Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8 (1891-1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8
Afbeelding van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (46.63 MB)

Scans (716.27 MB)

ebook (39.26 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Belgische Illustratie. Jaargang 8

(1891-1892)– [tijdschrift] Nieuwe Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bij de Platen.

Een boerinnetje uit het Schwarzwald. -

Men zou ze op het eerste gezicht niet voor een boerinnetje verslijten, niet alleen om het fijne, gedistingeerde kopje, maar ook om den bevalligen tooi, die niets boersch heeft in onze oogen. De landelijke kleederdrachten in streken, die nog geheel buiten den invloed zijn gebleven onzer zoogenaamde hedendaagsche beschaving, steken gewoonlijk gunstig af bij die van landen, waar, zooals ten onzent veelal het geval is, het oorspronkelijk nationaal costuum half en half vervormd is naar de wisselende mode. Er is niets leelijker dan het middelding tusschen boerin en burgerjuffrouw, waarvan onze plattelandsteden op marktdagen zoovele onbehaaglijke exemplaren te zien geven. De oude volksdrachten verdwijnen, helaas! hoe langer hoe meer, en om ze geheel onverbasterd te zien, zullen we ten slotte onze toevlucht moeten nemen tot de specimens, die daarvan in het Rijksmuseum te Amsterdam bewaard worden.

Om nu op ons boerinnetje terug te komen, - het is te hopen dat men in het Schwarzwald de oude nationale dracht beter in eere zal houden dan bij ons; want ieder zal moeten erkennen dat het laag uitgesneden jakje met het witte keursje en den breeden plooikraag, waarover aan een zwart fluweeltje het diamanten kruisje hangt, en vooral de hoofdtooi van fladderende linten, die den natuurlijken dos van weelderige lokken geheel vrij laat, voor geen kapsel naar de laatste mode in sierlijkheid behoeft onder te doen.

Twee zusters. -

Aan sierlijkheid in kleeding of opschik heeft de eene der beide zusters op ons tafereel voorgoed verzaakt. Zij heeft van al die wereldsche ijdelheden afstand gedaan, om zich als godgewijde bruid alleen te tooien voor haar hemelschen Bruidegom, in het eindeloos rijker en edeler gewaad van maagdelijke reinheid, in het stralende kleed van deugden en goede werken. Voor het uiterlijke stelt zij zich met de grove kloosterpij tevreden. Zij heeft als de Maria van het Evangelie het beste deel verkozen en laat aan Martha de beslommeringen en ijdelheden der wereld, die zoo aanlokkelijk schijnen en toch, helaas, zooveel teleurstelling en ontgoocheling baren. In haar argelooze onbezorgde jeugd heeft de jongste der twee daar geen besef van en slechts achteloos leent zij het oor aan de woorden van wijsheid, die de oudste haar ter leering voorleest. Met haar ongedwongen kinderlijke houding, in het lichte zomertoilet, het rijkgelokte hoofd vertrouwelijk op den schouder harer zuster geleund, vormt zij een sprekende tegenstelling met de zacht-strenge statig opgerichte figuur der jeugdige non met het regelmatig effen gelaat en den kalmen blik, gevestigd op het boek, dat haar bleeke, spichtige vingeren omklemd houden. Zulk een tegenstelling tusschen twee zusters, - kan het ons verwonderen dat het schouwspel den schilder heeft aangetrokken en hij gepoogd heeft, het ons naar het leven weer te geven?

Weer bij moeder thuis. -

Een dankbaar onderwerp ook heeft de Duitsche kunstenaar Rosenthal zich gekozen, toen hij ons de ontvangst van het jong matroosje schilderde, dat na maandenlange afwezigheid weer bij moeder thuis is. Wat heeft de goede vrouw naar dezen dag verlangd! Wat hebben de broertjes en zusjes er zich op gespitst! En de jonge Janmaat zelf, hoe groot hij zich moge houden, heeft stellig op zijn beurt in menigen donkeren nacht, als hij in verre, eenzame wateren rondzwalkte, aan moeders gezellige, warme huiskamer en het vroolijk spel van de kinderen gedacht. Nu zijn ze dan eindelijk weer allen bijeen, en moeder kan zich niet verzadigen aan den aanblik van haar oudste, die zoo flink uit de kluiten gewassen is en zoo sprekend op zijn vader zaliger begint te gelijken. Terwijl hij met smaak het bord soep verorbert, dat zijn goede zuster hem gauw heeft klaargemaakt, moet hij vertellen van zijn wedervaren: moeder gunt hem in de overmaat van haar blijdschap haast geen tijd dat hij eet en houdt zijn forsche jongenshand onophoudelijk in de knokkelige vingers geklemd. Het oudste zusje luistert met belangstellende aandacht naar het verhaal van zijn avonturen, dat hij zoo grappig weet te kruien met allerlei zeemanstermen, die zij niet verstaat, en een van de kleine jongens, blijkbaar ook al een zeeman in den dop, kijkt zijn broer haast de woorden uit den mond. De kleinste schuift dicht tegen hem aan, terwijl het andere zusje zich inmiddels vermaakt met den ketting van aangeregen schelpjes en de groote kinkhorens, waarin men de zee kan hooren bruisen. Men beklaagt over het algemeen het lot van zeelieden en hun betrekkingen wegens de treurigescheiding, waartoe zij telkens veroordeeld zijn, en de angsten, die zij bij storm en noodweer om hun dierbaren uitstaan; maar wegen dergelijke uren, als het gezin op ons gemoedelijk, gul tafereel doorleeft, niet tegen het leed en den kommer van lange, bange maanden op? De weduwvrouw heeft gewis haar man op zee verloren, en bittere tranen heeft zij ongetwijfeld geschreid, toen ook haar jongen het trouwelooze element tot arbeidsveld voor het leven koos; maar nu zij hem thans zoo frisch en fleurig, zoo kranig in het losse zeemanspak aan haar zij ziet zitten, nu zou ze met geen enkele andere moeder willen ruilen.

[pagina 368]
[p. 368]

Makreelenvangst in Istrië. -



illustratie
makreelenvangst in istrië, naar de schilderij van f. schlegel.


Is het leven van den visscher veelal een hard en moeitevol bestaan, de visschers op onze gravure schijnen het toch op hun slofjes af te kunnen. Het is bepaald liefhebberij, zoo gemakkelijk zij de zee haar kostbaren buitafhandig maken. Daartoe is niets anders noodig dan een flink vuur, dat zij aan een staak boven het water houden. Bij honderden komen de onnoozele makreelen daarop af, stellig in de verbeelding dat het zonnetje in het water schijnt. Maar ongelukkig worden zij door de visschers leelijk in het zonnetje gezet. Dezen hebben namelijk te voren hun verraderlijke netten uitgespannen en zijn nu de dartele beestjes daar in voldoend aantal naar hun zin bijeengekomen, dan wordt het net opgehaald, en de vischjes zijn gevangen. Zooals men op de gravure ziet, levert deze gemakkelijke vischmanier een ruime vangst en kunnen drie, vier schuitjes tegelijk er met succes op uitgaan. Intusschen zal de vangst wel van den tijd van het jaar afhankelijk zijn, zoodat ze alleen in bepaalde omstandigheden kan worden uitgeoefend


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken