Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5 (1888-1889)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (66.29 MB)

Scans (1432.93 MB)

ebook (59.76 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5

(1888-1889)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 201]
[p. 201]

[Nummer 26]

Onze gravures.

Het laatste kleinood.



illustratie
het laatste kleinood.


Eene lange toelichting heeft dit tafereel wel niet noodig: die jonge schamel ge kleede vrouw met haar kind op den arm, die oud-kleerkooper, met kennersblik de aangeboden koopwaar onderzoekend, de oude soldatenplunje op den grond en vooral het kleinood, waarvan de vrouw slechts noode schijnt te scheiden, dat alles verhaalt ons eene heele geschiedenis. Blijkbaar is die vrouw de nagelatene weduwe van een krijger, die op het veld van eer voor zijn vaderland het leven heeft gegeven. Het eermetaal, dat zijne borst versierde, de met zijn bloed bedekte uniform was alles wat zijne dierbare vrouw van hem overbleef. Helaas, hoe kostbaar haar die nalatenschap was, zij beveiligt haar niet voor gebrek en ellende. Toch zou zij dien schat voor geen geld hebben afgestaan: liever leed zij honger, dan zich van die dierbare relikwieën te berooven. Maar ten laatste dwong haar de nood, die lang met zorg bewaarde gedachtenissen in te ruilen voor brood, brood voor haar kind. En thans zien wij haar bij den ouden jood, in bange verwachting wat hij haar geven zal voor haar laatste dierbaar kleinood, de medalie, die eens op de borst haars echtgenoots prijkte. Ach, hoeveel tranen hebben dat metaal besproeid en gewijd, waarvoor zij wellicht slechts enkele luttele zilverstukjes zal ontvangen.

Wintervermaak buiten en binnen.

Eene aardige tegenstelling bieden ons de beide gravures, welke wij hier onder een opschrift samenvatten als de vereenigde voorstelling der tweevoudige genoegens van den winter: het levendig ijsvermaak buiten op de drukke baan en het stille huiselijk genot aan den warmen haard. Welk van de twee het meest aanlokkend is, zal ieder lezer voor zich wel het best kunnen uitmaken; wij voor ons zouden liever geene keuze maken en beide soorten van genoegens even hoog geschat willen zien, onder de zinspreuk: alles op zijn tijd. Gewis, het is een genot, vooral voor de jeugdige liefhebbers, op een paar vlugge schaatsen langs de spiegelgladde baan te zwieren, waar alles, inspanning en vermoeienissen, ja zelfs wederwaardigheden genoegens worden. Dat laatste merken wij alweer duidelijk aan den jongen rijder, die blijkens de witte plakkaten op frak en broek niet vrij is gebleven van de gebruikelijke ongevallen en nu, tot groot genoegen van de omstanders in geuren en kleuren zijn wedervaren aan twee lieve kennissen vertelt.

Maar een even streelend genoegen ook is

[pagina 202]
[p. 202]

het, vooral voor de gelukkigen, die zich in een gezelligen huiselijken kring mogen verheugen, gedurende de lange winteravonden, rondom den knappenden haard en onder het vriendelijk schijnsel der lamp, gemoedelijk bij elkander te zitten, vader met zijn dagblad, moeder met de kinderen en dezen met hun speelgoed bezig, allen opgeruimd en vroolijk in het zalig besef van warm en wel thuis te zijn, terwijl daarbuiten de sneeuwjacht giert of de ijzige hagel tegen de ruiten klettert.

Zoo binnen als buitenshuis heeft de winter zijne genoegens, en met den versregel van Tennyson zouden we hier kunnen zeggen:

Welk van die beide 't zoetst is, 'k weet het niet.

Graaf Herbert von Bismarck.

Terwijl de groote rijkskanselier door zijne hooge jaren zoo langzamerhand op den achtergrond raakt van het staatkundig tooneel, treedt zijn zoon graaf Herbert von Bismarck in den laatsten tijd als een echte Bismarck II op den voorgrond. Vooral bij de reis van keizer Wilhelm naar Rome heeft Herbert eene groote rol gespeeld, door den ouden heer te Friedrichsruhe geregeld op de hoogte te houden van al het doen en laten des vorstelijken reizigers en er tevens voor te waken dat deze, in zijne jeugdige voortvarendheid, niet afweek van den weg, door den grijzen rijkskanselier omzichtig voorgeschreven.

De jonge Bismarck heeft zich bij die gelegenheid als een echte Pruis, als de waardige zoon van den ijzeren kanselier doen kennen. Men herinnert zich hoe onbesuisd hij het onderhoud tusschen Paus en keizer verstoorde door eensklaps prins Heinrich binnen te leiden, zeggende dat de broeder des keizers niet behoefde antichambre te maken.

Ook bij zijn eerste optreden als spreker in den Rijksdag, den 14en December van het vorig jaar, toonde de staatssecretaris Herbert von Bismarck zich het evenbeeld zijns vaders Hij heeft dezelfde hortende en stootende voordracht, dezelfde hoekige gebaren, welke den ouden Bismarck kenmerken, maar natuurlijk alles veel jeugdiger en levendiger. Het onderwerp, dat hij te bespreken had, was wel gehikt om hem al aanstonds aller sympathie te verzekeren; hij behandelde namelijk het vraagstuk der bestrijding van den slavenhandel en deelde mede, welke maatregelen door Duitschland, in vereeniging met Engeland en de overige mogendheden zouden worden genomen om dien gruwel uit te roeien. De geestdrift, welke hij voor die schoone zaak aan den dag legde, en de waardeerende toon, dien hij tegenover Engeland en zelfs Frankrijk aansloeg, maakten een uitstekenden indruk, - wat geene kleinigheid is, als men bedenkt dat de verwachting hoog gespannen was. Het is een twijfelachtig voorrecht de zoon van een groot man te zijn; verzekert het den gelukkige onmiddellijk de algemeene opmerkzaamheid, het onderwerpt hem ook aanstonds aan eene scherpziende critiek en minder aangename vergelijkingen. In dat opzicht heeft de jonge Bismarck op den 14 December de proef glansrijk doorstaan.

Of hij echter ook als diplomaat in de schoenen zijns vaders staan kan, mag nog ernstig betwijfeld worden. Men weet dat de oude Bismarck aan de forsche kracht van den barschen ijzervreter al de sluwheid paart van den volleerden intrigant. Het optreden nu van den jongen Bismarck in de geruchtmakende zaak Morier levert alles behalve het bewijs van diplomatischen tact. Gelijk men zich herinnert, weigerde de jonge staatssecretaris den Engelschen gezant te St. Petersburg botaf elke genoegdoening voor de vernederende beschuldiging van verklikking, waaraan hij van den kant der Köln. Zeit. had blootgestaan.

Ter eere van graaf Herbert moet hier ten slotte bijgevoegd worden, dat hij algemeen als bijzonder ijverig wordt geroemd. Wie weet welke gewichtige Europeesche rol den zoon van den grooten Bismarck in de toekomst nog is weggelegd!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken