkelijk geringschatte loopbaan gaat voorbereiden. Realiseren we ons wel eens, dat omstreeks ⅕ [één vijfde!] der lesuren door onbevoegden of gepensionneerden gegeven wordt of zelfs moet uitvallen?

Onder zulke omstandigheden vat bij de leraren de mening post, dat de regering de ernst van de toestand niet wil zien en dat zij een opportunistische salarispolitiek volgt, waaraan ook psychologische speculaties niet vreemd zijn. Iemand die leiding geeft aan de jeugd, gehoorzaamheid en orde moet eisen, denkt gemakkelijk in gezagsverhoudingen en zal zich zolang de nood niet nijpend wordt, wel schikken. Eventueel onder schriftelijk protest. Inderdaad, maar de nood is er nu. De leraren gevoelen zich in een strijdpositie gedrongen, beginnen zich op eigen kracht te bezinnen en tonen zich bereid, deze als wapen te hanteren. Hoeveel diensten verricht de leraar niet buiten het eigenlijke lesgeven om? Men denke b.v. eens aan de centrale examens die zonder medewerking der leraren

[pagina 474]
[p. 474]

eenvoudig niet afgenomen kunnen worden. Stricte beperking van zijn bezigheden tot het onmiddellijke schoolwerk wordt daarom als eerste phase van non-coöperatie aanbevolen; met als natuurlijk complement de vorming van een weerstandskas.

Ongetwijfeld zal menig buitenstaander die opzichzelf de leraren alle goeds wenst, maar van de finesses niet zozeer op de hoogte is, hierbij een onbehagelijk gevoel krijgen, wanneer hij denkt aan de vol zelfopoffering bewaarde arbeidsvrede in het bedrijfsleven. Aan de leraar zijn echter arbeidsvoorwaarden opgedrongen, zoals men die aan geen arbeider meer durft voorstellen!

Want wat is er gebeurd? Toen Minister Gielen erkende, dat 26 lesuren met alles wat daarmee samengaat een volledige weektaak betekenen, stelde hij voor die erkenning ook een eis: zolang het tekort aan docenten dit nodig maakte, zou men iemand ook 29 uur kunnen opleggen. Hiervoor wordt hij dan ‘symbolisch’ betaald, tegen een tarief dat ongeveer één vijfde bedraagt van het honorarium voor de normale uren. Wat zou een arbeider menen van verplicht overwerk tegen symbolische betaling? Wel, hij zou er symbolisch voor weten te werken! En wat is de moraal van deze regeling? Dat de regering op elk tiental symbolisch betaalde, maar reëel werkende leraren één volgens de normale regeling betaalde docent uitspaart...

Alles bijeen genomen, men kan de leraren niet goed van achterdocht betichten, wanneer zij in dit soort behandeling een maatschappelijke disqualificatie zien. Er schijnt bij de overheid een herwaardering aan de gang van hun bijdrage tot de Nederlandse beschaving. Hierin ligt een schrijnend onrecht, niet minder echter een groot gevaar. Of meent de Regering de intellectuele vorming der jeugd ongestraft te kunnen verwaarlozen?

De oorlog die Hitler won...

Onder deze titel, men weet het, hopen wij, heeft H. Wielek een boek geschreven over Hitlers strijd tegen de Joden. Het blijkt, helaas, niet de enige oorlog die hij gewonnen heeft. Ook in die vóór het nazisme leed hij slechts schijnbaar de nederlaag. Rest alleen de militaire oorlog, die hij werkelijk verloren heeft. Maar dat was, in zekere zin, de onbelangrijkste van de drie en generaal Halder weet al te vertellen, en Churchill is het met hem eens, dat hij ook die toch bijna gewonnen had...

Dat hij de oorlog vóór het nazisme gewonnen heeft, is onlangs met pijnlijke duidelijkheid gebleken uit een rapport, op last van de Amerikaanse militaire overheid in Duitsland opgesteld. Het loopt over de periode van de capitulatie tot Februari van dit jaar en berust op zeven en zestig overzichten en honderd speciale studies van de mentaliteit der Duitsers in

[pagina 475]
[p. 475]

de Amerikaanse zone en heet ‘Trends in German Public Opinion’. Kort saamgevat - de New York Herald Tribune gaf er in zijn nummer van 17 Juni een overzicht van - komt de inhoud hierop neer, dat op de vraag of het nationaal-socialisme was ‘een goed denkbeeld, maar slecht uitgevoerd’, in 1946 40% van de ondervraagde Duitsers met ‘ja’ antwoordde, terwijl dit percentage het jaar daarop al 52 bedroeg en begin van dit jaar was opgelopen tot 55.5. De gevolgtrekking ligt voor de hand: wie zou een ‘goed denkbeeld, dat slecht is uitgevoerd’, niet opnieuw en dan ‘beter’ uitvoeren, zodra hij daartoe de kans krijgt?

Nog sprekender misschien is een tweede uitkomst. Voor de keus gesteld of zij het nationaal-socialisme, dan wel het communisme zouden verkiezen, antwoordden in 1946 de ondervraagden nog met ‘geen van beiden’, maar in '49 zijn de meningen van ‘geen van beiden’ op het nationaal-socialisme overgegaan. Ook hier lijkt de conclusie niet moeilijk: terwijl de ondervraagden kort na de bevrijding nog zo voorzichtig waren hun mening vóór zich te houden, zien zij er drie jaar later al geen been meer in, er rond voor uit te komen, hun ideaal is en blijft: Hitler, maar, allicht, dit keer dan in een geslaagde uitgaaf.

Dit resultaat is te veelzeggender als men bedenkt dat voor de echte nazi's de ondervraagden toch maar tot de verraders behoren. Immers het antwoorden op opinie-vragen van bezetterszijde moeten zij wel als een soort collaboratie beschouwen.

De vraag in hoeverre de Amerikaanse politiek - ook in het stellen der vragen - mede tot deze uitkomst heeft geleid, moeten wij hier onbesproken laten. Ons gaat vooral dit aan: dat wij in geen enkel Nederlands blad of tijdschrift dit rapport hebben zien aangekondigd, laat staan besproken. Struisvogelpolitiek? Of vindt men het wel goed - als het maar tegen Rusland gaat of zelfs - schijnt te gaan? Want 6 van de 10 Duitsers, zo leert het rapport tenslotte, verkiezen economische zekerheid boven burgerlijke vrijheid. Dat is de les, die zij van de geschiedenis der grote werkloosheid in '32-'33 hebben onthouden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken