Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4 (1887-1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (63.02 MB)

Scans (1404.16 MB)

ebook (55.35 MB)

XML (2.86 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4

(1887-1888)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Gods molen maalt langzaam; maar fijn.
(Vervolg.)

‘Moeder, welk een inval!’ riep Helena, wier wangen plotseling met een purpergloed over togen werden. ‘Hoe kunt gij dat veronderstellen?’

Een veelbeteekenende lach speelde om de verwelkte lippen van de oude vrouw, terwijl zij uitvorschend hare dochter aanzag, die verlegen het hoofd afwendde.

‘Denkt gij dan, dat ik geene oogen in mijn hoofd heb?’ vraagde zij schertsende. ‘Ik heb u beiden gadegeslagen en ben zeker van mijne zaak.’

Helena zag het zwijgend aan, hoe hare moeder het geld bijeengaarde en in een neusdoek bond.

‘En als uwe waarnemingen juist waren,’ zegde zij; maar daar op hetzelfde oogenblik zich buiten schreden lieten hooren, brak zij plotseling af om te luisteren.

‘Dat is de dokter,’ zeide de moeder, terwijl zij haastig het geld in de schuiflade der tafel legde en opstond; daarop ijlde zij naar de deur om die te openen.

Helena was snel voor het venster gaan staan - hare wangen hadden zich weder donkerder geverfd en verward beantwoordde zij den groet van den binnentredende.

Lodewijk zag lachende om zich heen, terwijl juffrouw Wilfert hem hoed en stok uit de hand nam.

‘Ik kom eens even hooren, of gij met de nieuwe woning tevreden zijt,’ zeide hij.

‘Wij zijn u hartelijk dankbaar voor uwe vriendelijke bemoeiingen,’ antwoordde de oude vrouw, terwijl zij een stoel voor de tafel schoof. ‘De woning is fraaier dan wij in onze omstandigheden verlangen mogen. Ik geloof

[pagina 240]
[p. 240]

niet, dat ik ze lang zal behouden; zij zal te groot voor mij zijn, als Helena mij verlaten heeft.’

De donkere oogen van Lodewijk vestigden zich vragend op Helena, die hem met een gemaakt lachje toeknikte.

‘Wilt gij ons verlaten?’ vroeg hij in angstige spanning.

‘Er is mij eene betrekking in Engeland aangeboden,’ antwoordde zij; ‘de brief ligt daar op tafel - wat ik u bidden mag, lees hem even - gij zult mij gelijk geven, dat ik die betrekking aanneem.’

Lodewijk ontvouwde den brief en zijn gelaat verduisterde als hij de aangeboden gunstige voorwaarden las. Hij begreep dat Helena voor hem verloren was, indien hij haar liet vertrekken; jaren konden verloopen voor hij haar wederzag en de mogelijkheid was voorhanden dat zij hem vergat.

‘Verlokkend inderdaad!’ sprak hij, langzaam het venster naderende, voor hetwelk Helena nog altijd stond; ‘maar ik geloof, dat gij u nochtans teleurgesteld zoudt zien. Het zijn vreemde menschen, in wier kring gij binnen wilt treden, menschen die....’

‘Dokter, ik weet dat alles, maar mijn besluit staat vast,’ onderbrak zij hem met gemaakte kalmte. ‘Mijne kundigheden vormen mijne eenige bezitting.... ik moet er partij van trekken om mijne toekomst te verzekeren.’

‘Uwe toekomst?’ vraagde hij zacht. ‘Het is uwe bestemming niet alleen door het leven te gaan; een man, die u liefheeft zal u in zijn huis voeren - aan hem moet gij het overlaten voor uwe toekomst te zorgen.’

Helena sloeg voor zijn blik de oogen neder en schudde het hoofd. Beiden werden niet gewaar, dat de oude vrouw stil de kamer verliet.

‘Dat ligt nog in een ver verschiet,’ zegde zij, ‘daarop te wachten en te hopen, ware dwaasheid.’

‘En indien nu reeds de man voor u stond, die u vragen wil zijne levensgezellin te worden?’ antwoordde hij met bevende stem. ‘Wat zoudt gij hem op deze vraag antwoorden?’

Een donkere gloed overtoog Helena's gelaat - zij waagde het niet, de oogen op te slaan - hare lippen klemden zich op elkander.

‘Ik zou hem antwoorden dat waarschijnlijk slechts een gevoel van menschlievendheid hem tot deze vraag noopte,’ zegde zij, en ook hare stem trilde merkbaar. ‘Wat zou ik, het arme meisje voor hem kunnen zijn?’

‘Mijn geluk, mijn alles!’ antwoordde hij met diepe ontroering.

En toen juffrouw Wilfert zacht weder de kamer binnentrad, was de bond tusschen het jeugdige paar gesloten.

XIV.
Onthullingen.

Baron Rüdiger was in de hoogste mate verrast door het opgeruimde voorkomen, waarmede de bankier Stroombeek hem den volgenden dag ontving.

‘De zaak, die wij gisteren bespraken, heeft intusschen een, naar ik meen, gunstige wending genomen,’ sprak de bankier, nadat hij zijn bezoeker een stoel aangeboden had, ‘Ten minste voor uw verlangen - of dit ook het geval zal zijn voor mij en mijn kind, weet ik nog niet.’

‘Welaan! maak mij dan met alles bekend,’ antwoordde Rüdiger op bemoedigenden toon.

‘Gij zult nog tot morgen geduld moeten hebben.’

‘Maar waartoe dit nieuwe uitstel?’

‘Word niet boos,’ verzocht Stroombeek, ‘ik voldoe aan mijne belofte. Mijne onthullingen hebben niet enkel voor u maar voor uwe geheele familie belang, daarom is het mijn plan ze in tegenwoordigheid van alle belanghebbenden kenbaar te maken.’

‘Hebben zij werkelijk betrekking op den dood mijns vaders?’ vroeg Rüdiger, zijn wrevel bedwingende.

‘Ja.’

‘Zeg mij dan slechts dit eene: is mijn broeder volkomen onschuldig?’

‘Mijne verklaringen zullen hem van alle verdenking zuiveren.’

‘Dus had er inderdaad een zelfmoord plaats?’

‘Neen.’



illustratie
de nieuwe elbebrug te hamburg.


‘Een moord?’

‘Heer baron, gij zult morgen alles vernemen,’ antwoordde Stroombeek ontwijkende op deze vraag, waarbij vluchtig wederom eene donkere schaduw over zijne trekken gleed. ‘Morgen is het Zondag - wij hebben allen dan gewis wel den tijd en ik laat het aan u over te bepalen waar wij bijeen zullen komen.’

‘In het huis mijns broeders,’ antwoordde Rüdiger na een kort beraad; ‘zoo gij ten minste....’

‘Het is mij wel. Morgen ochtend klokslag elf uur zal ik mij daar bevinden. Wilt gij u belasten den heer van Grüttner en diens echtgenoote er heen te brengen?’

‘Gij draagt mij daar eene zware taak op, maar ik zal ze volbrengen,’ hervatte Rüdiger. ‘Ik ben buitendien voornemens mijne zuster heden nog een bezoek te brengen. Wie verlangt gij behalve deze beiden bij mijn broeder te zien?’

‘U en den heer Abraham Stern.’

‘Ook niet mijne beide neven?’

‘Neen, het geheim moet onder ons blijven; dat stel ik tot voorwaarde.’

‘Welaan! het zal alles zoo geregeld worden als gij het verlangt,’ sprak Rüdiger en stond op. ‘Ik zal mijn broeder met een paar regels kennis geven en hem het briefje heden namiddag door een bode zenden. Kan ik bij deze regels een paar woorden voegen, die Erwin bemoedigen?’

‘Neen,’ antwoordde de bankier, ‘deze vraag kan eerst morgen na mijne onthullingen beantwoord worden.’

‘Dus is er voor het oogenblik niets verder te bespreken?’

‘Neen, heer baron,’ betuigde Stroombeek, terwijl hij den knijper van den neus nam en met den zijden neusdoek over zijn voorhoofd streek. ‘Morgen zal alles afgehandeld worden; ik zelf verbeid met ongeduld het vastgestelde uur.’

Baron Rüdiger hield zich voordurend met deze hem zoo raadselachtige verklaringen bezig, terwijl hij den weg naar de woning zijner zuster volgde: maar hem bleef toch niets anders over dan tot den volgenden dag geduld te hebben.

Hij vond zijn zwager te huis De voormalige overste scheen niet goed geluimd te zijn, want hij wandelde met een verdrietig voorkomen op en neder, terwijl Irma op den divan in een modejournal bladerde.

‘Zoo! zijt gij daar eindelijk?’ sprak Grüttner met blijkbare ergernis, toen zijn zwager binnen trad. ‘Wij spraken zooeven nog van u... wij konden niet begrijpen, dat gij zoolang de gast van Archimbald bleeft. Hebt gij het verleden geheel vergeten? Ik kan mij wel voorstellen, dat de huichelaar u met het schijnheiligste voorkomen ontvangen heeft....’

‘De ontvangst daar was hartelijker dan zij mij hier vandaag ten deel valt,’ viel Rüdiger hem glimlachende in de rede, terwijl hij zich op een stoel nederzette. ‘Waarom zou ik mijn broeder niet eenige dagen mogen wijden? Ik heb immers de verre reis alleen daarom hierheen ondernomen om vrede te stichten.’

‘Vrede?’ spotte Grüttner. ‘Voor mij is Archimbald sinds lang niets meer - ik verlang van hem niets anders dan dat hij mij met rust late en elke gelegenheid mijde mij te ontmoeten.’

‘Nochtans zal deze ontmoeting morgen plaats vinden.’

‘Wil Archimbald ons bezoeken?’ vraagde Irma verrast. ‘Hij zal daarvan moeten afzien, want ik ontvang hem niet.’

‘Gij zult hem bezoeken.’ verklaarde Rüdiger ernstig.

‘Dat nooit!’ viel George van Grüttner uit, ‘Eerder zal de wereld vergaan.’

‘Kom, kom! ik hoop, dat de wereld iets vaster staat dan uw eigenzinnig hoofd,’ schertste Rüdiger. ‘Wij rijden er met ons drieën heen; ik haal u morgen voormiddag om tien uur af.’

‘En nu denkt gij dat wij ons terstond naar uw wil zullen schikken en uw bevel gehoorzamen?’ spotte Grüttner, die de afgebrokene wandeling door de kamer hervat had. ‘Wij zijn - Goddank - onafhankelijk en behoeven ons niet door anderen te laten bevelen. Al hebt gij u verzoend met den erfenisjager, ons verplicht dit tot niets....’

(Wordt voortgezet.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken