Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 9 (1954)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 9
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 9

(1954)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 59]
[p. 59]

Kort bestek

Gij zijt het zout der aarde...

In het Christelijk Cultureel Maandblad ‘Op de Uitkijk’ (Het Blad waar Pit in Zit) van November 1953, een uitgave van Gebr. Zomer en Keuning te Wageningen, vinden wij op blz. 100 in een bespreking van het boek ‘Spoor, Onze Generaal’ de volgende kloeke, ‘christelijke’ mannentaal, die wij voor zich zelf willen laten spreken:

‘'t Is goed voor de gemoedsrust van de lezer, dat dit boek eerst thans verschenen is. Goed omdat de lezer met grimmige voldoening kan constateren, dat het perfide Albion hetwelk met een Christison ons in de rug schoot, zelf het hele verre Oosten heeft verspeeld; dat Amerika met zijn Jessup en Cochran in Korea met het bloed van honderdduizenden zijner zonen de boete voor het verlies van Insulinde betaalde en dat edel India, dat uit hooggestemde motieven ons boycotte, intussen zelf een millioen Kashmiren over de kling joeg’.

En dan even verder:

‘Het is een wrede voldoening te weten, dat de bloesemende welvaart, welke Insulinde bezat bij de Nederlanders, nimmer zal terugkeren onder Soekarno cum suis; noch onder anderen’.

Er zijn Christenen die de bloesemende welvaart niet kunnen vergeten die zij in de eerste plaats plukten en er zijn er die ook nu nog het hun christenplicht achten hun naasten én ‘Insulinde’ (Multatuli zou dit misbruik van de naam eens moeten horen) bij te staan, nu er geen welvaart is te plukken. Laat de man die zijn grimmige en wrede voldoening geniet ook nog eens het vers lezen (Mattheus 5:13), waarvan ons opschrift de eerste regel vormt.

Een vals Quispelstaartje met venijn

In De Hervormde Kerk, weekblad voor Hervormd Nederland, heeft een artikel gestaan (21 Nov. 1953), waarin prof. Quispel van de Utrechtse Universiteit vertelt van de belangwekkende vondst die bestaat uit het handschrift van een gnostisch evangelie van de ketter Valentianus. Een handschrift, dat het z.g. ‘Evangelie der Waarheid’ bevat, waarvan tot nu toe alleen de titel bekend was.

Men kan begrijpen, dat de wetenschapsman, die zo gelukkig is de hand te kunnen leggen op zulk een zeldzame vondst, aan zijn enthousiasme uiting wil geven. Prof. Quispel echter, die blijkbaar, als kenner van de oud-christelijke geschriften, van de geest van haat en verkettering van sommige van die geschriften is doortrokken, heeft de ge-

[pagina 60]
[p. 60]

legenheid om over het belang van de gevonden codex te schrijven gretig aangegrepen om domheden te debiteren en venijn te spuiten.

In de eerste plaats gaat hij tegen de radicale school inzake de studie van het oudste Christendom te keer zonder van de historie van deze school op de hoogte te zijn; ten tweede maakt hij een reeds lang geleden gestorven geleerde bespottelijk en doet hem ten onrechte als een vertegenwoordiger van de radicale school doorgaan; ten derde legt hij een geniepig verband tussen het voorstaan van de radicale opvattingen door onze redacteuren Pos en Noordenbos - waarbij dan ook de langzamerhand even befaamde als verdichte kring om Jan Romein nog komt - én de volgens hem een tijdlang in Oost-Duitsland op de lagere school verplicht gestelde radicale theorie. Een geleerd fieltje dus, deze prof. Quispel.

Nu heeft hij in de Groene al een afstraffing gehad van prof. Mönnich en de nestor van de aangevallen radicale school, prof. dr G.A. v.d. Bergh van Eysinga, heeft de man van antwoord gediend in de laatste aflevering van zijn Godsdiensthistorische Studiën en daarbij heel terecht geschreven over verdachtmakingsmethoden á la Mc Carthy. Hier wordt de man met evenveel grondigheid als fatsoen te prijk gezet.

Het zou ons zeer verheugen, als De Hervormde Kerk, die haar kolommen beschikbaar heeft menen te moeten stellen voor Quispel's venijn, haar lezers niet de reacties zal onthouden, die hij heeft uitgelokt.

Ne sutor...

Zeker heer - Staverman is zijn naam - houdt zich sinds enige decennia bezig met dat soort geleerde patience-spelletjes, dat de Wetenschap tot Tijdverdrijf voor haar dii minores heeft georganiseerd. Dat is zijn goed recht, zoals het ook het goed recht van de redactie van De Gids is, om de uitkomst van een van die spelletjes af te drukken.

Dit keer gaat het om een legkaart van verkleinwoorden, waarvan elke soort een apart vakje en elk vakje een eigen latijnse nomenclatuur krijgt. Even onschuldig als onderhoudend - op z'n tijd.

Was het daarbij gebleven, wij zouden er geen aanstoot aan genomen hebben, maar het is er dit keer niet bij gebleven. Schoon filoloog, is onze geleerde ook aan sociologie en politiek gaan doen. Hoort U maar:

‘Voor psychologen en sociologen zou het de moeite lonen, na te gaan, of er verband is tussen het diminutivum infantile (dat in het Nederlands zo veelvuldig voorkomt) en het feit, dat we Indië zonder noemenswaardig verzet hebben losgelaten; of dat we steeds meer steun verwachten van het socialisme en vadertje Staat; of dat we loons-

[pagina 61]
[p. 61]

verhoging eisen zonder evenredige productieverhoging; kortom, dat we, in deze tijd van strijd en gevaar alom, bestaanszekerheid tot aan onze dood verlangen’.

Maar, gelukkig, geen gaatje of er past een spijker in. Wij stellen de volgende eenvoudige oplossing voor deze netelige problemen voor: zijn pensioen als oud-H.B.S.-directeur geve hij aan onze Nieuw-Guinea-propaganda, en om in het leven te blijven, ga hij weer bijlessen geven. Bereikt is dan: 1o dat althans van één onzer het bestaan weer onzeker wordt, 2o dat we, als zijn voorbeeld navolging vindt, nog eens de sprong van Nieuw-Guinea naar Java weer kunnen wagen en 3o dat de productie verhoogd wordt zonder loonsverhoging, want ook daarin zal ons baasje (diminutivum ironice laudans) natuurlijk het goede voorbeeld geven.

Wij hebben, om alle misverstand te voorkomen, dit stukje als opschrift gegeven de eerste woorden van de latijnse spreuk, die voluit betekent: schoenmaker houdt je bij je leest. Niet alleen omdat het korter was, hebben wij het Latijn gebruikt, maar ook om het verwijt te ontgaan, dat ons geschrijf slechts de kif was, omdat onze schoenmaker en zijns gelijken het wel en wij het niet zouden kennen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken