Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1886-1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.23 MB)

Scans (1387.69 MB)

ebook (66.59 MB)

XML (2.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1886-1887)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardigheden.

Wit brood.

‘Schijn bedriegt,’ zegt een oud vaderlandsch spreekwoord en wie heeft er de waarheid niet meermalen van ondervonden.

Eene sigaar, die onberispelijk van vorm is en een fijn kleedje aan heeft, kan een echte stinkstok wezen, terwijl eene andere, die er op het oog verre voor moet onderdoen, eene geurige havanna zijn kan. Men hoort meermalen zeggen in den familiekring: ‘Wat bakt die bakker toch wit brood! men kan zien dat de zindelijkheid in zijne werkplaats woont.’ Doch men denkt dan niet aan het spreekwoord, dat we hierboven aanhaalden. Want het is toch een feit dat de ziekte onzer eeuw, welke men warenvervalsching noemt, ook in vele bakkerijen is doorgedrongen. Men kan van slecht meel zeer goed oogenschijnlijk wit brood verkrijgen, ten minste, zoolang er aluin bestaat. En dat dit middel wel eens door de bakkers wordt aangewend, behoeft niet gezegd; anderen vervalschen hunne waren, waarom zouden juist de bakkers eene algemeene uitzondering daarop maken?

Dat het voortdurend gebruik van zulk aluinhoudend brood zeer nadeelig op maag en ingewanden werkt, is echter ook zeker, en daarom achten wij het de moeite wel waard, den lezer eens een middeltje aan de hand te doen om deze schadelijke vervalsching te ontdekken.

Laat slechts een druppel wijngeesthoudend aftreksel van campêchehout op het wittebrood vallen; is het brood zuiver, dan veroorzaakt dit vocht eene bruingele vlek, is het daarentegen aluinhoudend, dan zal eene grijsviolette vlek voor den dag komen.

De Oleander.

De oude Plinius, die het slachtoffer werd van zijn zucht naar kennis en in de lava van den Vesuvius den dood vond, geeft in zijne natuurlijke historie menigen nuttigen wenk met betrekking tot de planten- en bloemenwereld. De oleander met zijne fraaie, roode bloemen is ook heden ten dage nog zeer gezocht en in de rijkste en schitterendste salons wordt hij gaarne onder de sierplanten opgenomen. Maar weet men wel dat die bloem giftdragend is? De oude Plinius verzekert het ons en ook in Spanje en Italië, waar de oleander in het wild groeit, beschouwt men den plant algemeen als ongezond. In de streken, waar hij veelvuldig voorkomt, heerschen, naar men zegt, moeraskoortsen en de bewoners des lands vermijden die oorden en houden er zich nooit gedurende geruimen tijd op. Zelfs de biën schijnen het te weten, want nooit of nimmer zetten zij zich op een oleander neer. Het is dan ook nog niet lang geleden dat zich te Madrid een geval van vergiftiging heeft voorgedaan; men had gevogelte met oleander-bladeren gebraden.

De liefhebbers van bloemen mogen dus wel op hunne hoede wezen, vooral als in het vertrek waar de sierplant pronkt, ook kinderen spelen, die de oleanderbladeren wel eens naar den mond konden brengen.

Zijn kikvorschen ook vergiftig?

Een jongen zal niet licht eene pad opnemen. Is dit om de meening dat padden vergiftig zijn, of wel dat hun afzichtelijke vorm afschrik inboezemt? Best mogelijk, doch daar staat ook tegenover, dat dezelfde wildzang geheel achteloos een kikvorsch in de hand neemt.

Zou men nu meenen, dat kikvorschen totaal onschadelijk zijn, dan dwaalt men, zegt een Fransch natuurkundige. Door onderzoekingen verklaart hij tot de bevinding te zijn gekomen, dat onderscheidene hevige oogvliesontstekingen veroorzaakt waren door het oog met de hand te wrijven, waarmede men pas een vorsch had aangeraakt.

Bij eene proefneming streek hij eens over den hals van een kikvorsch en verkreeg toen een vocht, dat, bij inspuiting, eene musch onmiddellijk onder hevige stuiptrekkingen dood deed neervallen. Ook de vorsch zelf bezweek na dezelfde inspuiting ondergaan te hebben, doch niet zoo spoedig.

Men kan dus niet voorzichtig genoeg zijn met het aanraken van kikvorschen, en ouders en onderwijzers mogen het jonge volkje wel ernstig verbieden, de diertjes in de hand te nemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken