Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1891-1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (46.63 MB)

Scans (716.27 MB)

ebook (39.26 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1891-1892)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Wetenswaardig Allerlei.

Het aansteken der gasvlammen door electriciteit.

- Reeds voor jaren hield de Göttinger professor Klinkerfues zich met het vraagstuk bezig, al de gaslantarens eener stad te gelijk langs electrischen weg aan te steken. In zekeren zin is dit denkbeeld thans verwezenlijkt door een uitvinding van den werktuigkundige Wolfgang Smid te Munchen. Deze bestaat hierin dat op de personentreinen der Beiersche staatsbaan de gaslampen door electriciteit worden aangestoken. Tot dusver moesten die lampen met levensgevaar van de overkapping der waggons aangestoken en weer uitgedraaid worden. Door de uitvinding van Schmid geschiedt dit thans zoo, dat één man zonder moeite en zonder zelfs de loopplank te verlaten, in twee minuten den heelen trein van licht kan voorzien. Het uitdraaien der lampen gaat op dezelfde eenvoudige manier in zijn werk.

Hoe de president der Vereenigde Staten reist.

- Als de president der Vereenigde Staten op reis gaat, wordt door de spoorwegbesturen in den regel een extra-trein uit twee personenwagens bestaande te zijner beschikking gesteld. De eerste wagen, die achter de locomotief loopt, dient tot het opnemen van den opperinspecteur der spoorbaan, alsmede van een zijner medehelpers, verder van een baan meester, een telegrafist, een locomotief-conducteur en een stoker. In den tweeden wagen neemt de president met zijn gevolg plaats; hij krijgt een slaapvertrek, een rooksalon, een eetzaal, die te gelijk tot ontvangst zaaldient, zes kamers ook met twee bedden voor zijn gezelschap en eindelijk een keuken. Gewoonlijk wordt daartoe een zoogenaamde hotelwagen gebruikt.

[pagina 88]
[p. 88]

Vóór de extratrein een baan berijdt, wordt deze omstreeks een kwartier te voren door baanopzichters onderzocht, en bovendien rijdt nog een afzonderlijke locomotief als ter verkenning den trein 40 of 50 minuten vooruit, zoodat elk gebrek aan de rails en elke verkeerde wisselstelling intijds kan worden ontdekt.

Spoorwegen. -

Het aantal spoorwegen neemt alle jaren over de geheele wereld al meer en meer toe. Van 468.872 kilometer, die men in 1884 telde, is men in 1890 tot 571.777 kilometer geklommen. Europa, dat 214.252 kilometer spoorlijnen bezit, is door Amerika met zijn 304.005 kilometer reeds lang overvleugeld; terwijl de drie andere werelddeelen te zamen zich maar in het bezit van 53.514 kilometer mogen verheugen, dus maar ¼ van wat Europa, ruim ⅙ van hetgeen Amerika - en hier staan de Vereenigde Staten natuurlijk ver bovenaan - alleen bezit.

Van alle landen van Europa hebben Frankrijk en Duitschland hun spoorwegnet het meest uitgebreid: eerstgenoemd land met 4.048, het laatst met 4.047 kilometer. Vervolgens komen Oostenrijk met 3.658, Rusland met 3.643, Italië met 3.286 en Engeland met 1.526 kilometer meer dan in 1884.

Het totaal der spoorlijnen vertegenwoordigt bijna veertienmaal de lengte van den omtrek der aarde en overtreft verre den afstand van de aarde naar de maan, die maar 384.420 kilometer bedraagt.

Vreemde gebruiken in China. -

In de steden van het Hemelsche Rijk betaalt de cliënt aan zijn geneesheer een vaste som zoolang hij gezond is. Wordt hij ziek dan behoeft hij hem gedurende den geheelen duur zijner ziekte geen cent te betalen. Of dit ook voor de dokters een prikkel is om hun zieken zoo spoedig mogelijk te genezen!

In sommige plaatsen van het Hemelsche Rijk bestaat een nog zonderlinger gewoonte. Daar moet elk geneesheer voor zijn huis zooveel lantaarns aansteken als hij in het jaar dooden heeft.

Men verhaalt van een zieke, die een geneesheer zocht en bij geen enkel Esculaap zijner plaats durfde aankloppen wegens het groot aantal lantaarns, die voor elke woning brandden. Eindelijk ontdekte hij in een eenzaam steegje de woningvan een geneesheer, waarvoor maar zes lantaarns waren aangestoken.

Hij trad aanstonds dat huis van dezen man der wetenschap binnen en zeide hem: ‘Gij moet wel de beste geneesheer der stad zijn, daar gij de minste lantaarns hebt?’

‘Wel mogelijk,’ antwoordde deze, ‘maar ik moet u doen opmerken, dat ik eerst sedert van morgen mijn praktijk uitoefen.’

Eigenaardigheden der Chineezen. -

Op het onlangs te Londen gehouden Orientalisten-congres hield professor Schlegel een belangwekkende voordracht over de handelsbetrekkingen van Europa met de landen van het Oosten, en wees daarin op verschillende fouten en vergissingen, die de Europeesche kooplieden begaan bij den uitvoer van koopwaren naar China, omdat zij geen of althans niet voldoende rekening houden met de daar ingewortelde vooroordeelen.

Slechts een paar vooroordeelen om dit te staven.

De Chineezen koken hun rijst in platte ijzeren ketels. Toen eenige Engelsche kooplieden hiervan kennis hadden gekregen, hielden zij het voor een goed idee, deze ketels in Engeland te laten vervaardigen en ze dan naar China te zenden. Eenigen tijd later kwam dan ook een heele scheepslading van deze ketels op Hongkong aan, die, daar zij sterker en goedkooper dan de Chineesche waren, in het begin veel aftrek vonden. Spoedig echter hield de navraag daarnaar op, en wilde geen enkel Chinees iets meer van de Engelsche rijstketels weten. Waarom? Omdat zij te dik waren en meer tijd, en bij gevolg ook meer brandstof vereischten om een maaltijd klaar te maken dan het dunne Chineesche fabrikaat.



illustratie
onafscheidelijke vrienden,
naar een waterverfteekening van Julius Wengel.


Een ander koopman zond magneten in den vorm van hoefijzers naar China, die hij, om grooter debiet te hebben, met den keizerlijken draak had voorzien. Daardoor juist bedierf hij zijn zaak en geen enkel Chinees wilde een magneet van hem koopen.

Zoo zijn de Chineezen op het punt van geluks- of ongelukskleuren zeer bijgeloovig. De Engelsche naalden koopen zij slechts zeer zelden, omdat het zwarte papier, waarin zij gewikkeld zijn, voor hen een ongelukskleur is. Een ander koopman vond veel aftrek voor zijn kalenders, tot hij op het denkbeeld kwam, daarvoor groen papier te gebruiken. Ook groen is een ongelukskleur bij de Chineezen, zooals de koopman tot zijn schade moest ondervinden.

Het budget des sultans. -

Het personeel van den Grooten Heer is nogal aanzienlijk, zooals blijkt uit de navolgende opsomming, die aan een Turksch blad is ontleend:

Een groot-maarschalk van het paleis; een groot-eunuch, wiens titel slechts vertaald kan woorden door de woorden: ‘de groote wachter aan de deur van het geluk.’ Dit laatste personage is een man van veel invloed, die dan ook maandelijks een honorarium van over de 3000 gulden krijgt.

Een directeur van de uitgaven der keizerlijke familie, tien kamerdienaars, vijftien secretarissen, een opper-ceremoniemeester, die de gezanten moet aandienen, twee imans of aalmoezeniers, twee secretarissen voor de bijzondere kas des sultans.

Een intendant van de keizerlijke schatkist en twee secretarissen, een staatkundige kabinetschef, een hoofd der geheime politie, twee intendanten en een intendant van het paleis, een directeur van den keizerlijken stoet, een Bac mussaït of commandant der Mussaïts, een directeur der keizerlijke stallen, een hoofd der portiers, een chef van dienst, een eerste geneesheer met den graad van maarschalk.

Acht en twintig of dertig gewone geneesheeren, die met den dienst in het serail of paleis belast zijn, een eerste veearts, die verscheidene collega's onder zijn bevelen heeft, een eerste scheikundige en apotheker, twee deurensluiters, een hoofd der lagere eunuchen en tal van kamerdienaars, een bibliothecaris, een opperste vertaler der buitenlandsche couranten, een eerste kleeren-opzichter, een opperste barbier - wiens betrekking niet van de minste is - een opperste proever.

Een directeur van de vermakelijkheden en van den schouwburg van Z.M., twee chefs voor de keuken, een voor de Fransche en een voor de Turksche, een opperste sterrenkundige en sterrenwichelaar, zestien adjudanten van verschillende graden, ten slotte een honderdtal paardrijders, tooneelspelers, zangers, fratsenmakers, enz.

Indien men hierbij het personeel van minderen rang voegt, komt men tot een totaal van omstreeks vier duizend personen, wier jaarlijksch onderhoud een som van tweehonderd millioen vertegenwoordigt, over de verschillende posten verdeeld als volgt:

Voor het bijzonder mobilair des sultans vijf millioen, voor dat der paleizen des sultans zeven millioen, voor de tafel, keuken, vaatwerk, enz. vier en twintig millioen, voor de stallen, rijtuigen, gespannen, enz. drie millioen, voor de prinsessen, vrouwen, slavinnen, enz. veertig millioen, voor verschillende grillen dertig millioen, voor geschenken, enz. vijf en dertig millioen, in het geheel tweehonderd millioen.

En met een civiele lijst van vijf en twintig millioen franks moet Abdul-Hamid deze verbazende uitgaven, waarbij nog vele andere komen voor belooningen, goede werken, het bouwen van moskeeën, scholen, enz. bestrijden!

Gelukkig dat hij, onder andere hulpbronnen om het tekort te dekken, het recht heeft beslag te leggen op alle inkomsten des rijks. Dit is een gemakkelijke manier om evenwicht te houden tusschen inkomsten en uitgaven!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken