Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het nieuwe groote harpje (ca. 1690)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het nieuwe groote harpje
Afbeelding van Het nieuwe groote harpjeToon afbeelding van titelpagina van Het nieuwe groote harpje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.50 MB)

Scans (1.81 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het nieuwe groote harpje

(ca. 1690)–Anoniem Nieuwe groote harpje, Het–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Onsen Schrijver is niet lange geleden in den Hage zijnde, by sekere eerbare jonghe Iuffrouw, aldaer versocht geweest, op eenighe Fransche stemmen, die aen deselve wel bevielen, eenige goede stoffe te willen passen, in plaetse van eenige luchte, en niet te eerlijcke liedekens, om by haer lieden in plaetse van de selve gesonden te werden. Heeft onder andere goet gevonden, oder toe te nemen de klachte van Dina, de Dochter van den Eertsvader Iacob, en eynde sy haer onteert vondt, door den Iongen Vorst Sichem: de selve Klachte Leser komt hier nu te passe, die ghy meught singen ofte lesen, soo het u sal goed duncken.

[pagina 6]
[p. 6]


illustratie

[pagina 7]
[p. 7]

Klaagh-liedt van Dina, dochter van den Eerts-Vader Jacob,

Stemme: C'Est un amant, ouvre la porte.

 
Indien oyt maeght haer droeve klachten
 
Vermocht te brengen aen den dagh.
 
Ick ben het die geheele nachten,
 
Ick ben een maeght die klagen magh,
 
Ick was een bloemtje vers ontloken,
 
Ick was een roosje noyt gepluckt,
 
Van vryen was my noyt gesproken;
 
Door liefd' en was my noyt verruckt.
 
Ick gingh de Dochters van den Lande:
 
Ick gingh besien een vreemde stadt,
 
Ey! siet daer blijft mijn eer te pande,
 
Eer 't yemandt wist was ick gevat.
[pagina 8]
[p. 8]
 
De Ionge Prins in min ontsteken,
 
Die quam aen mijn sijn gunste bien,
 
Ick onbewust in hoofsche treecken,
 
Gingh met hem om het Hof te sien,
 
De Maeghden die ontrent my waren,
 
Die gaf men vast een soeten praet,
 
Ach! sy noch in haer domme Iaren,
 
En sien niet wat 'er omme-gaet.
Ick wierd in stilheyt wegh ghenomen,
 
En ick en weet niet waer geruckt:
 
En eer ick weder mochte komen,
 
Soo was mijn Bloemtj' eylaes gepluckt,
 
Ick was bedroeft in al de sinnen.
 
maer hy bood my sijn rechter handt,
 
En swoer, hy sou my eeuwigh minnen,
 
Hy sou mijn eeuwigh zijn verpant.
[pagina 9]
[p. 9]
 
Dies om mijn droefheydt af te weeren,
 
Zont strack sijn Vader uyt de Stadt,
 
En liet en Echte mijn begeeren,
 
En bied ons eer, en groote schat,
 
O Broeders! vol onwijse kueren,
 
Die als bloet en wrack en dorst,
 
Ghy doet de Stadt de Doodt besueren.
 
En in de Stadt den Iongen Vorst.
 
Daer leydt de Vader doodts-gheslagen,
 
Daer leydt de Zoone nevens hem,
 
Daer hoortmen duysent Vrouwen klaghen,
 
maer boven al mijn droeve stem.
 
Wat gingh u aen o! rouwe Gasten,
 
Te komen tot zoo wreden vondt,
 
En soo geweldigh aen te tasten,
 
Die my alleen vereeren kondt.
[pagina 10]
[p. 10]
 
Ick ware nu als Koninginne
 
Gekroont in Sichems hooge zael,
 
Ick leefde nu in echte minne,
 
maer ghy verbrot het altemael.
 
Nu moet ick al mijn leven treuren,
 
Gelijck een Tortel-duyf en plagh;
 
Geen Prins, geen man, sal my gebeuren,
 
Och waer dit nu mijn lesten dagh!
 
O bloedigh sweert van wrede menschen
 
Waerom doch hebje gespaert,
 
Ach nu en heb ick niet te wenschen,
 
Als in de dood te zijn gepaert.
 
Nu Vrijsters wilt dees les onthouwen,
 
En weest geleert door mijne pijn,
 
Qua beenen, ende goede vrouwen,
 
En moeten niet uythuysing zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken