Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6 (1889-1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (47.16 MB)

Scans (1070.21 MB)

ebook (35.63 MB)

XML (4.55 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 6

(1889-1890)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 589]
[p. 589]

[Nummer 50]

Onze gravures.

Uit de kinderwereld.



illustratie
uit de kinderwereld, naar de schilderij van hans knöhl.


Kinderen zijn geneigd alles na te doen wat zij maar eens gezien hebben - eene eigenschap, die vele groote menschen niet hen gemeen hebben. Hiervan geeft de wakkere jongen op onze gravure een doorslaand bewijs. Hij heeft zijn broertje of zusterken in het doodkistje zien liggen, een tooneel, dat voor hem niets droevigs heeft, integendeel, het schoone kleedje, de strikken en het bloemenkroontje stonden hem wondervol aan, en aanstonds wilde hij dit parodieeren. Hij wist geen beter figurant te vinden dan Smous, die aan alle nukken en grillen van zijn jeugdigen meester met bewonderenswaardige gelijkmoedigheid gehoorzaamt.

De kleine baas deed hem in het poppenwagentje zitten - liggen verkoos Smous volstrekt niet wond hem stevig een doek om den kop, en beval hem zich doodstil te houden. Smous trok wel erbarmelijk leelijke gezichten: die stijve doek om zijn nek stond hem niet erg aan en ook die gedwongene rust strookte weinig met zijne vroolijke en levendige natuur, maar hij schikte zich toch gelaten in zijn lot. De pop moest hij op zijn schoot houden, of liever dulden, en beiden werden warm ondergestopt. Lang zal dit spel echter niet duren, daar Smous deze ongemakkelijke houding spoedig vervelen zal, maar nog meer daar onze kleine knaap zich niet lang met hetzelfde spel kan bezig houden. Dadelijk schiet hem eene nieuwe gedachte door het hoofd en wordt iets anders begonnen.

De kinderkamer met hare ap- en dependenties, de houding van Smous, en niet het minst die van den jeugdigen meester, wiens gelaat van vergenoegdheid glanst bij het welslagen van zijne vertooning, zijn door den schilder zeer verdienstelijk weergegeven.

Twee zusters.

Welk een contrast! De eene in den

[pagina 590]
[p. 590]

weelderigsten tooi der wereld, de andere in het eenvoudig en nederig kloostergewaad; de eene blijkbaar eene aanzienlijke dame uit den hoogsten kring, de andere eene vergetene kloosterzuster; de eene beschikkend over al wat de weelde bieden kan; de andere niets bezittend dan hare kale cel, hare harde legerstede.

En toch, wanneer er gevraagd mocht worden, wie de rijkste is van die twee, zal ongetwijfeld de arme kloosterlinge het verreweg winnen van de aanzienlijke dame. Deze heeft bij al hare pracht en rijkdom blijkbaar behoefte aan troost, en gene is, ondanks hare kloosterlijke armoede, rijk genoeg om haar dien overvloedig mee te deelen. Zij heeft het beste deel verkozen, dat niet als aardsche goederen aan de wisselingen van het lot onderworpen, haar nooit kan ontnomen worden.

Treffend heeft de schilder in zijn tafereel, dat een der sieraden van den jongsten Parijzer salon uitmaakte, ons de aangrijpende tegenstelling tusschen die twee zusters op het doek weergegeven.

Onder goede hoede.

De hond is het getrouwste aller dieren - zoo heeft er ook de koetsier over gedacht, die aan de verzoeking geen weerstand kon bieden om met een paar kennissen een praatje aan te knoopen, waartoe die soort van menschen steeds overvloedig stof schijnen te hebben.

Onbeheerd liet hij het rijtuigje met de jonge juffrouw er in aan den kant van den weg staan, onbeheerd echter niet geheel en al, want Mops was er nog, om over zijne jeugdige meesteres te waken, en wij zijn geneigd te gelooven, dat hij zich beter van die taak zal kwijten dan menig praatziek kindermeisje.

Het jonge juffertje op onze gravure schijnt van hetzelfde gevoelen te zijn. Zij klemt Mops met betrouwen vast, en haar blik getuigt dat zij zich onder zijne hoede volkomen veilig acht, terwijl het Mops in de oogen te lezen is, dat hij het kind tegen alle mogelijke voorvallen zal weten te beschermen. Hij ziet er dan ook alles behalve naar uit om kortswijl te verstaan; die zich te dicht bij zijne beschermelinge durft wagen, zal hij door zijn keffen, en zoo noodig door zijne scherpe tanden wel op een eerbiedigen afstand weten te houden.

Natuurlijk en vol bevalligheid heeft de schilder ons dit rustig tafereeltje geschetst, en vooral de beide hoofdpersonen, het meisje en Mops, goed doen uitkomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken