Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6 (1889-1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.16 MB)

Scans (1070.21 MB)

ebook (35.63 MB)

XML (4.55 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6

(1889-1890)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Gezondheidsleer.
Over de zwaarlijvigheid.

Zwaarlijvigheid is de overmatige ontwikkeling van het vetweefsel. De trekken en vormen verdwijnen onder de vetkussens, de bewegingen worden meer en meer moeielijk en het lichaam vertoont slechts eene vormlooze massa. De deelen, waar de vetkussens het overvloedigst gevonden worden, zijn die, welke een grooten omvang verkrijgen; de buik en de borsten verkrijgen soms zulk eene verbazende ontwikkeling, dat het lichaam, na al zijne vorige vormen verloren te hebben, slechts eene monsterachtige karikatuur wordt.

Als de vetafzetting niet de edele organen, zooals het hart en de longen, aandoet, kan het leven best bij die hinderlijke ongesteldheid behouden blijven; als het vet zich echter in een van die organen nestelt, dan wordt de zwaarlijvige met eene beroerte of verstikking bedreigd.

Lymphatische personen, die, terwijl zij zich aan goeden sier overgeven, weinig beweging nemen en eene groote kalmte der ziel bezitten, moeten noodzakelijk vet worden, de zwaarlijvigheid bedreigt hen.

De leefregel, lichamelijke arbeid en gymnastische oefening zijn de beste beschermers tegen overmaat van vetheid. In een mobiel leger van vijftig duizend man treft men geene zwaarlijvigen aan; men kan echter voorbeelden genoeg aanvoeren, dat vijf en twintig van de vijftig het door lediggang en overvloed zullen worden.

Matige zwaarlijvigheid moge een teeken van gezondheid zijn, overmatige daarentegen, verraadt zwakheid. Het vet hoopt zich op die punten op, wier beweging en levenskracht zwak zijn, zooals in den buik en de borst. Scherpzinnige waarnemers hebben bestatigd, dat men ten gevolge van uitputtende ziekten, de patiënten vet ziet worden; zulks ontstaat door gebrek aan evenwicht tusschen voeding en opslorping. De zwaarlijvigen schijnen volgens Boerhave welvarend en krachtig, maar het is niets dan schijn, want zij zijn meer dan anderen aan ziekten blootgesteld en kunnen geene vermoeienissen doorstaan. Reeds Hippokrates heeft gezegd, dat te vette menschen gemakkelijker dan anderen door heerschende ziekten worden aangetast, en dat de dood onder hen vele slachtoffers eischt. Eindelijk komen al de geneesheeren daarin overeen, dat van twee menschen, door dezelfde ziekte aangetast, van welke de eene te vet, de ander, noch vet noch mager is, de laatste tien kansen van genezing heeft tegen de eerste een.

Deze meeningen van de geleerdste geneesheeren verdienen ernstig nadenken van den kant van die personen, welke aanleg hebben om te vet te worden, of op den weg van zwaarlijvigheid zijn. We moeten hun onder 't oog brengen, dat deze ziekte, bij tijds bestreden, gewoonlijk voor een doelmatigen leefregel wijkt, terwijl zij, na zich eenmaal vastgenesteld te hebben, moeilijker uit te roeien is, of ten minste een korteren of langeren tijd eischt, al naarmate de persoon er meerder of minder van overtuigd is, dat de

[pagina 106]
[p. 106]

voorschriften van de mannen der kunst opgevolgd moeten worden.

De beredeneerde behandeling van de zwaarlijvigheid is geenszins gevaarlijk, en de geneesheeren, die van hare genezing kwade gevolgen hebben vermeld, hebben zonder twijfel willen spreken van sommige behandelingen, die te gelijker tijd door de kunst en het gezond verstand worden afgekeurd. Omdat eenige slecht aangewende geneesmiddelen noodlottig zijn geweest, moet daaruit voortvloeien dat er geene afdoende bestaan? Als kropgezwellen, verharde klieren, beenuitwassen genezen kunnen worden, dan kan men nog gemakkelijker de zwaarlijvigheid doen af nemen, daar de vetkussens veel minder moeielijk op te lossen zijn, dan verhardingen en beenuitwassen. Overigens werd in alle tijden de zwaarlijvigheid als eene vrije rustige ziekte beschouwd, en trok zij de aandacht van de bekwaamste geneesheeren; men mag haar echter niet als ongeneeslijk beschouwen, omdat de tegen haar aangewende middelen niet altijd gunstige uitkomsten hebben opgeleverd.

In het oude Griekenland, vooral bij de Spartanen, was de zwaarlijvigheid eene oneer, omdat zij deed onderstellen, dat de mannen tot den oorlog onbekwaam en de vrouwen niet geschikt waren, om talrijke kinderen te baren. De magistraatspersonen vaardigden een besluit uit, waarbij bevolen werd, dat jonge lieden, die aanleg hadden om vet te worden, alle dagen van het hoofd tot de voeten met pekel zouden worden ingewreven. Na die inwrijvingen zond men hen naar de worstelscholen, waar zij zich moesten oefenen, totdat het zweet van hun lichaam droop. Hunne spijs, die uit gebraden hazen vleesch, dat sterk gekruid werd, en zuurachtigen wijn bestond, volmaakte eene behandeling, die bijna altijd met goeden uitslag bekroond werd.

Hippokrates, Asklepias en Galenus schreven purgeer- en zweetmiddelen voor, gevoegd bij geringe en weinig overvloedige, krachtige voeding.

Bijna alle nieuwere geneesheeren bevelen beweging en matigheid aan.

Docter Andry raadt als een uitmuntend middel aan, ten einde het vet te doen verdwijnen, vooreerst matigheid, en voorts een zestiende ons gebrande kreeftsoogen, alle dagen in een weinig bouillon zonder vet genomen. Mocht de goede uitslag op zich laten wachten, dan schrijft hij voor om bij dit poeder, even zooveel poeder van spons te voegen. Dit geneesmiddel doet zoo afnemen, dat het eene groote magerheid kan veroorzaken. We willen echter geenszins voor de gevolgen van die geneeswijze instaan.

De behandeling, die we als de meest afdoende beschouwen, berust op natuurkundige wetten en op de wijze van voeding: zij bestaat eenvoudig daarin, dat men den aanvoer vermindert en de afscheiding vermeerdert; we zullen doen zien dat men gemakkelijk die uitkomsten kan verkrijgen.

Vette, lijmachtige en meelspijzen, dranken, die met voedende bestanddeelen bedeeld zijn, zooals bier, cider, zoete wijnen, worden door de spijsvertering in spijssap omgezet, dat bijna geheel naar het vetweefsel zijn weg neemt; het is dus duidelijk, dat de zwaarlijvige zich geheel moet onthouden van spijzen uit die klasse.

De spijsregel moet uitsluitend uit droge, prikkelende, kruidige spijzen bestaan; - uit koolstof- en stikstofhoudend vleesch, zooals dat van het rund, schaap, haas, hert, als het geheel van vet bevrijd is - de patrijs, lijster, faisant, duif enz. - uit prikkelende of waterachtige planten, zooals versche snijboonen, spinasie, andijvie enz., die met suiker, maar nooit met vet moeten worden toebereid. Alle soorten van salade, die ruim met azijn toebereid zijn - zure vruchten, enz.

De drank moet gekozen worden uit de sektwijnen, vooral uit de witte, ruim met water verdund; verder gebruike men limonade, selterswater, zwarte koffie zonder melk, enz. Ook wordt aanbevolen, om van tijd tot tijd zweet- en waterdrijven de aftreksels te nemen, sommige purgeermiddelen zijn ook goed, om op die wijze de afscheiding van zweet, enz. te bevorderen; men moet met die middelen echter zeer voorzichtig zijn en er terstond mede ophouden, als de ingewanden aangedaan worden.

De krachtdadigheid van deze behandeling wordt nog vergroot als men het geheele lichaam met zout water wascht en inwrijft met in alcohol opgeloste jodium-potasch, twee malen daags, op die deelen, waar het vet het rijkelijkst is afgezet, zooals de buik, de borst en de borsten. Deze inwrijvingen, die telkens een half uur moeten duren, brengen dat voordeel aan, dat zij de smelting van het vet begunstigen, 't welk allengs door het zweet en de andere uitscheidingen wordt verwijderd.

Volgens den geleerden Hunter, is drukking een uitmuntend middel om de werking van die buizen aan te zetten, welke het opslorpen. Men weet, dat in sommige ernstige ziekten, waarbij gedurende een zeer langen tijd een volstrekte vasten wordt vereischt, in de voeding voorzien wordt door de opslorping van het vet, 't welk dan het eenigste voedsel is, dat den bloedsomloop aangeboden wordt. In dit geval wordt, indien de duur van het vasten verlengd wordt, niet alleen het vet van onder de huid opgenomen, maar ook dat, wat de verschillende streken van het lichaam omringt of er zich in uitstrekt. Deze opslorping veroorzaakt die verschrikkelijke magerheid, waartoe die menschen vervallen, welke gedwongen zijn om in langen tijd geen voedsel te nemen. Een natuurlijk middel dus, om overmaat van zwaarlijvigheid te verminderen, vloeit uit de vorige beschouwingen voort, het is: om de deelen zacht te drukken, die in omvang verminderd moeten worden, terwijl men zich terzelfder tijd aan een strengen leefregel moet onderwerpen of ten minste aan dien leefregel, welke we zooeven beschreven hebben.

Ook is de aanwending van den electrischen stroom aanbevolen als een goed middel om het vet op te lossen; de zwaarlijvigen kunnen ook dit middel beproeven.

In 't kort, de onmisbare hulpmiddelen van deze vetwegnemende behandeling, zijn: eene dagelijksche oefening, tot zweeten en vermoeienis wordens toe voortgezet; - vroeg opstaan en laat naar bed gaan, niet veel tijd aan den slaap besteden: bij voorbeeld niet meer dan vijf uren. Deze middelen moeten, als ze door eene groote opgewektheid van den geest worden ondersteund, van zelve tot de vermagering van het zwaarlijvigste lichaam voeren en het organisme tot zijne behoorlijke verrichtingen terugbrengen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken