Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 8 (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 8
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 8

(1953)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 58]
[p. 58]

Kort bestek

Zijn wij niet mooi genoeg?

Het feit, dat bij het gemiddelde grote publiek in ons land de stand en het beroep van schrijver, vergeleken bij de toestand in andere landen, zo weinig aanzien genieten, laat duidelijk sporen achter op de algemene houding van ook het bestwillende Ministerie van O.K. & W. tegenover auteurs. Toen er het vorig jaar een belangrijk internationaal congres van litteratoren in Knokke werd gehouden, wees op verzoek van de Belgische regering en na werkelijk maandenlang aandringen van de Nederlandse betrokkenen het Ministerie vier gedelegeerden aan, die daarvoor een tegemoetkoming in hun reis- en verblijfkosten zouden ontvangen. Deze vier ongelukkigen ontvingen het bericht van hun benoeming enkele uren voor het vertrek van de laatste trein die nog tijdig de eerste bijeenkomst kon bereiken. Een van de vier is daardoor helemaal niet kunnen gaan, een tweede eerst twee dagen te laat; de reis- en verblijfkosten moesten worden voorgeschoten en kwamen eerst na de terugkomst van de congresgangers los, ook weer op herhaald verzoek.

Dit alles is niet zo belangrijk en zou zeker geen vermelding verdienen als het slechts een incidenteel geval betrof; het is echter een duidelijk symptoom van het hierboven bedoelde gebrek aan égards, dat van hoog tot laag, van de eenvoudigste man tot en met de departementale kringen, nog al te zeer de betrekkingen in ons land met letterkundige kunstenaars kenmerkt.

Litteratuur is hier geen begrip. De belangrijkste Nederlandse en buitenlandse schrijvers spreken in ons land voor lege zalen en ondervinden particulier en officieel bijzonder weinig belangstelling. Maar bij een herdenkingsrede over Karel van de Woestijne door een Nederlander in Oostende, zagen wij, in de tot de nok gevulde grote zaal van het Raadhuis, behalve vertegenwoordigers van regerings-, gemeentelijke en kerkelijke overheden, ook groepen schoolkinderen, afvaardigingen uit de grote bedrijven, uit handel en industrie en vele andere bevolkingsgroepen. Of deze allen inderdaad lezers waren van of persoonlijk geïnteresseerd waren in de dikwijis moeilijke poëzie van de grote dichter? Het lijkt weinig waarschijnlijk, maar wel had men deze manifestatie vooral te zien als een teken van de waarachtig levende eerbied, die in het buitenland zo vaak ten aanzien van de letterkunde valt op te merken.

Een ander voorbeeld: De schrijver van deze regelen was nog Been

[pagina 59]
[p. 59]

kwart eeuw oud, toen hij door een toeval gelegenheid had, deel to nemen aan een déjeuner ter ere van Paul Fort in de Closerie des Lilas. Een entrefilétje over dat huldigingsfeest had in de kranten gestaan en het lieve oude werkstertje, dat zijn netjes door haar opgeperste donkere pak klaarlegde, vertrok het gerimpeld gezichtje in extase, alsof zij met tuitende lipjes honing proefde: ‘Ah, Monsieur Paul Fort! Ah! Monsieur André Gide!’ (Deze laatste zou mede aanzitten).

Snobisme was aan dit mensje vreemd en het stond wel vast, dat zij nooit een letter van een van beide auteurs onder ogen had gehad. Maar dat doet er niet toe: deze uiting van respect en waardering was alleen maar een zeer alledaags symptoom van de bijzondere betekenis welke, bij een waarlijk cultureel volk als het Franse, gehecht wordt, ook door de eenvoudigsten, aan het bestaan van een nationale letterkunde. Men kan beweren dat de kennis van schrijversnamen zonder kennis van hun werk niets waard is, maar begrijpt dan niet de psychologische achtergrond van het bedoelde kwaliteitsgevoel in een land, waar uit een traditioneel voortgezette, ingeschapen geestesbeschaving de taxichauffeurs elkander uitschelden, weliswaar in het afschuwlijkste argot, maar in klassiek gebouwde ciceroniaanse periodes.

Aanleiding tot deze korte overwegingen was de uitgifte door de Belgische regering van een reeks uitnemend uitgevoerde postzegels met de beeltenissen van belangrijke gestorven schrijvers, behorend tot de moderne Belgische auteurs. Op deze wijze komen bij millioenen Belgen per brief de voortreffelijk gelijkende portretten binnen van Karel van de Woestijne, Maurice Maeterlinck en Emile Verhaeren. Misschien zijn er wel meer, maar die hebben wij niet gezien.

Een middel om via iets zó persoonlijks als een goed geslaagd portret ook interesse voor litterair werk te stimuleren. En waarom kan zoiets nu bij ons niet?! Goed, wij hebben kinderpostzegels. Maar ook dichters hebben nog veel van het kind. Zouden postzegels met koppen van Kloos, Van Deyssel, Gorter, Leopold, Boutens, Henriette Roland Holst bij ons niet een nog veel nuttiger functie vervullen dan in een land, waar nu eenmaal van huis uit een schrijver als zodanig voor het volk reeds meer betekent dan hier?

Durft men met deze portretten bij het Nederlandse volk niet voor de dag te komen? Ontbreken soms teveel de geroemde zuilen, die nu eenmaal elk departementaal gebaar stutten, of zit misschien het haar van Willem Kloos niet netjes? Zijn wij niet mooi genoeg?

[pagina 60]
[p. 60]

In plaats van vrees... Wat?

‘De politieke belangstelling is zo klein, meneer’, zei de boekhandelaar, die de vertaling van Bevan's ‘In place of fear’, onlangs verschenen onder de titel ‘In plaats van vrees’, niet in voorraad had.

Blijkbaar denken de uitgevers, de Arbeiderspers, of de vertaler en schrijver van een lange inleiding, drs Den Uyl, anders over deze belangstelling. Men zou eer denken, dat de vertaler, juist uit vrees voor de belangstelling, de vertaling onder zijn hoede heeft genomen, om het boek als een afschrikwekkend specimen van onsystematisch en dus slecht denken aan eventuele belangstellenden voor te houden. De directeur van het wetenschappelijk bureau van de P.v.d.A. heeft op deze wijze zowel zijn wetenschappelijk als zijn democratisch socialistisch geweten gerust gesteld. De argumentaties van de roerige heer Bevan deugen niet en bovendien verzwakt hij nog verder de toch al niet te grote invloed van het socialisme - aldus Den Uyl!

Bevan moge dan voor de binnenlandse politiek zijn verdiensten hebben, van de buitenlandse verhoudingen heeft hij geen grein verstand, volgens de schrijver van de inleiding. Hij is regelrecht gevaarlijk ‘voor de toekomst van de vrije wereld’, omdat mede door zijn toedoen de bewapeningsinspanning van het Westen vertraagd wordt en het oorlogsgevaar vergroot - ofschoon overigens Churchill in gedurfde voorstellen tot vermindering van bewapening hem nog heeft overtroefd. Daarom is het van belang, zegt Den Uyl, nauwkeurig kennis te nemen van de achtergronden van denken en handelen van deze gevaarlijke man. Bevan speculeert immers op sentimenten, die zich overal vertonen en waarvan ten onzent de Derde Weg zich de spreekbuis maakt, weliswaar ‘op een stuntelige wijze’, waarmee vergeleken het ‘waterig betoog’ van Bevan nog ‘iets van de glans van het meesterschap’ bezit.

Wat de heer Den Uyl in plaats van vrees te bieden heeft, dat zouden de lezers zich kunnen afvragen, die na de inleiding nog of juist dan met animo aan het boek van de gevaarlijke man beginnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken