Print Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus(1740)–Anoniem Nieuwe geestelycke liedekens, tot godtvruchtig gebruyck der jonckheydt in den catechismus– Auteursrechtvrij Vorige Volgende 84. Liedeken. In het uyt-deylen der Prysen. Stemme van de Marche van Antwerpen. 1.[regelnummer] NOyt en siet men blyder dagen, Noyt een grooter vrolyckheyt, Als, wanneer naer moeyt' verdraegen Wordt geloont de neerstigheyt: Loon naer arbeydt, Kroon, en Prysen Maeken ons gemoedt verheught; Loon doet ieders hert op-rysen, Doet een spoor syn tot de deught: Prys tot vlytigheydt verweckt, [pagina 128] [p. 128] En naer Christi leering' treckt; Om het loonen wilt men thoonen Al, dat tot Godts eere streckt. 2.[regelnummer] Siet maer eens al dese hoopen, Siet dees jonckheydts blytschap aen; Hoe sy komt van daegh geloopen, Om naer Christi leer te gaen. Al de moeyte is vergeten, Niemandt op t'verdriet meer peyst, Waer med' hy hier heeft geseten; Als den aerbeydt prys vereyscht: Als den iever wordt geloont, En de vierigheydt gekroont, Is te mercken in hun wercken Al, dat oyt kan syn gethoont. 3.[regelnummer] Maer, ô Jeught, en wilt niet faelen, Noch blyft voor dees prysen staen, Slaet uw' oog' naer d'Hemels saelen, Uw gedacht moet hooger gaen: Beter loon moet gy verwachten Uyt het geen u wordt geleert, En naer schoonder prysen trachten, Als men heden u vereert: Weet, dat voor uw' neerstigheydt Godt des Hemels Kroon bereydt; Stelt uw' sinnen, om te winnen Diën prys van d'eeuwigheydt. Vorige Volgende