Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3 (1886-1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.23 MB)

Scans (1387.69 MB)

ebook (66.59 MB)

XML (2.80 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 3

(1886-1887)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Beknopte klimaatleer voor den liefhebber en den Belgischen landbouwer.
(Vervolg.)

Oorsprong der wolken.

- De oorzaak van de vorming der wolken of van den nevel was tot in deze laatste tijden zeer weinig gekend gebleven. Heden weet men, dat de verdikking van den waterdamp onder den vorm van zichtbare dampdroppelen slechts geschiedt rond de buitengewoon fijne stofgraantjes, die in de lucht zweven op alle hoogte. Zonder dat stof waren al de verschijnselen van nederslag, die een der oorsprongen zijn van het leven op de oppervlakte der aarde, gestoord of vernietigd. En van waar komt dat stof?

Gedeeltelijk zeker uit velden en schouwen, gedeeltelijk ook van de vuurspuwende bergen, maar voor het grootste deel van de vallende sterren, die met millioenen, in eenen enkelen dag, den dampkring doorloopen, en er een weinig stof achterlaten, dikwijls zichtbaar onder de gedaante van een vurig spoor dat hen volgt, en, voor een nog aanzienlijk deel, van het stof dat onze aardbol ontmoet op zijne reis door het hemelruim.

Hel bestaan dier stofjes is bewezen: men heeft het stof gewogen dat men vergaderd heeft op de hoogste toppen der Alpen, daar waar de stofjes der aarde, die niet van de uitbrakingen der vuurbergen voortkomen, niet zouden kunnen geraken dan in eene oneindig kleine hoeveelheid; men heeft het op eene scheikundige wijze ontleed, en men heeft bevonden dat men de hoeveelheid van die stofjes, welke jaarlijks zich aan de aarde komt toevoegen, op een millioen tonnen moest schatten.

Duur van den regen.

- De regens die het langste duren zijn ook de zeldzaamste. Die minder dan een uur duren zijn bijna het derde deel van het geheel getal regens; die van een tot twee uren duren zijn meer dan het vijfde; van twee tot drie uren, omtrent het zevende; van drie tot vier, het tiende, enz. Maar ééns op drie jaren, gemiddeld, heeft men eenen regen, die meer dan negentien uren duurt.

Gemiddelde duur van den regen.

- De gemiddelde duur van den regen is in den zomer anderhalf uur, in den winter drie uren en een half per dag.

Veelvuldigheid der regens volgens de uren.

- Men heeft de uren aangeteekend waarop de regens begonnen, en men heeft bevonden dat het tusschen middag en drie uren is, dat de regen meestal begint.

De temperatuur.

- Men heeft bevonden dat, gedurende het laatste tijdperk, de Winter en de Lente eene vermeerdering van warmte van gemiddeld 0,35 geven, de Zomer en de Herfst eene vermindering van 0,2.

In een woord, ons klimaat is meer tot het eigenlijk gezegd zeekustklimaat overgegaan, waar het verschil tusschen de jaargetijden een minimum bereikt.

Zijn wij nu tot een meer normaal tijdperk teruggekeerd? De droge Zomers dezer laatste jaren en hunne min of meer strenge Winters zouden het doen gelooven, nochtans is de proef nog niet beslissend.

Oorzaak dier verstoringen

- De oorzaak van die verstoringen is ons gansch onbekend.

Weerkundigen zien in het aangroeien van onze hoogovens en stoomtuigen de oorzaak van het vermeerderen der regens en zelfs der onweders in ons land. Houzeau verzekert dat, sinds het oprichten der talrijke machienen die te Manchester werkzaam zijn, er daar geen dag meer voorbijgaat zonder regen.

Gevolgen voor den landbouw.

- Indien de machtige ontwikkeling der nijverheid, indien de warmte, het koolzuur, de waterdamp, de stofjes, die zij in groote hoeveelheid in den dampkring invoert, genoegzaam zijn om den invloed uit te oefenen daar wij zoo even van spraken, dan moeten wij ons maar in het vervolg aan zachte Winters en natte Zomers verwachten, en afzien van de wijnteelt en het kweeken van andere planten, die vooral zon noodig hebben.

(Wordt voortgezet.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken