Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5 (1888-1889)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (66.29 MB)

Scans (1432.93 MB)

ebook (59.76 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 5

(1888-1889)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Onze gravures]

Goede Vrienden.

De echte kunstenaar heerscht toch inderdaad als koning over de heele bezielde en onbezielde wereld. Niet enkel de menschelijke samenleving, neen, het gansch heelal, en de dierenwereld niet het minst, is hem schatplichtig en levert hem de stof voor zijne eindeloos afwisselende scheppingen. De dieren in hun ongekunsteld natuurleven doen den fabeldichter de onderwerpen aan de hand, bezorgen hem de beelden en tafereelen, waarin wij het leven der menschen al[s] weerspiegeld zien en waaruit eene ongezochte, nu eens gemoedelijke, soms ondeugende moraal spreekt. Wat de fabeldichter met woorden doet, dat bewerkt de dierschilder, die niet geheel van geest of humor verstoken is, met lijnen en kleuren. Een bewijs daarvan hebben wij alweer in het lieve tafereeltje van Minna Stocks.

Het is niet enkel een fraaie paardekop en een drietal jonge katjes wat wij op haar paneeltje bewonderen; niet enkel het meesterlijk weergeven van het eigenaardig, uiteenloopend karakter dier verschillende dieren. Neen, uit dat groepje spreekt eene gedachte; er ligt in deze fabel eene moraal, die niet in woorden is uitgedrukt, maar zich onwillekeurig aan ons opdringt. Het bevallige schouwspel van dat vurige rijpaard, hetwelk zich met zekere vaderlijke minzaamheid over het speelsche drietal heenbuigt, dat vlak onder zijne snuivende neusgaten dartelt en brutaal tegen hem op-

[pagina 212]
[p. 212]

springt, leert ons hoe schoon het den groot een sterkestaat, toegevend en minzaam te zijn voor de kleinen.



illustratie
goede vrienden, naar de schilderij van minna storks.


De kleine
Rekenmeester.

Dit aardige genrestukje verplaatst ons in eene klein-burgerlijke huishouding.

Moeder de vrouw is zoo even, belast en beladen, van haren wekelijkschen gang naar de markt teruggekeerd, en rekent nu, door grootmoeder geholpen, nogmaals al hare uitgaven na om te zien of alles uitkomt. Maar och! dat ongelukkige rekenen is toch een heksenwerk! Hoeveel hoofdbreken heeft het den beiden vrouwen van hun leven al niet gekost! Ook vandaag wil de rekening volstrekt maar niet lukken en reeds wanhoopt moeder, er ooit wijs uit te zullen worden, als Fritsje, haar oudste, met zijne lei te hulp snelt.

Hij gaat niet voor niets in het rekenen als de eerste van zijne klasse door en wil nu eens eene schitterende proef afleggen van zijne bedrevenheid in de vier hoofdbewerkingen der cijferkunst. Moeder heeft weinig vertrouwen in zijn gecijfer; doch nauwelijks heeft de kleine rekenaar het gezamenlijk bedrag der verschillende inkoopen opgeteld en het overschot in de portemonnaie er bij gerekend, of alles komt precies uit, tot op een halven cent. Moeder zit verslagen over zooveel scherpzinnigheid in dien kleinen dreumes en grootmoeder blikt met welgevallen en trots op haar veelbelovenden kleinzoon, die in haar oog niets meer of minder dan een wonderkind is.



illustratie
voor honderd jaren. - Opening der Staten-Generaal, den 5en Mei 1789. Naar eene teekening van C. Monnet, schilder des Konings.


[pagina 213]
[p. 213]

De Kleine Dokter.

Hoe komen de snaken op het gedacht! roepen we onwillekeurig uit, als we het groepje op het hier weergegeven paneeltje bespieden. Kleine Jan speelt voor dokter: frak, hoed en bril hebben hem in zijn oog voldoende tot dat geleerd beroep gepromoveerd, en in het volle besef van zijne waardigheid en het gewicht van het oogenblik, voelt hij den pols der kleine patiënte, die zuster als eene bezorgde moeder op den schoot houdt. Het is poes, die zich de rol van zieke laat welgevallen, overtuigd als zij is dat hare jeugdige vriendjes niets kwaads tegen haar in het schild voeren. Dokter kijkt bedenkelijk op zijne horlogie; de pols schijnt niet heel normaal te slaan, en ongetwijfeld zal hij, zijne taak behoorlijk ten einde brengend, de zieke straks nog een heilzaam drankje voorschrijven.



illustratie
de kleine rekenmeester, naar de schilderij van emanuel spitzer.


De jongen is blijkbaar voor dokter in de wieg gelegd; ten minste als moeder hem in de vroegtijdige uitoefening zijner praktijk verrast, zal ze er niet aan twijfelen of haar zoon zal nog eenmaal een sieraad der wetenschap en een weldoener der menschheid worden, waarbij zelfs Pasteur in het niet zinkt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken