Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 4 (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 4
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 4

(1949)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 675]
[p. 675]

Ex libris

Prof. Dr J.M. Baart de la Faille, Prof. Dr H.G.K. Westenbrink, Prof. P. Nieuwenhuyse. Leven en werken van Cornelis. Adrianus Pekelharing, 1848-1922.

Uitgegeven te Utrecht bij N.V.A. Oosthoek's Uitgeversmaatschappij 1948.

Reeds eerder heb ik erop gewezen, dat de geschiedenis van gisteren, waaronder ik twee generaties versta, betrekkelijk weinig belangstelling ondervindt. Afgezien van enkele autobiografiën als van Moleschott en G.J. Mulder en de levensberichten in periodieken en bij herdenkingen, is de oogst schraal. [Fokker, Winkler.] In de laatste tijd komt hierin enige verandering, hoewel er nog een grote achterstand is. Deze biografie werd geschreven door de schoonzoon en door twee indirecte opvolgers van Pekelharing. Het eerste gedeelte beschrijft de persoon van Pekelharing en zijn levensloop. Hij was slechts kort in de algemene praktijk en werd spoedig benoemd tot leraar aan 's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht. Enige tijd later werd hij hoogleraar in de ziektekunde aldaar, totdat hij zijn intrede deed in het door Donders gestichte fysiologisch laboratorium, waar hij les gaf in de fysiologische scheikunde en de weefselleer. Pekelharing is een der beste leermeesters die ik gekend heb, omdat zijn leerstof nooit uitging boven het begripsvermogen zijner leerlingen. De werker was hem lief en het grote aantal dissertaties, onder zijn leiding bewerkt, wijst erop, hoe hij liefde wist te wekken voor het door hem geleerde. Zijn wetenschappelijke arbeid werd in dit boek bewerkt door den biochemicus Westenbrink en door den patholoog-anatoom Nieuwenhuyse en leent zich niet voor een kort referaat. Eenmaal was de lauwer der onsterfelijkheid binnen zijn bereik, toen hij met Winkler door de regering uitverkoren werd de oorzaak der beri-beri op te sporen.

Gevangen in een geestelijk subjectivisme, dat de bacteriologie op de voorgrond drong, meenden zij op grond van hun waarnemingen te doen te hebben met een bacteriologische infectieziekte. Kort daarop zou in het door hen opgerichte laboratorium de ware oorzaak der ziekte ontdekt worden. Wie Pekelharing's bibliografie doorziet, is verbaasd niet alleen door de veelzijdigheid zijner onderzoekingen, maar ook door het groot aantal vraagstukken, dat hij onder de loupe nam. Men mag de schrijvers dankbaar zijn, dat zij Pekelharing's levenswerk in een zo overzichtelijk bestek hebben weergegeven.

F.M.G. de Feyfer

Cora du Bois, Social forces in Southeast Asia, Minnesota-Londen, 1949.

De bekende Amerikaanse anthropologe Cora Du Bois, schrijfster van het tijdens de oorlog verschenen werk ‘The people of Alor’, heeft met dit nieuwste boekje niet bedoeld een wetenschappelijke studie te leveren in de eigenlijke zin des woords. ‘Social forces in Southeast Asia’ bevat de inhoud van een drietal in 1947 gehouden lezingen, waarin de schrijfster met enige forse pennestreken de sociale krachten, die het Zuid-Oost-Aziatische toneel vóór 1941 beheersten, schetst.

Nadat in het eerste, inleidende hoofdstuk de moderne visie op het begrip cultuur en op de processen van culturele verandering en beïnvloeding is samengevat, beschrijft het tweede hoofdstuk de vóór-oorlogse ontwikkeling in Zuid-Oost-Azië. Met name wijdt de schrijfster diepgaande beschouwingen aan de standenstructuur van deze maatschappijen en op de wijzigingen die deze structuur onderging onder invloed van de koloniale overheersing. Haar analyse biedt, zo beknopt en schematisch als zij is, een rijkdom aan ideeën die nadere studie en overdenking waard zijn, en getuigt overal van een brede visie en grote scherpzinnigheid.

Het derde hoofdstuk, dat een prognose bevat voor de toekomst, is uiteraard veel meer speculatief van karakter. Toch vindt

[pagina 676]
[p. 676]

men ook hier in kort bestek een aantal belangwekkende gedachten, die getuigen van sociologisch inzicht. Een belangrijk deel van deze slotbeschouwingen is gewijd aan de toekomstige internationale verhoudingen in Zuid-Oost-Azië. Kennelijk interesseert de schrijfster, die sedert 1945 werkzaam is bij het State Department, waar zij hoofd is van de ‘Southern Areas Branch’ van het ‘Office of Intelligence Research’, zich in het bijzonder voor dit internationale aspect.

Voor de Nederlandse lezer is het dubbel interessant om uit dit werkje te leren, hoe diepgaand de Amerikaanse sociologie zich met de problemen van Zuid-Oost-Azië bezighoudt, en welke waarde men in Amerika hecht aan sociologisch inzicht bij het bepalen van het buitenlands beleid.

W.

J.H. Plokker, Prof. Dr S. Dresden, Prof. Dr K. Baschwitz en Prof. Dr W. Banning, Angst en Crisis der Moraal, H.P. Leopolds Uitgevers Mij N.V. 's-Gravenhage 1949. 150 blz.

Dit werkje omvat de vier referaten over het onderwerp en van de sprekers, boven vermeld, benevens de rede waarmee Prof. Rümke als voorzitter dit derde Symposion der Societeit voor culturele samenwerking, in den Haag opende op 25 Sept. 1948 en tenslotte een verslag der gehouden discussie.

De heer Plokker komt hier in zijn ‘psychologische beschouwingen over angst’, drie moderne theorieën ter verklaring van de angst te bespreken, te weten de existentialistische, de objectieve [vooral K. Goldstein] en de psychoanalytische, welke laatste bijna tweemaal de omvang heeft van de beide andere samen. Via Oedipus-complex en castratie-angst wordt ons hier de angst als verschijnsel bij de man geduid; voor de vrouw voert een heel andere weg, de angst voor liefdesverlies haar hetzelfde resultaat. Niet geheel duidelijk wordt het waarom deze drie theorieën de angst ‘eigenlijk’ zien als een angst voor de vrijheid.

Prof. Dresden behandelt in ‘literaire aspecten’ het angst-verschijnsel zoals het sinds ± 1830 in de Franse letterkunde zichtbaar wordt. Boeiend is zijn bespreking van Proust, Kafka en Malraux, inclusief het wrange besef van deze laatste dat tussen beleven en vertellen onherroepelijk een klove ligt.

Prof. Baschwitz licht de massale angst toe aan het voorbeeld der daemonophobie die tot de heksen-processen voerde. Zijn pakkend verhaal brengt ons voor de verdringing-uit-angst die deze mensonterende vermoording van weerlozen zo in vergetelheid deed raken.

Prof. Banning ten slotte wijst in ‘overwinning van de angst’ een zestal wegen die naar een opheffing van de angst zouden kunnen voeren. Voorzover Christelijk getint zijn enkele daarvan niet voor allen begaanbaar, zoals duidelijk uit de discussie [Dr. Snethlage] bleek. Bannings betoog ging van het gehouden viertal het meest direct op practische concluees af en toont daardoor het sterkst de kracht en tegelijk de zwakte van zijn onvermijdelijke subjectiviteit.

H. Oldewelt

Dr A.J.W. Kaas, August Strindberg. Een psychologische beschouwing over de band tussen Kunstenaars en hun werk, 1948 [van Loghum Slaterus' U.M. Arnhem].

Tegen deze studie van Dr Kaas is het bezwaar gemaakt dat met de latere literatuur over Strindberg geen rekening is gehouden. Inderdaad ziet het lijstje op blz. 158 er wat armelijk uit. Stellig zou ook een en ander anders zijn uitgevallen indien de schrijver kennis had kunnen nemen van de nieuwere Zweedse studies over Strindberg. Niet onvermeld had ook mogen blijven wat wij aan Hollandse vertalingen van S. hebben. De belangstelling voor deze grote Zweed is in ons land nooit groot geweest, maar er is toch

[pagina 677]
[p. 677]

een en ander vertaald, en het is ook niet juist dat Strindberg voornamelijk in de duitse vertaling van Schering bekend is. Prettiger zou het ook geweest zijn als Dr K. de [soms zeer lange] citaten niet in het Duits gegeven had, maar in hollandse vertaling, waar in het Zweeds citeren nu eenmaal niet mogelijk was. Voegen wij hier nog aan toe dat de ondertitel niet gelukkig geformuleerd is, het boekje niet brillant geschreven is, noch gelukkig gecomponeerd, dan zijn wij aan het einde van onze negatieve opmerkingen en stellen wij gaarne vast dat wij hier met een verdienstelijke psycho-analystische studie over een uiterst belangwekkend schrijver als Strindberg uit dit oogpunt is, te doen hebben. Want op de hoogte van de psycho-analytische literatuur in het algemeen en over Strindberg in het bijzonder is Dr Kaas wel en het is hem gelukt door zorgvuldige bestudering van de autobiografieën en vele werken een duidelijk totaal beeld van S. te geven. Niet dat dit beeld zo nieuw is. Vóór de psycho-analyse aan bod kwam, wist men wel ongeveer wat en wie Strindberg was. Nu deze wetenschap op hem is toegepast, krijgen wij een verdiept begrip van hem. De ‘abnormale’ die S. in de ogen van de gewone mens is, blijkt een begrijpbaar mens te zijn. Terecht merkt Dr Kaas op [blz. 155] dat men Strindberg niet als principieel anders gestructueerd mag zien dan de gewone mens: het Oedipus-complex leeft in ieder, die uit een vrouw geboren werd.

Wij mogen Dr Kaas dankbaar zijn voor de toelichting die hij heeft gegeven op het bewogen leven van een groot kunstenaar evenals voor zijn algemene opmerkingen over de verhouding van kunstenaars tot hun werk.

K.F.P.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • W.F. Wertheim

  • F.M.G. de Feyfer

  • H.M.J. Oldewelt

  • over J.M. Baart de la Faille

  • over J.H. Plokker

  • over S. Dresden

  • over Kurt Baschwitz

  • over W. Banning

  • over P. Nieuwenhuyse

  • over A.J.W. Kaas