Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1891-1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (46.63 MB)

Scans (716.27 MB)

ebook (39.26 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1891-1892)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 16]
[p. 16]

Bij de Platen.

Krijgsraad bij Frederik den Groote. -

Klaarblijkelijk is het te doen om het vaststellen van een algemeen veldtochtplan, en de koning luistert met bedaarde oplettendheid naar de voorslagen van graaf Schwerin, die met den vinger der linkerhand op de kaart wijzend, zijn meening blootlegt. Ook de overige generaals hooren met oplettendheid de uiteenzetting van den spreker aan en, naar het schijnt, komt hetgeen hij aanvoert, hun over het algemeen heel verstandig voor. Links herkennen wij, in zijn stoel achterovergeleund, de karakteristieke figuur van den ouden Ziethen, aan wiens rechterhand veldmaarschalk Keith zit. Links van Ziethen volgen de beroemde aanvoerder der ruiterij Seydlitz en, op den achtergrond, prins Ferdinand van Brunswijk. Onder de overigen moeten wij nog de gespierde gestalte van generaal Winterfeld vermelden, die met den rug naar hetvensterstaande, met de linkerhand op een sierlijk rococo-tafeltje rust.

Als Frederik bij een zijner generaals tegenspraak vond, kon hij wel eens driftig opstuiven, maar hij liet zich door de goede uitkomst toch weer gemakkelijk verzoenen. Toen bij het begin van den slag van Zorndorf tegen de Russen de Pruisische linkervleugel erg in het nauw geraakte, zond de koning aan Seydlitz bevel, onmiddellijk met zijn ruiterij op te rukken. Maar Seydlitz achtte het oogenblik daartoe niet gekomen en wachtte dit rustig af. De koning werd ongeduldig en liet den generaal zeggen, dat hij na den slag met zijn hoofd rekenschap zou hebben te geven.

Seydlitz echter bleef en liet terug boodschappen: ‘Na den slag staat mijn hoofd ten dienste des konings!’

Eindelijk achtte hij het juiste oogenklik gekomen en rukte met zijn escadrons op; in een ommezien had hij de vijandelijke ruiterij en kort daarop ook het voetvolk uiteengeworpen, om vervolgens ook den Pruisischen rechtervleugel hulp toe te brengen. Des avonds na den slag, toen Seydlitz de tent des konings binnentrad, viel deze hem om den hals en zeide: ‘Ook deze overwinning heb ik hem te danken.’ De aanvankelijke ongezeglijkheid van zijn trouwen generaal had hij glad vergeten.



illustratie
de eerste soep, naar de schilderij van b. genzmer.


De weeze. -

Dat de jonge dame onzer gravure weeze is. zal wel aan geen twijfel onderhevig zijn. De zware rouwsluier, het zwarte kleed en vooral de diepe weemoed, die op het fijn besneden gelaat is te lezen, zeggen dit duidelijk genoeg. En dan valt het ook niet moeielijk te gissen, waartoe de bloemen moeten dienen, die zij met zooveel zorg tot een ruiker samenschikt. Voorzeker moeten ze tot versiering strekken van het graf der teerbeminde moeder. Het is haar feestdag, en dan mag ook een ruikertje harer lievelingsbloemen op de eerst kort gesloten groeve niet ontbreken. De vrome kinderliefde, die uit heel de uitdrukking van het meisje spreekt, doet ons vertrouwen dat zij het niet bij die bloemen als tolken harer trouwe genegenheid laten zal, maar dat zij daarbij ook het gebed zal voegen voor de ziel der innig geliefde, die helaas! te vroeg aan haar toewijding ontrukt werd.

Catechismus in den tuin. -

De brave dorpspastoor, een eerbiedwaardige grijsaard, wien de goedheid uit de oogen straalt, heeft het raadzaam geacht, een viertal zijner catechismuskinderen eens afzonderlijk onder handen te nemen. Misschien zijn ze een beetje ‘slecht van aannemen,’ misschien ook zijn ze achterlijk ten gevolge van speelsche onbezonnenheid. Hij heeft ze eens bij zich laten komen in den tuin van de pastorie en overhoort daar de les. De beurt is aan den jongen die met over elkaar geslagen armen oplettend naar de vragen van mijnheer pastoor luistert. Dan volgt het meisje, dat intusschen gauw haar vrageboek nog eens inziet. Een van de vier kan zelfs in dit gewichtig oogenblik zijn lust niet bedwingen om een bloempje te plukken; als die afleiding hem straks maar niet noodlottig blijkt.

Op den achtergrond onderscheiden wij hutten, boomen, en rechts een diep vergezicht. Het geheel vormt een schilderij van bevallige uitdrukking, zorgvuldige afwerking en lieve kleur. Hoe zacht en geestig is het gelaat van den priester, hoe natuurlijk de houding der kinderen. Welk een fijnheid van waarneming en toets in het landschap!

De eerste soep.

- Kan er iets heerlijker zijn, dan de eerste soep, den pas gehuwden man bereid door het jonge vrouwtje, dat voortaan dag aan dag zijn middagmaal zal koken? Wij gelooven niet dat het fijnste gerecht van den bekwaamsten keukenmeester daarbij halen kan. Ook de gelukkige echtgenoot onzer gravure is blijkbaar van die meening. Op de huwelijksreis heeft hij met zijn lieve eega in de eerste hotels gedineerd, maar nog nooit heeft hij zoo belangstellend en begeerig een lepel soep aan den mond gebracht als die hem vandaag door zijn vrouwtje te proeven gereikt wordt. Voor haar is het blijkbaar een hoog ernstig proefstuk; in onzen tijd hebben de jonge dames zooveel te leeren, dat de keuken er dikwijls op overschiet, en het is te vreezen, dat zelfs de kookscholen, die in den laatsten tijd zijn opgericht, de practische opleiding, in de keuken zelve genoten, maar hoogst gebrekkig zullen vervangen. Het jonge vrouwtje onzer gravure bevindt zich misschien in het geval, dat het haar aan de noodige practische oefening ontbroken heeft; ten minste het dienstmeisje schijnt wel wat spotachtig te lachen om haar onbeholpenheid en kinderlijke blijdschap over den onverhoopt goeden uitslag. Wat daarvan zij, - als er anders niets hapert aan haar eigenschappen als echtgenoote en huishoudster, dan wat oefening in het bereiden van een burgerpot, zal het nogal schikken; liefde en goede wil maken alles goed.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken