Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1886-1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.23 MB)

Scans (1387.69 MB)

ebook (66.59 MB)

XML (2.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1886-1887)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 113]
[p. 113]

[Nummer 15]



illustratie
de burcht te kessel, naar adolf van dijk.


De burcht te Kessel.

De gemeente Kessel in Limburg, hoofdplaats van het voormalig land- en graafschap van dien naam, bezit een dier merkwaardige gedenkstukken onzer voorouders, hetwelk zoowel door zijne oudheid en ligging, als door zijne geschiedkundige herinneringen uitmunt, namelijk den burcht van Kessel, of het beweerde Castellum Menapiorum, waarvan Ptolomeus spreekt. Als een fiere reus verheft het kasteel zich te Kessel, aan den linker Maasoever op een kunstmatigen, ronden heuveltrans, die deels uit mergelsteenen is gebouwd er ruim twintig ellen boven de oppervlakte van den grond is verheven, als wilde het den stroom en de vlakte overheerschen.

Het kasteel draagt geene sporen van Romeinsche bouworde; het schijnt niet vóór de veertiende eeuw gesticht te zijn. Het gedeelte er van, dat op de Maas uitkomt, is zeker het oudst. In de middeleeuwen had dit kasteel twee bijforten, het ééne, ongeveer 20 minuten westwaarts, dat gesloopt is, en het andere, 20 minuten oostwaarts, waarvan men de werken nog min of meer kan ontdekken, en dat thans door verandering van den loop der Maas op den rechteroever ligt.

Het was de residentie der graven van Kessel, die oudtijds aan het hertogdom Brabant ondergeschikt waren. De eerste graaf van Kessel, die in de geschiedenis bekend is, komt voor na het jaar 1081 en overleed in 1114 in een gevecht bij Andernach. Hij droeg den naam van Hendrik, en was tevens graaf van Vlaanderen, de stamvader der Geldersche graven uit het eerste huis.

Wanneer men van den voorhof des kasteels de hooge, kronkelende trappen bestijgt, die van beide zijden over de ingangen der onderaardsche

[pagina 114]
[p. 114]

kelders zijn aangebracht, bevindt men zich voor de deur van den hoofdingang. Is deze ontsloten, dan komt men in een portaal, waaruit men het binnenhof kan bereiken en waar eenige deuren tot het binnenste gedeelte van het gebouw toegang verleenen. Dit laatste bestaat uit twee tegen elkander schietende vleugels, vormende eenen rechthoek en door een vierde cirkelvormig gebouw verbonden, waartusschen een binnenhof is gelegen. Dit binnenhol, beveiligd tegen de vijandelijke aanvallen en het werpgeschut, heeft voorzeker den edelen bewoners weleer tot lusthof en verpoozing gediend.

Als men den toren beklimt, die op onze gravure in den voorgrond staat, geniet men een bekoorlijk vergezicht. Het oog dwaalt in verrukking over de uitgestrekte akkers en weilanden, langs welke de zilveren Maas hare golven doet rollen, en onwillekeurig denkt men terug aan de dagen van riddermoed en trouw, toen het wapengekletter en de krijgsklaroen door Kessels landstreek weergalmden, toen de schelle waldhoorn het sein gaf tot de edele valkenjacht, of wanneer de zangen der minnestreelen, der ridders en edelvrouwen in de gastvrije feestzalen van den burcht de harten deden kloppen van bezieling voor het goede en schoone, voor God en Vaderland, voor heldendeugd en eer!...

Maar dat alles is voorbij. En voorbij, zegt de Deensche dichter Andersen, is het einde van alle geschiedenissen.

In de overblijfselen dezer ontzagwekkende ridderlijke woonstede is thans eene kostschool gesticht, die door geestelijke zusters bestierd wordt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken