Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4 (1887-1888)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (63.02 MB)

Scans (1404.16 MB)

ebook (55.35 MB)

XML (2.86 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 4

(1887-1888)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Gelaatkunde en hare grondslagen.

De gelaatkunde is de kunst om den inwendigen mensch door den uitwendigen te leeren kennen, dat is: om tot eene juiste waardeering van zijne vermogens, gevoelens en hartstochten, door teekens, hoedanigheid, beweging van zijn aangezicht en andere lichaamsdeelen te komen, en insgelijks door taal, gebaren, blik en andere handeling.

Het is ten allen tijde waar bevonden, dat denkbeelden, gevoelens, hartstochten en beslui-

[pagina 374]
[p. 374]

ten, niet zonder begeleiding van bewegingen in het bloed en de lichaamsdeelen kunnen tot stand komen, waaruit blijkt, dat niets in het binnenste kan omgaan, zonder eene meer of minder voelbare uitstraling naar buiten. Onze werkzame vermogens hebben van binnen haarden, waar zij ontwikkeld worden, en van buiten andere haarden, die met de eerste in samenhang zijn. Deze tweede haarden, zooals de oogen, de mond, het voorhoofd, zijn zooveel als spiegels, die de zedelijke indrukken terugkaatsen.

De opvolging en wederzijdsche werking van de bewegingen des levens, de sympathie of terugwerking van het eene orgaan op het ander laten niet toe die innige betrekkingen te miskennen, welke tusschen het stoffelijke en zedelijke bestaan.

Daar gedurende de eerste jeugd de organen en weefsels buigzaam en zeer veerkrachtig zijn, worden de kenteekenen der hartstochten, die uit de samentrekking der spieren verklaard worden, terstond weder uitgewischt als de prikkel ophoudt te werken, maar daar op rijperen leeftijd die samentrekkingen dikwijls herhaald worden, verdwijnen de trekken, door hen opgewekt, moeielijker, een lichte indruk begint zich te vertoonen. Weldra worden de rimpels gevormd, en in weinig tijds wordt de huid van het aangezicht met voren doorploegd. Dan zullen de egoïst en de gierigaard te vergeefs aan hunne zelfopoffering en mildheid doen gelooven, dan spreekt de misdadiger te vergeefs van zijne deugden, de lafaard van zijn moed, de trotschaard van zijne nederigheid; de geschiedenis van hun leven is onuitwischbaar op hun aangezicht geschreven, de gelaatkundige leest er al de schande, al de verkeerdheden, al de lage hartstochten op, die hen hebben verteerd en ontaard.

De tegenstelling en vergelijking van vorm, uitdrukking, gang en beweging van sommige dieren, met de physiognomie en de daden van den mensch, geven zeer kostelijke aanwijzingen. Zoo gebeurt het zelden, dat menschen, wier physiognomie eenige overeenkomst heeft met die van den tijger, leeuw, bok, aap of het schaap, enz. geene neigingen hebben, die eenigszins met het instinct van die dieren overeenkomen. Bestudeer eens den kerel met een kattenuitzicht, ge zult ondervinden, dat het een huichelaar en trouwelooze is; en die met een vossenuitzicht zal fijn, geslepen, bedriegelijk zijn.

De waarde van physiognomische teekens mag niet betwijfeld worden; 't zou echter niet verstandig en redelijk zijn, om aan hunne onfeilbaarheid te gelooven. Zonder twijfel leert de gelaatkunde de menschen, die men ontmoet, spoedig kennen, zonder verplicht te zijn om de ondervinding af te wachten; zij ontdekt of wekt het voorgevoel op van hunne goede of kwade eigenschappen, hunne neigingen tot het goede of kwade. Evenwel moet men nooit zijn oordeel op een enkel kenteeken gronden, want er zijn verschillende teekens noodig om eene gevolgtrekking te maken, en nog moet men nooit het eindoordeel uit die teekens opmaken, maar alleen de neigingen, die uit de geheele organisatie hunnen oorsprong hebben.

Dit is het voorbehoud, dat men bij gelaatkundige waarnemingen moet in acht nemen, om onaangenaamheden te voorkomen, die van dwalingen op dit gebied onafscheidelijk zijn.

Overzichtstafel van de gelaatkundige teekenen.

Op 't voorbeeld van beeldhouwers en schilders, willen wij het menschelijke lichaam in drie streken verdeelen: het hoofd, den tronk of romp, en de ledematen.

Het hoofd.

Een groot hoofd. Dit wordt door een lui, slaperig, zot, koppig mensch gedragen. Een klein hoofd op een groot lichaam: eene levendige, gloeiende, gekleurde verbeelding, gezond oordeel, een meer schitterende dan soliede geest, toorn, opwekbaarheid, onverzetbaar karakter. Een middelmatig hoofd: gezond oordeel, middelmatige verbeeldingskracht, gelijkmatig, bedaard karakter en wijs overleg.

Een goed gebouwd klein hoofd is beter dan een groot, dat niet in overeenstemming is met het overige lichaam. Men beschouwt als goed gevormd, een langwerpig hoofd, bol aan het voor- en achterhoofd, een weinig afgeplat aan de slapen en dat een ovalen vorm op de horizontale doorsnede heeft. Over 't algemeen is bolheid van de voorste en achterste streken van het hoofd een teeken van levendigheid van geest, een vurig karakter en eene schitterende verbeeldingskracht; de afplatting en de holheid van die deelen, wijzen een minder levendigen geest, maar een vast oordeel en een gelijkmatig en gematigd karakter aan.

Houding van het hoofd. - Stijf op den nek, naar achteren geworpen: zwak oordeel, hardnekkig, waanwijs, opvliegend karakter. - Gebogen: langzaamheid, luiheid, schroomvalligheid, nadenkende geest. - Rechtop: gezond oordeel, gelijkmatig karakter, vastheid zonder hardheid.

Aangezicht. - Breed en plat: domheid. - Zeer klein en bol: levendig, bewegelijkheid, list, neiging om te twisten. - Breed en vierkant: zwak karakter, weinig geest. - Rond: vindingrijkheid, opvliegend karakter, toorn, - Ovaal: vast oordeel, gelijkmatig karakter.

Voorhoofd. - Plat en niet evenredig: langzaamheid en luiheid. - Klein en bol: levendigheid, zeker en opvliegend karakter. - Van eene middelmatige grootte: geestigheid, edelmoedigheid. - Met rimpels en stuursch: nadenken, bezorgdheid, gierigheid, eerzucht. - Laag: list, huichelarij, ondeugd. - Glad: geestigheid, vleierij. - Vooruitstekend: levendige verbeelding, diep nadenken. - Oneffen: bekrompen geest, ruw en scherp karakter, slechte zeden.

Slapen. - Bol: weinig geest. - Lichtbol: openhartig karakter. - Harig: ontucht, gulzigheid. - Rijk met aderen voorzien: een mensch die spoedig driftig wordt.

Wenkbrauwen. - Boogvormige, dikke en die in elkander loopen: hoogmoed, toorn, koppigheid, stoutmoedigheid. - Kleine en fijne: beschroomdheid - Horizontale en dunne: een vroolijk en openhartig karakter, een aangenaam en vrij mensch.

Oogleden. - Lange en dikke: weinig werkzaamheid, slaperigheid. - Dikke, rimpelige: zwaartilligheid, zwartgalligheid. - Zeer beweegbare: een beschroomd karakter, veranderlijkheid.

Oogen - Groote en smachtende: goed en vertrouwelijk karakter, middelmatigheid - Kleine en schitterende: een geest vol veerkracht, levendig karakter, veel werkzaamheid en diep doordenken. - Middelmatig groote en blinkende: een goed hart, wijsheid, edelmoedigheid. - Ver vooruitspringende: een zeer goed geheugen, weinig oordeel, zwak karakter. - Kleine en diepliggende: sterke ziel, krachtig karakter. - Dikke en tranende: zwakheid van geest, trouweloosheid, zinnelijkheid. - Goed geopende droge en schitterende: hoogmoed, opvliegendheid, koppigheid, sterke verbeeldingskracht. - Amandelvormige en een weinig vochtige: beminnend, smachtend hart, leerzaamheid, zwak en welwillend karakter. - Matte en witachtige: luiheid, beschroomdheid, koud, eenzelvig hart. - Grijze: soliditeit, koppig karakter. - Roode: eerzucht, gierigheid, dronkenschap, brutaliteit. - Zwarte en schitterende: geest, moed, vermetelheid. - Blauwe: uitmuntend hart, zacht karakter, kalmte en vertrouwen.

Oogappels. - Zeer groote: zwakheid van karakter en geest. - Ongelijke: halfslachtigheid, zonderling karakter. - Vaste: afgetrokkenheid, bespiegeling. In 't algemeen kondigen lichtbewegelijke oogen een vast karakter aan, de langzaam bewegelijke, traagheid en een zwaartillend karakter.

Ooren. - Zeer kleine: beschroomdheid, bedeesdheid. - Zeer groote: weinig verstand. - Roode: zinnelijkheid, schaamteloosheid. - Bleeke: verachting, onbeschaamdheid. - Vrijstaande: zachtheid en leerzaamheid. - Platte en aan het hoofd vastzittende: hardnekkigheid, onleerzaamheid, geen beminnelijk karakter.

Neus. - Groote en arendsneus: gezond oordeel, vast karakter. - Een lange en dompervormige: langzaam begrip, zwakke verbeeldingskracht, nijd, bedilzucht. - Een stompneus: zelfvoldoening, hekelzucht, verachting, spotzucht iemand die om alles lacht, onbeschaamdheid. - Kort, dik en met een roode punt: toorn en onbeschoftheid. - Zeer kleine wipneus: spotzucht, onstandvastigheid, nieuwsgierigheid, ijdelheid, weinig karakter.

Neusgaten. - Breede en wijd openstaande: aanmatiging, opvliegendheid, zinnelijkheid. - Lange en spits toeloopende: geslepenheid en schranderheid, nauwgezet karakter. - Naar achteren en boven wijkende: weinig geest, verachting, ijdelheid.

Mond. - Groote: vermetelheid, onmatigheid, gulzigheid. - Kleine: soberheid, beschroomdheid. - Even geopende: eenvoudigheid en naïveteit. - Openstaande: idiotisme, kinderachtigheid. - Fijne en horizontaal staande lippen: fijnheid van geest, goede natuur. - Dunne lippen: ondeugendheid, gierigheid. - Dikke, terwijl de bovenste uitsteekt: langzaam en lui karakter. - Dikke en hangende onderlip: ontuchtige reigingen, ruwheid. - Opgetrokken mondhoeken: koudheid, verachting. - Een stompen hoek vormende lippen: zachtheid, teederheid, medelijden. - Boog des monds, wiens bolle zijde naar beneden is gekeerd: valsch en laag karakter. - Saamgeknepen lippen: knorrigheid, grilligheid, bijtende spot.

Tanden - Gesloten: hard karakter, koppigheid. - Lange en scherpe: stoutmoedigheid, vraatzucht, toorn. - Kleine, platte, ver van elkander afstaande: zwakheid en beschroomdheid.

Kin. - Lange: praatzucht, onbescheidenheid, nieuwsgierigheid. - Ronde: zachtheid en beschroomdheid. - Vierkante: vaste wil. - Gespletene: beminnelijk karakter, vroolijkheid.

Baard - Zachte en glanzende: verliefdheid, teederheid, zucht naar gezelligheid. - Dikke en zwarte: zeker oordeel, vast karakter. - Ruwe en borstelige: stuursch karakter, opvliegendheid, stroefheid, stijfhoofdigheid.

Hals. - Dikke en korte: ruwheid, brutaal karakter. - Lange en schrale: listigheid, geestigheid. - Met dikke, door de huid heen schijnende aderen: oploopendheid, toorn. - Stijve: stroerheid, hardheid, koppigheid. - Naar voren gebogene: nadenken, droefheid of beschroomdheid.

De horizontale lijnen van het aangezicht duiden in den regel het evenwicht en de overeenstemming van het physische met het moreele aan, verder: een bedaard karakter, gezond oordeel en zwakke hartstochten. Juist daarentegen openbaren boogvormige, kronkelende lijnen, een hoogmoedig, trotsch verachtend, moeielijk en koppig karaker. De boogvormige lijnen, wier kromming naar beneden gekeerd is, wijzen eene beschroomde natuur, een listig en valsch karakter aan.

De gezichten, waar beschroomdheid, zachtmoedigheid, fijnheid op te lezen staat, en wier spieren zeer bewegelijk zijn, behooren bij het vrouwelijke geslacht te huis. Sterk gebouwde gezichten, wier trekken iets ruws en krachtigs hebben, behooren tot het mannelijke geslacht

(Wordt voortgezet.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken