Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1886-1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.23 MB)

Scans (1387.69 MB)

ebook (66.59 MB)

XML (2.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1886-1887)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

IJsbergen en Lentekoude.

Niets is natuurlijker dan dat wij, na een langdurigen en strengen Winter, na eene weersgesteldheid, die het volk eenvoudig ‘Winter’ dat is felle koude noemt, reikhalzeld naar de lentezon uitzien. Nochtans, het lenteweder gelijk men dat verlangt, wil doorgaans maar niet komen; nieuwe en volle manen worden vergeefs afgewacht; het gezang van den merel en het sijsje blijken veelal als profetie valsch te zijn, en de vlucht der wilde ganzen, die in hunne luchtvaart koers zetten naar het Noorden, blijft vaak zonder gewenscht gevolg.

Ofschoon de zonnestralen krachtiger worden, vermogen zij niet de harde aard- en ijskorst te ontdooien en door hunne weldadige werking de natuur van heur winterkleed te ontdoen. Aanhoudende N.-O.-winden beletten door hun kouden adem, dat de aarde de warmte duurzaam opneemt ten voordeele der in haar schoot verborgen zaden en der ontluikende planten.

's Menschen geest, overal naar oorzaken zoekend, verloochent hier geenszins zijn aard Bejaarde lieden, die doorgaans geen lof te veel hebben voor den goeden, ouden tijd, geven telkens hunne verwondering te kennen dat, terwijl zij vroeger met Paschen steeds ongestraft in hun zomerpak konden verschijnen, thans de menschen genoodzaakt zijn zich om dien tijd nog met overjassen te vertoonen.

't Is, zegt de een, of onze aarde op hare spil omhoog is geschoven; men zou zeggen, dat we met ons land meer en meer naar het Noorden draaien, beweert een ander; terwijl de derde, die wel eens tijdschriften en dagbladen leest, van drijvende ijsbergen spreekt. Dit wordt echter door hen, die tusschen ijsmassa's in het Noorden en de koude hier te lande niet zoo spoedig een duidelijk verband zien, met een glimlach aangehoord, ‘'t Zijn altijd ijsbergen, als er iets bijzonders plaats heeft met het weer!’ zeggen zij met een schouderophalen van den twijfel. Alsof men in de oorzaken van de natuurverschijnselen ook al naar willekeur de aangename variatie kon aanbrengen. Toch is deze laatste aanleiding voor die felle koude en voortdurende N. en N.-O. winden niet zoo onbedacht te verwerpen en het verband tusschen ijsbergen en het gure weder niet zoo ver te zoeken.

Het is bekend dat schepen, welke een tocht naar het barre Noorden ondernemen, vaak tusschen ijsgevaarten beklemd geraakt en niet zelden verbrijzeld zijn, terwijl de bemanning soms maanden achtereen op de drijvende eilanden en in voortdurend levensgevaar moest doorbrengen. Men herinnere zich slechts den heldhaftigen tocht der Hollanders naar Nova-Zembla onder Willem Barends; alsmede het lot van zoovele latere Noordpool-expedities der Engelschen en Amerikanen. De ijsbergen alzoo bestaan wel degelijk en hebben altijd bestaan

[pagina 324]
[p. 324]



illustratie

wilde-eendenjacht, naar de schilderij van m. müller.




illustratie
leeuwenwelpen, naar de teekening van t.h. thomas.


[pagina 325]
[p. 325]



illustratie

maastrichtsche gezichten, naar de teekening van adolf van dijk.
1. Gezicht op de Maasbrug bij avond. - 2. De Maasvallei, van St.-Pieter gezien. - 3. Kerk van St. Pieter. - 4. Landelijke brug in het Park.


[pagina 326]
[p. 326]

vooral in de Noordelijke IJszee. Zij danken meestal hun ontstaan aan de zoogenaamde gletschers of ijsrivieren, welke van de bergen op de kust tot in zee afdrijven en daar door de golven worden aan stukken geslagen. Deze ijsbrokken hebben nu eens den vorm van rotsen en bereiken soms eene hoogte van 80 tot 100 meters; dan weer zijn zij meer vlak en zwerven als ontzaglijke vlotten over den Oceaan, komen met elkaar in botsing en klieven elkander onder geweldig gekraak. Die gevaarten nu, gedragen door de koude zeestroomen, drijven naar den evenaar, totdat zij door de warmte, die van de Pool steeds grooter wordt, geslonken zijn. Somtijds drijven ze vrij ver naar het Zuiden: twee jaren geleden heeft men er een aangetroffen in de golf van Biscaye, op ruim 45° N-Br.

Hoe veroorzaken nu die ijstorens de aanhoudende koude? Menigeen zal de oplossing dezer vraag vrij eenvoudig vinden, en toch op sommige punten van belang geen acht slaan. Neem een klomp ijs en laat hem in een emmer ontdooien, snel of langzaam om het even; nu moogt gij zooveel warmte aanvoeren als ge wilt, de thermometer blijft in het door 't smelten ontstane water rondom het ijs 0° C. teekenen, totdat al het ijs in water is overgegaan. Om te smelten heeft het ijs, gelijk elke vaste stof, warmte noodig; daartoe gebruikt het al de aangevoerde warmte, het bindt deze, gelijk de natuurkundigen zich uitdrukken; vandaar dat de thermometer niet stijgt.

Iets dergelijks heeft plaats met de drijvende ijsbergen; zoolang zij rondzwerven, nemen ze op de plaatsen, die zij aandoen, alle warmte tot zich om te kunnen smelten, en blijft de temperatuur in hunne nabijheid bestendig onder of op 0° C. Maar hoe komt nu de koude, welke toch enkel maar rondom den ijsklomp heerscht, uit het hooge Noorden tot ons gematigd klimaat over? Zie, dit is weer een gewoon verschijnsel, dat daarenboven zeer bevredigend de heerschende N. en N.-O. winden verklaart. Ik zeg, een gewoon verschijnsel, en dit is ook zoo, want wat in beginsel hetzelfde is zien wij alle dagen: onze schoorsteenen trekken doorgaans te beter naarmate het kouder is. Door het verbranden der brandstof wordt de lucht in den schoorsteen warmer en dien ten gevolge ijler en lichter dan de buitenlucht; deze laatste, dichter en zwaarder, stort zich op de eerste om het door de uitzetting verbroken evenwicht te herstellen; hierdoor ontstaat eene luchtstrooming van de koude lucht in de kamer naar de verwarmde ruimte in den schoorsteen, en dat zoolang de verwarming aanhoudt. Op eenigszins gelijke wijze komt ook de koude lucht uit het Noorden tot ons bij noordenwind; de wind toch is niets anders dan eene strooming in de lucht, om het evenwicht, dat is de gelijkmatige verdeeling der luchtdeeltjes en gelijke dichtheid van het dampkringsmengsel tot stand te brengen.

In ons land nu komt gestadig de klimmende zon de aarde koesteren en daardoor wordt ook de dampkring, met de aardoppervlakte in aanraking, verwarmd; dit heeft echter ten gevolge, dat de ijlere en lichtere lucht overvallen wordt door de koudere en diensvolgens dichtere dampkringslucht uit het Noorden. Die koude stroomingen houden aan, zoolang er koude lucht voorhanden is in gindsche streken, hetgeen het geval zal zijn, gelijk ik heb aangemerkt, totdat de ijsberg geheel is overgegaan tot vloeistof.

Ziedaar eene poging om koude en windrichting, die in het voorjaar meestal heerschende zijn, eenigszins uit te leggen door een gemoedelijk praatje, maar waarvoor lange studie steeds nuttig zou besteed zijn.

Moge het kouwelijken lieden tot verzachting, en hun, die zich verontrusten over verkeerde wenteling en scheeve draaiing der aarde, tot geruststelling strekken.

J.B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken