Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Stem. Jaargang 9 (1954)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 9
Afbeelding van De Nieuwe Stem. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Stem. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Stem. Jaargang 9

(1954)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 569]
[p. 569]

Kort bestek

What price glory

Nadat vele jaren geleden een film van dien naam in ons land werd vertoond, ontrolt zich hier opnieuw een historie waarop deze titel van toepassing lijkt.

Aan Eduard van Beinum, die in de Verenigde Staten en Canada gedurende ongeveer twee maanden circa 45 concerten zal geven, zal door Rutgers University (New Brunswick) het eredoctoraat in de muziek worden verleend. Wij verheugen ons over de wetenschappelijke erkenning van het feit, dat Van Beinum algemeen als een van de beste orkestleiders ter wereld wordt beschouwd. Die erkenning komt hem toe en zij is slechts een bekroning van een door aanleg en arbeid terecht verworven roem. Het tragische is alleen dat deze te weinig zelfbewuste kunstenaar voor dien op de genoemde gronden hem toegevallen roem onnodig een veel te hogen prijs betaalt.

De feiten zijn, na de uitvoerige berichtgeving in de bladen, overbekend. Voor de bovengenoemde tournee van het Concertgebouworkest is aan vier leden - twee hoboïsten, waaronder de eminente Haakon Stotijn, een violist en een orkestbode - op een politieke motivering het visum geweigerd. Na in verschillende andere landen bot te hebben gevangen - in deze botte historie het enige lichtpunt - vond het orkest een Duitse hoboïst bereid, bij het Amerikaanse publiek Stotijn te vervangen. Ook de twee andere musici werden vervangen.

Toegegeven: formeel lag de oorspronkelijke fout niet bij den dirigent persoonlijk maar bij het orkestbestuur, dat reeds geruimen tijd te voren zonder de noodzakelijke waarborgen en voorbehouden en zonder zelfs het probleem aan het orkest voor te leggen, het contract tekende voor deze rondreis. En dat, hoewel zelfs de onnozelste hals de komende moeilijkheden had kunnen en moeten voorzien.

En - eveneens toegegeven - toen zij zich eenmaal voordeden had dit bestuur eerder, op artistieke alsook op morele solidariteits-gronden, de met het orkest in zijn bestaande samenstelling afgesloten tournee moeten afzeggen, dan aan de onzinnige Amerikaanse discriminatie voldoen.

Maar zo al vermeld bestuur aldus in gebreke is gebleven, dan is dit toch mogelijk geworden doordat de leden, die in een democratische vereniging nog altijd een bestuur mogen afzetten, zich zonder meer in deszelfs wanbeleid hebben geschikt. Goed, zij hebben den Duitser Detmold, toen hij hun op de gebruikelijke wijze

[pagina 570]
[p. 570]

werd voorgesteld, het even gebruikelijke beleefdheidsapplausje onthouden en hem met een ijzig stilzwijgen ontvangen, en het protest van Stotijn, die bij diezelfde gelegenheid zijn plaats voor hem inruimde, toegejuicht, waarbij ook Van Beinum zelf nog even een woord van meeleven prevelde. Dit was echter een even platonische gevoelsbetuiging als de donderende ovatie, door het hele publiek staande aan Haakon Stotijn gebracht, toen deze kort daarop de hobo-solo had vertolkt in het vioolconcert van Brahms.

Dat voor een orkestbestuur, een orkest en een deze beide dragende publieke opinie een minder platonische, een fierder houding mogelijk is, blijkt uit hetgeen twee jaar geleden met het Kopenhaagse orkest voorviel. Toen voor een soortgelijk tournee in de V.S. aan niet minder dan vijf leden de visa waren geweigerd, weigerde op zijn beurt het orkest zonder deze collega's de reis te laten doorgaan. Waarna prompt de Amerikaanse autoriteiten besloten, de visa alsnog te verlenen.

De hoofdschuldige is echter Eduard van Beinum. Zijn naam, zijn gezag en zijn positie zijn, nationaal en internationaal, onaantastbaar. Was het zo dringend nodig, nog weer nieuwe lauweren toe te voegen aan die, waaronder hij reeds is bedolven? De mens Van Beinum is kleiner geweest dan de grote kunstenaar Van Beinum. Formeel moge hij de oorspronkelijke en zwaarste verantwoordelijkheid niet dragen, in feite is dat wèl het geval. De macht van deze figuur als vaste en, internationaal gezien, dermate onvervangbare dirigent over het Concertgebouworkest is zo enorm, men mag wel zeggen zo absoluut, dat één vastberaden woord van hem voldoende zou zijn geweest om heel deze trieste en beschamende historie te voorkomen. Hij is de kern, de ziel van het orkest; er is geen ander, en in werkelijkheid is zijn wil wet.

Hier heeft Van Beinum gefaald. De gevolgen zijn ver strekkend. Hij heeft een gelegenheid verzuimd, op het nationale vlak een wáárlijk nationale figuur te worden in de harten van ontelbaren. Misschien zal nu zijn buitenlandse glorie nog vermeerderd worden. Maar de daarvoor betaalde prijs is te hoog.

Eigen baas in andermans huis

Wij weten nu waarom het Concertgebouworkest gehavend zijn triomftocht door de Nieuwe Wereld zal moeten maken. Wij wisten al dat in het contract al stond dat het bestuur zich had te onderwerpen aan de McCarran-wetten en dat het dus van begin af aan heeft vastgestaan dat het Concertgebouworkest enkele van de beste veren moest laten. Daar was men het bij de koop al over eens geworden. Maar

[pagina 571]
[p. 571]

thans weten wij meer, want het Gemeentebestuur van Amsterdam heeft gesproken en ons erop gewezen dat de States baas in eigen huis zijn. Zij mogen zelf zeggen wie zij ontvangen willen. Maar, hebben wij soms niet te zeggen hoè wíj gehóórd willen worden, met een gaaf orkest of met één waar de politiek aan geplukt heeft? Wij moèsten toch niet met ons nationale orkest naar Amerika. Wij hoèfden toch niet onder het vrijheidsjuk van de amerikaanse bescherming der democratie door. Tenzij men tot iedere prijs langs het vrijheidsbeeld wil varen en het heilige land der vrijheid wil binnenkomen. Maar geldt dat ‘baas in eigen huis’ dan eenzijdig? Is een orkest niet óók baas in eigen huis? Kon het niet en moest het niet zeggen: dìt zijn wij, als gij ons horen wilt. Moest een ander baas in ons eigen huis worden en zeggen hoe men ons horen wil? De apologie van ons Gemeentebestuur is zwak en trekt scheef. Ja, voor de goede zaak moet men wat over hebben, maar voor wèlke goede zaak? Graham Greene was verbaasd, toen hij in Schiphol aankwam, te horen dat ons orkest tòch ging, dat het zich had làten uitkammen. Is het nog onze nationale eer als straks dit orkest in deze samenstelling triomfen gaat vieren? Kan het nog fier het Wilhelmus spelen bij de receptie van onze nieuwe voorzitter van de Verenigde Naties: ‘De tyrannie verdrijven’?. Het kon alleen nog reizen omwille van een lager goed. Maar de kans omwille van het hoogste goed, de vrijheid, de wereld te tonen wat die ons waard is, is verzuimd. Alle triomfen van ons orkest dat onze trots is, zijn daarom Pyrrhusoverwinningen geworden. Wij hebben de verdediging gehoord, maar te zwak bevonden. En een ieder die oren heeft om te horen, zal straks in de ganse wereld het allermeest horen wat er niet te horen valt: de zuivere klank der vrijheid!

De NAVO beschermt ons vaderland grotendeels

Het werd allang gefluisterd en daarna met klem van redenen door deskundigen betoogd: wij worden wel verdedigd maar niet helemaal. Wij mogen wel menen dat wij één land, één natie zijn, maar laten wij ons geen illusies maken. Ons land bestaat uit provincies en niet iedere provincie van ons land is afdoende verdediging verzekerd, ja, een deel ervan, de N.-oostelijke provincies is voorshands alleen een onvoldoende verdediging verzekerd. Nu heeft ook de Minister van Oorlog, die het weten kan, zijn ongerustheid daarover uitgesproken. Wij zijn toch maar een klein bruggehoofd maar dat is dan weer te groot, blijkbaar, voor een integrale verdediging. En dat terwijl onze oorlogsbegroting toch een slordige hap van onze volkshuishouding verslindt.

[pagina 572]
[p. 572]

Wij laten nu maar in het midden wie het best af is, de verdedigde grootste of de onverdedigde kleinste helft van ons vaderland, misschien maakt de verdedigde helft de beste kansen om verbrande aarde te worden, Maar dat is een kwestie van gevolgen, daar gaat het nu niet om. Waar het om gaat, is of wij gelijkelijk in het gehele land als land verdedigd worden. De bewoners van de N.-oostelijke provinciën zouden anders aanspraak kunnen maken o.a. op vermindering van belasting met het percentage oorlogslasten, tenzij hun offer wil dienen om tenminste hun landgenoten in het Westen beschermd te weten. Maar er is toch zo iets als een kwestie van de N.-oostelijke provincies in ons land, schier nog brandender dan de Friese kwestie waar wij het zo druk mee hebben.

De overheid als klaploper

Wij hebben een vriend, die al een vrij lang leven heeft moeten worstelen om met zijn schilderkunst en van zijn schilderkunst te leven. Het is hem tot dusver nog niet gelukt, hoewel de publieke appreciatie van zijn werk gedurende de laatste vijf jaren aanzienlijk gestegen is.

Aan het laatste had hij waarschijnlijk te danken een uitnodiging van de gemeente Vlaardingen om in te zenden voor een prijsvraag-met-tentoonstelling. Hij ging op de uitnodiging in met althans enige hoop op een bekroning, of tenminste een verkocht schilderij.

Hij heeft zijn schilderij, nadat het op de expositie gehangen had, van de gemeente Vlaardingen teruggekregen zonder enig bericht, laat staan een bedankje. Hij heeft de vracht zelf mogen betalen, zomede de verzekering. Hij had trouwens ook niet gehoord of zijn schilderij wel in Vlaardingen aangekomen was. Hij heeft geen catalogus gezien en geen recensie. Hij weet niet wie de prijs wel gewonnen heeft, als er tenminste een prijswinnaar is.

Wij zeiden tegen hem: ‘Jij stuurt zeker nooit meer in op dergelijke verzoeken’. Hij antwoordde: ‘Ik verkeer helaas niet in de positie om zo'n houding aan te nemen en ik zal de volgende keer weer insturen. Maar tenslotte heeft míjn werk geruime tijd de expositie van een ander versierd. Een gemeente heeft er een kunstzinnig gebaar mee gemaakt, publiek is wezen kijken, bij de opening is minstens thee gedronken, de zaalhuur en de inkleding van de zaal zullen stellig betaald zijn; zou 't niet billijk zijn, dat iemand die op uitnodiging een schilderij stuurt naar een overheidstentoonstelling een bedrag aan huur krijgt per dag, dat hij zijn werk ter bezichtiging afstaat?’.

Deze laatste gedachte leggen wij voor aan een ieder die het aangaat.

[pagina 573]
[p. 573]

Heil Meyer!

Onder deze kop verscheen een bericht in de N.R.C. van 10 September, dat verdient vastgenageld te worden. In het dorpje Niederkruechten, even over de Nederlandse grens bij Roermond is een destijds wegens oorlogsmisdaden - hij had o.a. Canadese krijgsgevangenen laten doodschieten - terdoodveroordeelde commandant van de SS-divisie ‘Hitlerjugend’, wiens straf veranderd werd in gevangenschap, en die nu is vrijgelaten, ingehaald op een wijze die ons de adem doet stokken. Duizenden jubelende mensen, erepoorten, een fakkeloptocht, waar de plaatselijke muziekvereniging, de turnvereniging en de brandweer in meeliepen. Deze Meyer kreeg een villa, een auto van een grote autofabriek en een goed betaalde baan.

Wanneer een heel dorp deze man toejuicht, dan betekent dit, dat er ook zijn die wellicht niet zijn politieke opvattingen delen, maar die uit angst maar weer meedoen. In Duitsland, heeft eens de achttiende-eeuwse filosoof Lichtenberg gezegd, zal niemand zijn mening over het weer uiten, voordat hij weet, hoe zijn buurman er over denkt en dezer dagen troffen wij een goede Duitser die verklaarde, dat zijn landgenoten door angst werden geregeerd, angst ook voor eventuele ‘Fragebogen’ betreffende hun politieke gezindheid.

En als over enige tijd dit volk weer zijn Wehrmacht heeft, de losgelaten Meyers hier weer schreeuwend bevelen, Michel zich weer gelukzalig laat ‘anschnauzen’ en de roep naar hereniging met de afgescheurde volksdelen weerklinkt, dan gaan ze weer marcheren. En dan zal dat wel gaan onder de leuze van Europese defensie.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken