Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1891-1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (46.63 MB)

Scans (716.27 MB)

ebook (39.26 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1891-1892)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Vier poesjes.-

Een echt snoepig tafereeltje, het penseel van mevrouw Henriette Ronner waardig! Daarmee is volstrekt niet gezegd dat zij het onzen kunstenaar verbeterd zou hebben; want al mag zij zich in het weergeven der eigenaardige bekoorlijkheden van het mauwende goedje op een haast ongeëvenaard meesterschap beroemen, toch valt het te betwijfelen of zij wel zoo goed geslaagd zou zijn in het op doek brengen van het vierde en liefste poesje, de lachende kleine krullebol.

Het lieve schalke gezichtje, de poezele mollige armpjes, waarmee zij haar rappe speelnootjes omklemt, heel de onschuldige argeloosheid van het spelende kind is door den schilder op de gelukkigste wijze getroffen en onwillekeurig blijft de blik aan het aardige groepje hangen. 't Is een lust om het gedartel en gespartel dier vier poesjes aan te zien. Als het maar niet op katjesspel uitdraait!

Het onderbroken duel. -

Katjesspel! Is dat woord ook niet toepasselijk op het onzinnig gebruik om kibbelarijen, soms onder het spel aangekomen, met een krab of schram uit te maken? Wel wordt de malle vertooning door allerlei groote woorden als gevoel van eer, eigenwaarde, mannenmoed en wie weet wat al meer als iets hoog ernstigs voorgesteld en zelfs door een keizer Wilhelm tot een kenmerk van zielegrootheid opgevijzeld; maar voor een verstandig mensch is dat zoogenaamde wreken der beleedigde eer door een sabelschram of degenprik eenvoudig katjesspel.... òf een roekelooze misdaad.

Wanneer het namelijk wezenlijk ernst is met het tweegevecht, wanneer de beleedigde inderdaad geen rust heeft voor hij den hem aangedanen hoon in het bloed van zijn vijand heeft afgewasschen, ja zich zelfs niet zou ontzien ter voldoening aan zijn blinde wraakzucht hem met een doodelijken houw of steek uit de wereld te helpen, dan wordt het duel iets vreeselijks en Godtergends.

Zulk een gevecht op leven en dood schijnt op het tafereel onzer gravure te moeten plaats hebben. De sombere ernst der getuigen, de strijdlust der beide vijanden, die reeds hun jassen hebben afgeworpen om met de blanke sabel elkander te lijf te gaan, toonen duidelijk dat het hier meenens is, en het rijtuig op den achtergrond misschien straks een doodelijk gewonde zal hebben weg te voeren.

Maar gelukkig, daar komt als een verzoenende engel een jonge dame tusschenbeide, de zuster, misschien de verloofde van een der strijders, die hem voor de voeten springt en met de kracht der vertwijfeling den arm weerhoudt, die op het punt was wellicht een moord te begaan. Door haar smeekenden blik, haar gebeden en tranen poogt zij den wraakgierige te verbidden, die, gramme blikken naar zijn tegenstander werpend, in tweestrijd staat of hij de stem der verzoening gehoor verleenen, dan wel zijn hartstocht in volgen zal. Allicht zou hij geneigd zijn voor de smeekingen van het meisje te zwichten. Maar wat zullen de anderen van hem denken? Zullen ze hem geen lafaard schelden? Met vorschende strenge blikken zien ze hem aan, en terwijl de hartstocht in zijn binnenste misschien reeds is bedaard, terwijl zijn geweten, ja het eenvoudig gezond verstand hem reeds overtuigd heeft dat hij het wapen niet mag trekken tegen zijn evenmensch, zal hij bij slot van rekening misschien toch nog wijken voor het verwenschte menschelijk opzicht!

Hollandsch landschap. -

Een Hollandsch landschap, van een Hollandsch kunstenaar, welk kunstlievend Hollander zal het niet met belangstelling beschouwen, te meer daar het om zijn stille bekoorlijkheid van zelf tot een rustige beschouwing stemt. Met genoegen blijft de blik verwijlen bij dat stille water met de voor anker liggende schepen en schuiten en de dartelende eendjes, die eenvoudige dorpshuizen met hun afwisselende daken en geveltjes, heel die kalme dorpsbedrijvigheid, die de begaafde kunstenaar ons met enkele fijne trekjes in haar eigenaardige bekoring heeft weten weer te geven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken