Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 8 (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 8
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 8

(1953)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 536]
[p. 536]

Kort bestek

Parlementair en moreel verval

Op vragen van het Kamerlid Weker over het aantal verongelukte straaljagers heeft de minister van defensie het volgende geantwoord:

‘In het tijdvak van 1 Juli 1952 tot 20 Juli 1953 werden tengevolge van vliegongevallen 30 straaljagers afgeschreven. Hierbij kwamen 14 vliegers om het leven.

Bij het vaststellen van het aantal aan te schaffen vliegtuigen wordt in aanmerking genomen, dat tijdens het gebruik van de vliegtuigen met een bepaald periodiek af te schrijven verliespercentage rekening moet worden gehouden, gebaseerd op internationale ervaringscijfers, waardoor van een financieel verlies eigenlijk niet kan worden gegesproken.

Van de afgeschreven vliegtuigen is in de meeste gevallen nog een aanzienlijke hoeveelheid onderdelen bruikbaar voor reparaties van andere vliegtuigen. De waarde van de onbruikbaar geworden vliegtuigen en de onderdelen daarvan bedraagt plm. f 4.000.000, -.

Ook in de toekomst zal volgens de minister rekening gehouden moeten worden met ongelukken met moderne jachtvliegtuigen. In het algemeen zijn vliegtuigongevallen een niet te vermijden consequentie van het gebruik van dit materieel.’

Dit antwoord, wel verre van de ongerustheid op te heffen, waaruit de vraag voortkwam, geeft aanleiding tot twee nieuwe vragen:

1e. Heeft het recht van interpellatie van het parlement nog enige zin, wanneer het ministeriële antwoord de volksvertegenwoordiging zo glashard met een kluitje in het riet stuurt, het toch ‘bepaalde’ verliespercentage, waar de hele vraag om draait, onbepaald laat, maar de kruideniers onder de Kamerleden gerust stelt met de plm. 4 millioen waarop men het oud roest van al deze ongelukken heeft kunnen(?) taxeren?

2e. In de laatste wereldoorlog, toen we langzamerhand wel aan het een en ander gewend waren geraakt, lazen we huiverend over die nieuwste vorm van robotisme - bij de ‘anderen’ natuurlijk - de eenmans-zelfmoordduikboot. Wanneer wij nu - in vredestijd - om welk hoger doel dan ook, de zelfde weg op gaan, moet dan de Nederlandse volksvertegenwoordiging, en het Nederlandse volk met haar, zo zoetjes aan over die gevaarlijke streep getrokken worden, dat de minister ons niet explicit mededeelt of die veertien mensenlevens ook van te voren ‘hineinkalkuliert’ zijn en dus ook hier ‘van een verlies eigenlijk niet gesproken kan worden’?

[pagina 537]
[p. 537]

Is het werkelijk zo ver gekomen, dat zij die ons regeren - en dat wil in theorie toch nog altijd zeggen: voor ons zorgen - moreel zo stekeblind geworden zijn, dat zij het als de natuurlijkste zaak van de wereld zijn gaan beschouwen, dat er in vredestijd oorlogsslachtoffers vallen en - in beginsel - de hele bevolking - zeker in een zo dicht bewoond land als het onze, het risico daarvan loopt? Zo voorzichtig mogelijk gezegd: het schijnt zo.

Pais en vree (I. Buitenland)

Wat kan de zin zijn van de vrolijke staatsmannen die ons geregeld op de voorpagina's der kranten worden vertoond? Wil men ons laten zien, dat er tot in de topkringen en onder de ernstigste omstandigheden ook wel eens gelachen wordt? Dat ‘grote Drie’ ook mensen zijn? Dat het wel losloopt met de oorlogsdreiging en dat we maar moeten meelachen? Of wil men er de getallen gesneuvelden mee weglachen, althans onze aandacht ervan afleiden, en de misères van de wapenstilstandsonderhandelingen in Korea mee doen vergeten? Wil men suggereren dat het regelen van het lot van de wereld toch wel iets leuks is? Of is het enkel om ons in de vacantiestemming te houden? Kort geleden moesten op alle voorpagina's Eisenhower, Foster Duller en Bidault en de markies van Salisbury weer zo verbazend lachen, en op een ander plaatje zag men Walter Robertson vrolijk lachend de hand schudden van zijn vriend Syngman Rhee, de enige die niet meelachte. Wat kan het raadsel beduiden van deze gulle lach in de hoge politiek? Het komt het raadsel van de glimlachende Gioconda nabij. Men kan het de presidenten en de ministers en de minister-presidenten niet zo kwalijk nemen, zij zullen misschien geen order gegeven hebben hen zo te vertonen, en misschien lachen zij als een boer met kiespijn over het plaatje van het ochtendblad aan hun ontbijt na een bittere conferentienacht of de slapeloze uren waarin zij over het besprokene nogeens een nachtje sliepen. Wie er iets mee voor hebben, dat is de pers, of zij die de pers beheersen, en die de fotografen de sportieve- of de zenuwopdracht geven niet thuis te komen zonder een lachend prentje. Aan het badseizoen ligt het toch niet alleen, want twee jaar geleden (hier voor mij op 2 Maart '51 gedateerd, om precies te zijn) was er ook al zo'n plaatje van een mop van Ike, toen nog opperbevelhebber. Ik bewaar die grapjes want op vrolijkheid moet men zuinig zijn in deze droevige wereld. Men kan er een verzameling van aanleggen, want ze komen periodiek terug. There is some system in this gladness! Vrolijkt het ons op en beant-

[pagina 538]
[p. 538]

woordt het aldus aan zijn doel, sust het onze ongerustheid over de wereldsituatie, of doet het een beetje pijn een wereld in angst en zorg zo even in een lachspiegel kromgetrokken te zien?

(II. Binnenland)

In een tijdperk van honderd jaar kromstaf is er in ons land heel wat recht getrokken, te oordelen naar de persbeschrijvingen van de herdenking der herstelde bisschoppelijke hiërarchie. Met de verdraagzaamheid lijken wij wel honderd jaar vooruitgegaan. Wij hebben dit voorjaar een ware Aprilbeweging van verzoenlijkheid beleefd. Demonstraties van waardering van andersdenkenden over en weer. Toespraken van rechtzinnige Protestanten tot de katholieke jubilarissen, speeches van orthodoxe burgemeesters en socialistische ministers. Het kon niet op. Terzelfdertijd hielpen katholieke autoriteiten het monument voor de revolutionaire Troelstra onthullen. Alsheteropaankomt, mogen wij elkaar allemaal wel in dit kleine land, en trekken wij gezamenlijk en opgewekt op naar de toekomst, zij het wellicht elk in een andere richting. Wij kunnen ons over tekenen van een gerijpte verdraagzaamheid slechts oprecht verheugen. Onze kanttekening bedoelt ook alleen maar de hoop uit te spreken dat al die officiële innigheid niet de werkelijke tegenstellingen in ons coalitiestelsel ten nadele van principieel te handhaven waarden of na te streven doeleinden verdoezelen zal. En dat de zo gelukkig toegenomen verdraagzaamheid jegens het numeriek en wereldbeschouwelijk belangrijk te achten katholieke volksdeel ook op ruime schaal van die zijde en haar autoriteiten beantwoord moge worden. Wij lazen een blad dat zonder roet in het feestmaal te willen gooien eraan herinnerde, dat er zo altijd nog iets te wensen overblijft.

(III. In de wereld)

Iets te wensen blijft er altijd over. Zo, om iets te noemen, dat wat men vanouds wat vagelijk het wereldgeweten heeft genoemd, niet insluimeren zal of dat het niet aan geheugenzwakte gaat lijden. De wereld is nog de zaak Dreyfus niet vergeten, en de executie van Sacco en Vanzetti heeft nog lang nagewerkt. Hoge colleges en autoriteiten in deze wereld hebben de stem van het geweten tegen de executie van de Rosenbergs verheven, maar nu, weinig weken later, is het net of met de schokken van de electrische stoel ook de beroering van het wereldgeweten is uitgewerkt en met de slachtoffers ook de zaak zelf voor de wereld dood en begraven is? Is ons geweten ook haastiger gaan leven in deze tijd van topsnelheden?

[pagina 539]
[p. 539]

Politieke Rekenkunde I

Onze democratie is, als men haar ontdoet van haar magische en ideologische opmaak, eigenlijk een heel eenvoudige zaak. Het is een kwestie van de helft plus één. Nu wil het ongeluk, dat regeren met de helft plus één niet zo eenvoudig is als de rekensom zelf. Want die ene kan toevallig ziek of in de contramine zijn - en dan kan de regering niet langer regeren.

Weet je wat, dacht De Gasperi, ik maak het mij gemakkelijk. Haal ik de helft plus één van de stemmen, dan verzeker is mij van de helft plus nog een heleboel meer zetels er bij. En hij veranderde de wet.

Maar de toeleg mislukte. Hij haalde, juist omdat de unfaire methode tegenstand wekte, de helft min één. Een grote nederlaag voor de democratie, zei één van onze grote dagbladen.

Dat begrijpen wij niet. Is er een groter overwinning voor de democratische gedachte mogelijk dan het inzicht, waarvan het Italiaanse volk blijk gaf, dat deze politieke rekenkunde van de helft plus één alleen dàn opgaat, wanneer iedere stem evenveel telt?

Men kan het democratisch spel door een ander wensen te vervangen. Maar zolang men het speelt, moet men zich aan de regels houden.

Dat heeft De Gasperi nu geleerd. Want omdat De Gasperi Nenni wilde buitensluiten, kreeg Nenni van het Italiaanse volk de macht om De Gasperi buiten de regering te houden.

Politieke Rekenkunde II

Ook de regeringsmeerderheid in Frankrijk is aan het rekenen geslagen. De wens van brede lagen van het Franse volk dat het Parlement in verband met de stakingen bijeen zou worden geroepen had zich duidelijk gemanifesteerd. Maar formeel waren er 209 verzoeken nodig. Die waren er ruim. Nee, zeiden de regeringspartijen, dat telt niet. De telegrafische verzoeken moeten schriftelijk worden bevestigd. Blijkbaar wisten de regeringspartijen niet, dat de posterijen staakten. Enfin, de 209 schriftelijke verzoeken druppelden binnen, en tenslotte was het critische getal ruim bereikt. Maar weer wist Marianne er aan het politieke ganzenbord raad op. Enkele handtekeningen klopten niet met de handtekening, die door hetzelfde Kamerlid ter griffie was gedeponeerd. En dus ontbraken er twee stemmen aan de vereiste 209, om de linkse partijen de pot te laten krijgen. Terug naar 0, en van voren af aan beginnen, zei Marianne.

Jij schummelt, Mariannetje! Alsof de handtekening van een arbeider dezelfde gelijkmatigheid vertoont als die van een bankdirecteur,

[pagina 540]
[p. 540]

die haar tientallen keren op één dag zet! De Commissie uit het Parlement heeft ook zwaar getwijfeld. De beslissing werd genomen, en de truc gesanctionneerd, met de helft van het aantal stemmen plus één.

Laniel zit, op het ogenblik dat wij dit schrijven, nog in het zadel. Het Parlement komt niet bijeen. Maar het Franse volk weet hoe het met tricheurs aanmoet. Evenals De Gasperi krijgt Laniel straks de rekening gepresenteerd. Met rente.

Want ook het Franse volk heeft au fond een gezond democratisch inzicht. Dat heeft het getoond in zijn vastbesloten, maar met grote zelfbeheersing doorgezette staking tegen de décrets-lois.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken